Wanneer verandert de liefde die je voelt voor je kind?
Zoals ouders van een baby of klein kind houden, houden ze niet van hun volwassen kinderen, constateert Anne. Wanneer verandert die liefde voor je kind?
“Mam, jij vindt mij toch niet meer zo lief als jij je kleindochter vindt?” vraag ik mijn moeder. Sinds onze dochter geboren is, is mijn moeder namelijk in trance. Ze is sta-pel-verliefd op haar kleindochter. Naar mij kijkt ze nooit meer zo vertederd. Maar dat deed ze vast wel toen ik nog zo klein was als mijn eigen dochter nu. Wat is er gebeurd dat mijn moeder anders naar me is gaan kijken? En wanneer zal ik zelf stoppen met het ervaren van ultieme verrukking (de ‘Ik gooi je nú uit het raam’ momenten uiteraard niet meegeteld) in de omgang met mijn kinderen?
Veranderingen door de puberteit
Voor de duidelijkheid: mijn moeder doet nog steeds álles voor me. Ze is gedurende de jaren niet minder van me gaan houden, maar wel anders. Stel ik me zo voor. Inderdaad geeft ze als antwoord op mijn vraag dat er sinds mijn puberteit wel een aantal dingen zijn gebeurd waardoor ze me niet meer zo allesverzengend lief vindt als dat ze me daarvoor vond. Terugdenkend aan de periode dat ik nog thuis woonde, kan ik me dat levendig voorstellen. Maar als ik vervolgens naar mijn eigen baby en peuter kijk, vind ik het toch moeilijk in te beelden dat er tussen ons ook dingen gaan gebeuren die onze band minder intens maakt.
Mama is niet lief
“Vin jou nietthu lief” zegt mijn dochter. “Wie vind je niet lief?” Vraagt mijn vriend aan haar. “Dese”, antwoordt ze. Ze wijst op mij en kijkt me aan alsof ik een hoop stront ben, in plaats van haar moeder. Net heette ik nog ‘mama’, maar nu ben ik binnen luttele seconden gedegradeerd tot ‘Dese’. Ze is net twee, maar bij haar is het proces dus al in gang gezet. Blijkbaar ben ik nu al iemand die bij tijd en wijle uit haar gratie valt. Omdat ze eerst haar groenten op moet eten en daarna pas het felbegeerde fruit mag, bijvoorbeeld. Natuurlijk zijn er nu ook al momenten dat ik háár ongelooflijk irritant en vervelend vind. Als het aankleden en verschonen een waar gevecht is. Of als ze haar broertje pijn doet. Of als ze me recht aankijkt en mijn vraag ergens mee te stoppen, volledig negeert. Maar dat zijn speldenprikjes in een zee van liefde. Vooralsnog.
Gelukkig gezinnen bestaan. Toch?
Veel ging er bij ons vroeger mis door de scheiding van mijn ouders. Dat heeft de relatie tussen mij en mijn ouders geen goed gedaan. ‘Er bestáán toch gelukkige gezinnen?’ vraag ik mezelf regelmatig vertwijfelt af. Helemaal zeker weet ik het niet, want veel goede voorbeelden ken ik niet. Gezinnen waar ouders een echt goede en leuke band met hun kinderen hebben en houden, ook ná de puberteit. Ik hoop namelijk zo vreselijk dat dat bij ons het geval zal zijn. Dat we voor altijd een super gezellig en intens gelukkig gezin blijven. Een van de voorwaarden daarvoor lijkt me dat wij niet gaan scheiden. Dat neem ik me dan maar voor. En mocht het moment van verwijdering tussen mij en mijn kinderen zich toch aandienen: ik zie er nu al als een berg tegenop.
Lees ook: Alle ouders in relatietherapie – want kinderen zijn een aanslag op de liefde.