Zó erg: deze vrouw verloor haar twee kindjes in 24 uur….
Een kindje verliezen bij de bevalling is verschrikkelijk. Deze vrouw verloor zelfs twee kindjes vlak na haar bevalling. Maar in de jaren zestig mocht je daar niet verdrietig om zijn. Nu, in 2014, doet ze haar verhaal. Zó ontroerend!
‘In 1963, ik was 20 jaar, ontmoette ik mijn man. Hij kwam uit Istanbul en werkte in de Rotterdamse haven. Met vele anderen was hij een van de eerste gastarbeiders in Nederland. Ik raakte van hem in verwachting en we besloten te trouwen. Niemand was blij met ons huwelijk. Mijn vader zei: “Hoe haal je het in je hoofd om te trouwen, en ook nog met een Turk!” Hij was zo boos. Mijn moeder was kort daarvoor overleden. Ik was blij dat ik het ouderlijk huis kon verlaten.
Behalve dat familie en vrienden zich tegen me keerden, kreeg ik ook ontslag aangezegd in het ziekenhuis. De rector van de opleiding noemde mij een grote hoer omdat ik met een moslim omging. Ik wilde geen minuut langer in dat ziekenhuis blijven, waar zogenaamd alles uit godsliefde gebeurde.
Als getrouwde vrouw werd je niet geacht te werken en zeker niet wanneer je in verwachting was. Er zat niets anders op dan thuis te blijven en voor het huishouden te zorgen. Ik begon de voorbereidingen te treffen voor de komst van ons kindje.
Al snel had ik het idee dat ik niet van één maar van twee baby’s in verwachting was, want het leek wel of ik kindjes over elkaar heen voelde schuiven.
Eén keer lag ik ’s avonds uitgeteld op de bank en verzuchtte: “Volgens mij zijn het er twee.”
Mijn man zei: “Dan zijn ze allebei welkom.”
Hetzelfde zei ik tegen de vroedvrouw. “Hoe komt u daarbij?” Ze nam het niet serieus, terwijl ik al zesenhalve maand zwanger was.
Bloedend in De Bijenkorf
Met één vriendin ging ik heel soms naar de Bijenkorf voor een kopje koffie. Ook die dag in juni zaten we in het café te kletsen. Ik voelde de kindjes bewegen toen plotseling de placenta eruit knalde. Ik bloedde ontzettend en werd zo snel mogelijk naar huis gebracht. Thuis stond de ambulance al klaar en ik werd met spoed naar het ziekenhuis gereden.
Aan het begin van de avond werden twéé kindjes geboren. De eerste is met de vacuümpomp gehaald en de tweede kwam eerst met de voetjes. Op dát moment kreeg ik een hartstilstand door al het bloedverlies. Ik raakte in shock en kon nog net zeggen: “Ik heb a-positief.” Ik kon alleen maar denken: ik móét bloed hebben, anders is het afgelopen met me.
Uiteindelijk hebben ze met elektroshocks mijn hart weer op gang gekregen. Toen ik daar op dat bed lag werd ik weggetrokken naar iets moois. Het voelde heel vredig en ik zag mezelf liggen tussen de arts-assistenten, doktoren en (leerling)verpleegsters. Later zeiden de mensen aan wie ik het vertelde: “Hoe bestaat het dat je dat weet? Dat kan helemaal niet, je was in coma.” Maar ik weet honderd procent zeker dat ik ze heb gezien, want ik heb ze later ook herkend. Nu weet ik dat het een bijna-doodservaring is geweest.
“Je hebt niks meer.”
Na de bevalling kwam ik langzaam bij en ik zie mezelf nog liggen onder de bloedresten. Ik voelde zo’n helse pijn. En mijn lichaam schrééuwde om die kinderen. Mijn man vertelde dat de artsen druk met de kindjes in de weer waren in de couveusekamer. Ze waren heel klein en veel te licht.
Midden in de nacht kwam een arts aan mijn bed. Hij hoefde het niet eens te vertellen, ik voelde het: een kindje was overleden.
De volgende ochtend kwam de dokter weer bij me. Huilend trof hij me aan, en door mijn tranen heen zei ik: “Gelukkig heb ik nog het andere kindje.”
Hij zei: “Nee, meisje, je hebt niks meer.”
Lege babykamer
De tweeling, twee meisjes, kwamen niet in ons trouwboekje te staan. Als reden werd gegeven dat ze binnen 24 uur waren overleden….
In de week dat ze geboren waren, zijn ze begraven volgens de islamitische rituelen onder begeleiding van een imam.
De enige wanklank was mijn vader, die almaar riep dat de begrafenis volgens de katholieke gebruiken moest verlopen. Zelf had ik er volkomen vrede mee hoe de islamitische dienst was verzorgd. Je bent erbij als de kist in de grond zakt, en vervolgens worden voor de overledene gebeden opgezegd en sprenkelt men water over de kist. Zo is de begrafenis van de tweeling ook verlopen.
De mensen zeiden: “Ach, meid, je krijgt vast nog meer kinderen.” of “Gelukkig, nu kun je van die Turk scheiden.” Ja ja, “die Turk”, zo spraken ze over hem – alsof hij de boosdoener was.
De kindjes heb ik tot mijn verdriet nooit gezien. Tien dagen moest ik in het ziekenhuis blijven.
Eenmaal thuis liep ik de trap op naar de babykamer. Alles was weggehaald, de commode, het wiegje, alles wat ik met zorg en aandacht had klaargezet. Mijn familie had bedacht dat dit beter was, dan zou het makkelijker zijn om deze ellendige gebeurtenis te vergeten. Mijn man had niet veel in te brengen en deed schoorvoetend wat hem werd opgedragen. Maar hij had het er net zo moeilijk mee als ik. Het enige advies dat zij hem gaven was: begin er niet over, want dan krijgt Els het moeilijk.
Rouwen in Turkije
Die zomer gingen we naar Turkije naar de familie van mijn man. Hij had natuurlijk ook behoefte om zijn familie en vrienden te zien. En ik wist niet wat me daar overkwam… Nog nooit heb ik zo veel warmte gekregen als van deze mensen. De vrouwen huilden met je mee, je werd gewiegd. In die familie rouwde iedereen om jouw verlies, want het betekende ook een verlies voor de gemeenschap.
De afstandelijke en kille houding van de mensen in Nederland stond hiermee in een schril contrast. Thuis werd mij aangepraat dat ik iets heel verkeerds had gedaan en het onheil over mezelf had afgeroepen. Wat er allemaal was gebeurd was vooral mijn eigen schuld. En mijn man? Die werd als een minderwaardig persoon gezien. Dat ik met hem had willen trouwen, tsja, dat was de goden verzoeken…’
Dit is een voorpublicatie van het boek ‘En zwijgen was het antwoord’ – ouders over het verlies van hun baby in 1945-1970, aangevuld met interviews met medici. Geschreven door Anneke Avis. Te bestellen bij bol.com, € 20,- (geen verzendkosten) of zie annekeavis.nl.
Foto: Thinkstock.