Waarom iedere volgende zwangerschap makkelijker wordt
Je eerste zwangerschap is heel speciaal. Maar je kunt er ook onzeker en doodnerveus van worden. Zo bijzonder als die eerste keer wordt misschien niet meer als je je tweede/derde/vierde kind krijgt, maar dat heeft ook wel voordelen. Omdat je tijdens zo’n volgende zwangerschap:
Lees ook: Waarom een zwangere vrouw net een peuter is.
- Bij elk krampje gewoon denkt: “Oh. Kramp.”, ipv “AAAAAAH!!!! KRAMP!!! WAAROM? WAT IS DAT?! MIJN BABY VALT ERUIT!”
- Het zo druk hebt met je andere kind(eren) dat je niet eens tijd hebt om eventuele krampjes op te merken. Bovendien heb je eigenlijk sowieso altijd kramp, omdat je al enige tijd alleen nog maar spaghetti Bolo en boterhammen met pindakaas eet.
- Weet wat je allemaal kunt verwachten en dus nergens meer door verrast wordt (je hebt het lijnzaad, de Rennies en de aambeienzalf gewoon al klaar liggen zelfs).
- Alle zwangerschapsbijbels al een keer gelezen hebt en je dus na je werk niet nog eens drie uur aan de zelfstudie moet, maar gewoon op de bank kunt ploffen met Netflix.
- Je meer vertrouwen hebt in het feit dat jouw lichaam dat dus gewoon kán, zo’n baby bouwen.
- Gewoon uit zelfbescherming niet meer op de weegschaal gaan staan, wat je bij de eerste wel elke morgen deed om dan vervolgens de eerste helft van de dag in ernstige mineur door te brengen. Inmiddels is je motto: wat niet weet, wat niet deert. En trek je zonder scrupules nog een zak Doritos open.
- Gewoon geen schaamte meer hebt. Met je benen wijd in de stijgbeugels bij de gynaecoloog? Tuurlijk, broek naar beneden en gaan. Vieze windjes laten waar je man bij is? Tja, die darmen zitten nou eenmaal in de verdrukking. In je rafelige joggingbroek naar de supermarkt? Nood (=zwangere buik) breekt wet.
- Je weet dat de babykamer dus echt niet met 20 weken al klaar moet zijn. Dus dat je na de 12-weken echo echt niet als een gek naar de Hornbach hoeft te rennen voor verfstaaltjes en schaapjesbehang. Maar dat je ipv daarvan ook lekker een taartje kunt gaan eten in de stad. Ofzo.
- Minder zorgen hebt over of het allemaal wel gaat ‘lukken’. Dat moederschap, de borstvoeding, de verzorging. Je wéét nu dat het lukt. En dat als het niet gaat zoals het moet, dat het dan gewoon moet zoals het gaat.
- Niet meer bang bent voor de bevalling. Oke, zín heb je er nou weer niet direct in, maar je ligt er ook niet meer zwetend wakker van (of je staat er niet meer hormonaal gillend tegen je man dat je ‘het gewoon niet gaat doen’ van op straat, zoals ik destijds). Met je vorige ervaring in je zak weet je beter wat je wel en wat je niet wilt en bovendien, dat het gewoon goed komt.
- Niet meer naar zo’n zweverig pufklasje hoeft waar je dan uiteindelijk helemaal niks aan blijkt te hebben. Omdat je weet dat je al die Zen-oefeningen, als je eenmaal ligt te baren, toch gewoon weer bent vergeten (of dat ze gewoon niet werken).
- Je niet meer half failliet gaat aan zwangerschapsrotzooi, omdat je inmiddels weet dat dat niks anders is dan een complot van de commercie om jou een paar ruggen lichter te maken. Ik heb niet één wee opgevangen op mijn birthball, van die hippe kanten buikband kreeg ik zowat gordelroos en ondanks die liters frambozenbladthee moest de gynaecoloog mijn zoon er na ruim 41 weken nog steeds uitroken. Je geld is beter besteed aan die nieuwe Chloé handtas (daar kunnen ook best luiers in), of een goede fles wijn voor na de bevalling.
- Je weet dat alles een faaase is. Dat die constipatie echt overgaat. Net zoals het maagzuur. En de slechte nachten (over een jaar of vier weliswaar pas, maar hee, je hebt iets om je aan vast te houden).
- Je weet dat het geen goed idee is om, als de bevalling is begonnen, nog even snel een pizza pepperoni met extra knoflook te bestellen. Omdat die er gegarandeerd een paar uur later weer uitkomt. De vraag is alleen hoe: van boven of van onderen?
- Je je geen voorstelling meer maakt van hoe de bevalling zou ‘moeten’ verlopen, maar je het gewoon over je heen laat komen. En daarom niet teleurgesteld bent als het niet lukt met die kaarsjes onder de appelboom in de tuin. Omdat je weet dat je een bevalling nou eenmaal niet kun ‘regisseren’.
- Je minder hysterisch bent over wat je allemaal wel en niet mag eten. Omdat je weet dat je baby van een kopje koffie per dag echt niet meteen de baarmoeder uit stuitert van de ADHD (en echt, die afkickmigraines zijn gewoon NIET grappig), je niet meer bang bent dat de baby in een anafylactische kaneelschok raakt als je een keer een stroopwafel eet en je dus ook niet meer met een mondkapje door de Appie gaat, omdat je bang bent dat de listeria van de gerookte zalm door de deuren van de koeling heen komt.
- Je soms niet eens door hebt dat je zwanger bent, simpelweg omdat je niet meer de tijd hebt om er constant mee bezig te zijn. En dat is wel zo lekker rustig.
- Je van tevoren weet dat je de eerste drie maanden stikchagrijnig bent en je dus alvast bij voorbaat je welgemeende excuses aan je man kunt maken.
- Je niet meer de dwangmatige behoefte voelt ALLE details van je zwangerschap op Facebook te zetten. Waar je je dan naderhand, als de hormonenmist is opgetrokken dus ook niet voor hoeft te schamen (want, lets face it: moesten al je oude klasgenoten van de basisschool plus tante Tiny nou echt weten dat je zelfs striae op je kont hebt gekregen?)
- Je je minder druk maakt om de vraag of je je figuur na de bevalling nog terugkrijgt. Omdat het feit dat die buik een kind voort heeft gebracht toch van net iets grotere importantie is dan de muffintop die je eraan overhoudt.
- Beter kunt genieten, ook al heb je minder tijd om bewust te zwangeren. Omdat je de tijd die je dan wél hebt gebruikt om stil te staan bij het nieuwe leven in je buik en niet bij al die krampjes, plopjes, regeltjes en andere futiliteiten die er eigenlijk helemaal niet toe doen.
Lees ook: 13 Dingen om je man mee te irriteren als je zwanger bent.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.