Harde buiken, oefenweeën, voorweeën, indalingsweeën: hoe herken je ze en wat is het verschil?

03.01.2019 18:30
Harde buiken, oefenweeën, voorweeën, indalingsweeën: hoe herken je ze en wat is het verschil?


Als zwangere krijg je te maken met heel wat pijntjes hier en krampjes daar. Maar kramp in je buik hoeft echt niet gelijk te betekenen dat de bevalling is begonnen. Hoe herken je échte weeën en wat zijn die harde buiken, indalingsweeën en naweeeën dan precies? Wij leggen het je uit.

Harde buiken

De naam zegt het al: je buik voelt hard aan, alsof er een bowlingbal in zit. Dit komt door het samentrekken van de spieren van je baarmoeder. Vanaf ongeveer 24 weken kun je hier ‘last’ van krijgen, en bij een tweede of derde zwangerschap voel je ze eerder of heftiger dan wanneer je voor het eerste zwanger bent. Harde buiken worden ook wel oefenweeeën of voorweeën genoemd genoemd. Ze zijn niet pijnlijk, maar meer onaangenaam, en volgen niet sneller op elkaar of worden sterker (wat bij weeën wel het geval is). Harde buiken komen onregelmatig, voel je meestal bovenin je baarmoeder en kunnen lang zijn of heel kort. Ze verdwijnen weer als je rust neemt; ga dus even onder de douche staan, neem een warm bad of nestel jezelf op de bank met een warme kruik als je last hebt van harde buiken.

Schadelijk voor jou of je baby zijn niet, maar vaak wel een teken van je lichaam dat je rustiger aan moet doen. Harde buiken komen vaak na een prikkel. Dus wanneer je baarmoeder hard groeit (vaak rond de 20e week wanneer je een zwangere buik krijgt en aan het einde van je zwangerschap als je baby een groeispurt maakt), je baby lekker aan het trappelen is, na het vrijen of wanneer je zelf druk bent of je inspant (snel lopen, bukken, tillen, opstaan etc). Harde buiken kunnen ook veroorzaakt worden door een urineweginfectie of blaasontsteking. Laat jezelf bij twijfel even testen bij de huisarts.

Wanneer kunnen harde buiken wel kwaad? Als je naast harde buiken ook last hebt van bloedverlies en/of vochtverlies of wanneer ze sneller op elkaar komen, heviger worden, of pijnlijk zijn, dan moet je direct je verloskundige bellen.

Indalingsweeën

Vanaf 34 weken kan je baby gaan indalen; het hoofdje zakt in het bekken. Hij of zij neemt de startpositie aan voor de bevalling. Dit kan een beetje pijnlijk zijn en aanvoelen als menstruatiekramp, een soort krampen en steken in je onderbuik. Soms voel je ook een plotselinge stekende pijn in je lies of vagina. Net als harde buiken, komen indalingsweeën onregelmatig en worden ze niet heviger. Vaak nemen ze na een uurtje weer af. Zo niet of bij bloedverlies: bel je verloskundige!

Als je baby al vroeg is ingedaald hoeft het niet te betekenen dat je ook vroeg gaat bevallen. Sommige baby’s dalen pas een week voor de bevalling of tijdens de bevalling zelf in. Zeker bij een tweede of derde kindje kan dit het geval zijn. Wanneer en of je indalingsweeën hebt zegt dus nog niks over je bevalling.

Het echte werk: ontsluitingsweeën

En dan mag je na al die onzekere, vage en ongemakkelijke pijntjes dan écht aan de slag: je hebt ontsluitingsweeën. Zodra je die eerste echte wee voelt weet je zeker dat dit the real deal is. Vaak is het zo dat zolang je twijfelt of het wel begonnen zou kunnen zijn, er nog niks aan de hand is. Ontsluitingsweeën voel je meestal in je buik, maar kun je ook in je benen of rug voelen. Als een soort golf trekt de wee door je hele buik, zo’n 60 tot 90 seconden en om de 4 tot 5 minuten. Langzamerhand worden deze weeën sterker, en dus nog pijnlijker, en volgen ze elkaar sneller op. Hopelijk niet te snel zodat je niet meer op adem kunt komen, want dan zit je in een weeënstorm. De ontsluitingsweeën moeten er uiteindelijk voor gaan zorgen dat je baarmoedermond open gaat van 0 naar 10 centimeter ontsluiting en je je baby eruit mag gaan persen. Onthou dus: met elke wee die voorbij is ben je een stapje dichterbij je baby. Of zoals bevalgoeroe Carita Salomé dat zo leuk zegt: “deze wee komt nooit meer terug” (en dan al puffend op de melodie van altijd is Kortjakje ziek).

Persweeën

En dan voelt het alsof je opeens heel erg nodig moet poepen: de persweeën zijn gearriveerd. Het hoofdje van de baby zit nu zo diep in het bekken dat je het gevoel krijgt dat je mee moet duwen. Je lichaam helpt je als het ware dus een beetje mee. Dit heet persdrang. Niet alle vrouwen voelen die persdrang overigens. Soms moet je zelf meepersen tijdens een wee. Het kan ook zo zijn dat je al persweeën voelt maar nog geen volledige ontsluiting hebt, en dus nog niet mee mag gaan persen maar ze weg moet puffen.

Naweeën

Deze weeën zijn gelukkig veel minder vervelend dan het echte werk, maar kunnen toch nog behoorlijk pijnlijk zijn. Naweeën zijn er om je placenta te doen loslaten en geboren te laten worden, én zorgen ervoor dat je baarmoeder kleiner wordt in die eerste dagen na je bevalling. Schrik dus niet als jij op dag 3, wanneer je heerlijk in je bed ligt met je kersverse baby op je buik, opeens weer megakrampen in je buik krijgt. Nee, er zit er echt niet nog eentje in, het is doodnormaal en nodig om je baarmoeder te doen laten krimpen. Na een eerste bevalling hoef je hier geen last van te hebben, na een tweede of derde keer vaak wel. Helaas kun je hier niet zoveel tegen doen. Maar je mag gerust paracetamol slikken tegen de pijn, ook als je borstvoeding geeft.

Lees ook: 12 dingen die mensen tegen je zeggen als je thuis wil gaan bevallen