Aan de verpleegkundige met de bruine ogen: ‘Je hielp me door mijn bevalling’
Een bevalling is een heftige gebeurtenis. Dan heb je iemand nodig die je er doorheen sleept. En soms is dat niet je man, maar iemand anders. Zoals de verpleegkundige die opeens aan Vala’s bed stond.
Lieve verpleegkundige,
Ik heb geen idee hoe je heet. Waarschijnlijk heb je het me wel verteld, maar ik heb het niet onthouden. Ik was op dat moment veel te druk met niet in paniek raken bij het overweldigende gevoel van mijn dochter die zich met grof geweld door het geboortekanaal naar beneden perste. Wat ik me wel kan herinneren is dat je er ineens was. Naast mijn bed. Waar je zo plotseling vandaan gekomen was, weet ik niet, maar ineens was je daar. Zag ik je staan terwijl mijn man en de gynaecoloog probeerden me in dat bed te krijgen, omdat ik moest gaan persen. Ik riep dat ik het niet kon, dat ik niet wist hoe ik op dat bed moest komen met die helse pijn. Dat ik flauw ging vallen en moest kotsen. Maar het lukte toch. En toen draaide ik mijn hoofd naar links, zag jou en werd jij werd mijn baken.
LEES OOK: Waarom mijn bevallingen zowel de mooiste, als de gruwelijkst ervaringen van mijn leven waren.
Donker haar in een lange staart had je en sproetjes op je wangen. Maar wat ik me vooral herinner zijn je ogen. Bruine ogen, of eerder karamelkleurig, met kleine stippeltjes erin. Ze keken me aan vol vastberadenheid en empathie. Mijn blik kruiste die van jou en ik heb me aan je vastgeklampt. Niet letterlijk, maar figuurlijk. Het enige dat voor mij nog bestond waren jouw ogen. Jouw ogen die zonder woorden tegen me zeiden dat ik door moest gaan. Dat ik het kon. Ik ben erin verdronken, in jouw ogen, omdat ze op dat moment het enige waren dat nog bestond. Ik herinner me verder niets meer, weet niet waar mijn man was op dat moment, wie er verder nog in de kamer waren, wat er om mij heen gezegd en gedaan werd. Het enige dat ik me nog herinner zijn jouw ogen en hoe jouw blik mijn enige houvast was. Omdat die blik zei dat het goed kwam.
Toen mijn dochter geboren was, was jij plotseling weg. Ik weet niet waar je heen bent gegaan. Het is alsof je opgelost bent in het niets op het moment dat ik je niet meer nodig had. Soms vraag ik me weleens af of ik me misschien verbeeld heb dat je naast me hebt gestaan, maar ik weet dat dat niet zo is, omdat jij me er doorheen hebt gesleept. Natuurlijk, ook mijn man en de gynaecoloog hebben me bijgestaan, maar op die laatste, heftigste momenten waren het jouw ogen die mij de rust en de kracht gaven om mijn dochter op de wereld te zetten. Was het jouw aanwezigheid die me gerust stelde, ervoor zorgde dat ik mezelf niet verloor in de paniek die zich van mij meester probeerde te maken. Jouw ogen die een rots in de branding vormden, waar ik me aan vast kon klampen. Zoals een ballerina, om ervoor te zorgen dat ze niet omvalt, een ijkpunt nodig heeft om zich op te concentreren tijdens een eindeloze pirouette.
Als ik terugdenk aan die dag voel ik me soms schuldig omdat ik je niet eens heb bedankt voor wat je hebt gedaan. Dat ik je niet heb kunnen laten weten hoe belangrijk je voor me geweest bent. Ik heb je niet eens gedag gezegd. Dat is voor jou waarschijnlijk heel normaal, want jij begeleidt dagelijks bevallingen en bent dus de steun en toeverlaat voor heel veel moeders, maar voor mij voelt het toch raar. Alsof ik niet echt heb gewaardeerd wat je voor me hebt gedaan. Maar dat is niet zo. Je hebt me er doorheen gesleept en ondanks dat ik het nooit tegen je heb kunnen zeggen, hoop ik toch dat je dat weet. Ik zal dat nooit vergeten. Dus, lieve verpleegkundige: dankjewel.
LEES OOK: Waarom je beter geen verwachtingen kunt hebben van je bevalling.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.