Tien opmerkingen die mensen maken als je enorm aankomt tijdens je zwangerschap
Toen Mirjam zwanger was, kreeg ze heel wat opmerkingen (veelal omtrent omvang) naar haar hoofd geslingerd. Ook na haar bevallingen kreeg ze nog veel over zich heen. Helemaal niet leuk, vooral als je nog zo hormonaal en overgevoelig bent. Hieronder de meest dodelijke uitspraken op een rijtje:
Lees ook: 14 dingen die best wel overschat zijn aan zwanger zijn
- MET STIP OP NUMMER ÉÉN: ‘Weet je zeker dat het er geen twee zijn?’ Echt waar lieve vrouwen; of de mensen nu jong of oud, slim of dom, leuk of minder leuk zijn, iedereen, maar dan ook iedereen (zelfs mijn huisarts) maakte deze grap, die dus niet grappig is!!! Natuurlijk weet ik dat zeker; ik heb toch echo’s laten maken? Wat moet je hier in hemelsnaam op antwoorden????
- ‘Ik heb wel met je te doen hoor, toen ik zwanger was, zag je dat niet eens, al helemaal niet van achteren’. Ja, niet iedereen heeft zo’n klein bol buikje dat pas bij week zeven en dertig een keer monsterlijke vormen aanneemt. Bij sommige mensen, zoals ik, is het bij acht weken al zichtbaar dat er iemand in je huist.
- Of deze: Hoe ver ben je? Drie maanden? Als je pas zes weken bent.
- Dertig kilo? Ben je echt dertig kilo aangekomen? Hoe kan dat in hemelsnaam? Ik maar twaalf.
- ‘Jezus, wat ben je nog dik!’ Mijn broertje op kraamvisite als ik de deur open doe.
- Voor het eerst uit eten met mijn schoonvader zeg ik na twee glazen wijn: ‘Ik moet echt weer even wennen geloof ik, ben nu al aangeschoten’ Hij: ‘Dat is gek, dat zou je toch moeten kunnen hebben met jouw postuur.’
- De irritante buurman, een paar maanden na mijn bevalling van Boris: ‘Ben je weer zwanger? Ik: nee, de baby is er net uit. Hij: Oh. En wat gaan we daar aan doen?’ Wat. Gaan. WE. Daar. Aan. Doen. PARDON? Jou om zeep helpen misschien?
- De yogaleraar die bij mijn eerste les vraagt of ik zwanger ben, terwijl Boris al drie (!) is.
- De dame in de lingeriewinkel, als ik, drie maanden na de geboorte van Jesse, een hemdje kom kopen dat enigszins mijn rondingen moet verhullen vanwege die bruiloft die er aan zit te komen: ‘Dat moet er wel af hoor’, zegt ze, terwijl ze in één van mijn vetrollen knijpt en er afkeurend en vol ongeloof naar kijkt. ‘Want anders?’ Denk ik, compleet in shock en niet in staat om iets gevats terug te zeggen.
- En dan op tien de ergste, want op kinderen kun je niet boos worden, helemaal niet als het niet de jouwe zijn: Waarom heb je zo’n dikke buik? Zit er een baby in? Ik: Nee, de baby is er al uit, die heb je toch net gezien binnen? Kind: Ja, maar je buik is nog steeds dik. Au.