Lotte over haar bevalling – een achtbaan vol drama en emoties

08.01.2025 10:28
12 dingen die niemand je vertelt over bevallen


Mijn bevalling zou een magisch moment worden. Dat had ik mezelf al maanden verteld. Ik had de perfecte playlist gemaakt, kaarsen klaargezet voor thuis, en visualiseerde hoe ik rustig zou puffen terwijl ik mijn kindje op de wereld zette. Nou, laat me één ding zeggen: die illusie werd sneller verbrijzeld dan een wijnglas op een tegelvloer.

Het begon rustig. Ik was precies 39 weken zwanger toen de eerste weeën begonnen. “Dit kunnen we,” zei ik tegen mijn man, die erbij liep alsof hij óf moest overgeven óf flauw ging vallen. En eerlijk, in het begin dacht ik ook dat ik het wel aankon. Maar dat was voordat de storm écht losbarstte.

De weeënstorm

Ik had gelezen over weeën: ze zouden geleidelijk sterker worden met pauzes ertussen. Tijd genoeg om te ademen, dacht ik. Maar nee hoor, mijn lichaam had besloten om meteen de turbo aan te zetten. Het voelde alsof ik door een cementmolen werd gehaald. “Blijf rustig ademhalen,” hoorde ik mijn man zeggen, terwijl hij een beetje hulpeloos op een yogabal tikte. Als blikken konden doden, had hij het niet overleefd.

Uren later – althans, het voelde als uren – besloot ik dat ik niet meer kon. “Ik wil een ruggenprik!” gilde ik. Maar omdat ik thuis was begonnen, moest ik eerst naar het ziekenhuis. Een rit die voelde als een helse achtbaan over kinderkopjes.

In het ziekenhuis: paniek alom

Eenmaal aangekomen in het ziekenhuis leek het alsof alles om me heen in slow motion ging. De verpleegkundige stelde vragen, ik hoorde mijn man antwoorden, maar ik kon alleen maar denken: waar is die verdraaide ruggenprik?. Toen eindelijk de anesthesist kwam opdagen, voelde het alsof ik gered werd door een engel. Helaas bleek het feest van korte duur: de ruggenprik werkte niet volledig. Serieus, wát zijn de kansen?

De pijn bleef intens, alsof iemand een bowlingbal door mijn bekken probeerde te duwen. Het enige wat ik nog kon uitbrengen was een serie van onsamenhangende kreten. Mijn man probeerde me ondertussen te troosten met woorden zoals “Je doet het zo goed.” Ik wilde hem bijten.

Het moment suprême

Na uren van ploeteren was het zover: ik mocht persen. Maar in plaats van een bevrijdend gevoel voelde het alsof ik tegen een muur aan het duwen was die niet mee wilde werken. “Ik kan dit niet,” schreeuwde ik, terwijl mijn verloskundige riep dat ik juist perfect bezig was. Op dat moment haatte ik iedereen in de kamer.

En toen – alsof de hemel opende – voelde ik de laatste pers. Een helse, allesverscheurende pijn, gevolgd door… stilte. En toen: een babyhuil. Het geluid waar ik al die uren voor had gevochten.

De nasleep: emoties all over the place

Toen ze mijn dochter op mijn borst legden, barstte ik in huilen uit. Niet van blijdschap alleen, maar ook van pure uitputting en ongeloof. Hoe kon dit kleine wezentje, dat eruitzag alsof ze rechtstreeks uit een sciencefictionfilm kwam, verantwoordelijk zijn voor zoveel pijn?

Later, toen ik weer kon nadenken, besefte ik dat het allemaal zo ontzettend de moeite waard was. Maar eerlijk? Ik zal nooit de moeder zijn die zegt dat haar bevalling een “mooie ervaring” was. Het was dramatisch, intens, en tegelijkertijd het meest indrukwekkende wat ik ooit heb meegemaakt.

Een moment van reflectie

Nu, een paar maanden later, lach ik soms om de chaos. Maar ik voel ook trots. Trots op mezelf, op mijn lichaam dat dit heeft doorstaan, en op mijn man die – ondanks mijn moordlustige blikken – mijn hand bleef vasthouden.

Bevallingen worden vaak geromantiseerd, maar de waarheid is dat het oké is als het niet perfect of “magisch” is. Het is rauw, chaotisch, en soms ronduit belachelijk zwaar. Maar als je dat kleine mensje vasthoudt, vergeet je alles – al is het maar voor even.