Een op de negen vrouwen ervaart na haar bevalling symptomen van een postnatale depressie. Ja echt, een op de negen. Daarom is het heel belangrijk dat je deze gevoelens leert herkennen. Zowel bij jezelf, als bij anderen.
De meest voorkomende (en opvallende) symptomen van postnatale depressie zijn bekend: extreem verdriet, twijfel en angsten en vermoeidheid en slapeloosheid. Maar er blijkt een signaal te zijn dat nog vaak over het hoofd wordt gezien: woede.
Uit een nieuw onderzoek van de University of British Columbia (UBC) blijkt dat woede of intense prikkelbaarheid als symptoom vaak wordt genegeerd. Onderzoekster Christine Ou: ‘We moeten woede zien als een alarmsignaal. Natuurlijk is boosheid een normale emotie die we allemaal wel eens hebben, maar snel en veel boos worden kan een indicatie zijn dat er iets aan de hand is, en er iets moet veranderen.”
De onderzoekers analyseerden 24 studies naar postnatale depressie die de afgelopen 25 jaar zijn gehouden, en concludeerden dat postnatale depressie vaak samengaat met gevoelens van woede. Dit komt omdat de vrouwen vaak boosheid ervaren over het feit dat de kraamtijd hun eerste tijd als moeder helemaal niet stroken met de verwachtingen die zij hiervan hadden. De machteloosheid en schaamte die zij hierdoor ervaren, wakkert deze boze gevoelens vaak nog extra aan.
Christine Ou heeft een theorie waarom woede eerder niet altijd werd opgepikt als teken van postnatale depressie: ‘Cultureel gezien zijn we niet gewend aan de emotie woede, omdat het impliceert dat je de controle bent verloren – vooral bij vrouwen. Daarom zullen we dit niet snel laten zien aan de buitenwereld. Het is moeilijk voor vrouwen die zich depressief voelen om dit bij zichzelf te herkennen, als er woede voor zit. Ze denken: ik voel me niet verdrietig, ik voel me boos!’
Christine: ‘We moeten ons realiseren dat postnatale depressie niet alleen resulteert in een teneergeslagen, timide humeur. Het is belangrijk dat vrouwen herkennen dat woede een signaal van PND zou kunnen zijn, en misschien nog wel belangrijker dat artsen dit ook weten. Zo kunnen ze eerder ingrijpen, zelfs als vrouwen zelf misschien nog niet doorhebben wat er aan de hand is.’