Dilemma: wat doe je als je baby geboren wordt met 24 weken?

03.02.2015 14:45


Als je kind met 24 weken ter wereld komt, kunnen artsen alles in werking stellen om je baby te redden. Maar is dat ook de beste beslissing? Dat vraagt Brenda van Osch zich af in haar boek Het onvoltooide kind. Haar 12-jarige dochter werd veel te vroeg geboren en is meervoudig gehandicapt.

Rood en licht doorschijnend, als een pasgeboren konijntje. Onaf en perfect tegelijk. Zo beschrijft Brenda van Osch de eerste aanblik van haar dochter Eva, die in 2002 veel te vroeg werd geboren. Eva woog 680 gram, minder dan een pak suiker. In Het onvoltooide kind vertelt Brenda over de gebeurtenissen die volgen: de heftige maanden op de intensive care en de jaren daarna waarin langzaam duidelijk wordt hoeveel handicaps en problemen Eva heeft. Het meisje is doof, autistisch en verstandelijk beperkt.

Negen jaar later stapt Brenda van Osch opnieuw een afdeling neonatologie binnen – maar nu als journalist. De behandelgrens voor te vroeg geboren baby’s is dan net verlaagd naar 24 weken. In het Academisch Medisch Centrum volgt ze enkele extreem vroeg geboren baby’s en hun ouders en zit ze aan tafel als het artsenteam beslist over leven en dood. In indringende gesprekken met de betrokkenen stelt ze de vragen die ze na haar dochters geboorte niet stelde. Hoe ver willen artsen gaan om prille levens te redden? Moet alles gebeuren wat medisch mogelijk is? Ook gaat ze de confrontatie aan met Eva’s dokter van toen en met zichzelf. Is ze blij dat haar dochter destijds gered is, of niet?

In Nederland worden jaarlijks zo’n 2500 baby’s veel te vroeg geboren. Met haar boek stelt Brenda ter discussie of 24 weken niet té vroeg is om een kind te redden.

 

Beeld: ThinkStock