De 7 fasen van slaap als je hoogzwanger bent

16.06.2020 00:10
hypochonder


Slapen als je hoogzwanger bent is best een uitdaging. En dat is niet handig, want je bent al zo moe van de hele dag al dat extra gewicht meesjouwen! Toen Vala 35 weken zwanger was, zagen haar nachten er ongeveer zo uit. 

Lees ook: Vala en Mario gingen naar de BabyDump (en kwamen terug met een trauma).

  1. 19.00 Uur: hoop. Je hebt net thee gezet, maar realiseert je dan dat je eigenlijk te moe bent om die op te drinken. Bij de gedachte aan je lekkere warme bed loopt het water je spontaan in de mond. Vanavond gaat het lukken, denk je. Dit wordt ‘m gewoon. Kan niet missen. Likkebaardend sjor je je zwangerschapstuniek over je enorme pens en duikt je bed in. Aaah, zaligheid… Oogjes dicht en snaveltjes toe. Welterusten! Met een verlekkerde glimlach op je gezicht val je in slaap.
  2. 21.00 Uur: ademnood. Oke, op je rug liggen gaat dus niet. De baby drukt iets dicht ofzo, je begint langzaam sterretjes te zien. Nu is het zaak om op je zij terecht te zien te komen, voordat je flauw valt. Het is een kwestie van luttele seconden, dus snel handelen is geboden. Met één hak zet je je af tegen de matras en geeft jezelf een zwieper. Er lijkt weliswaar iets te knappen in je lies, maar je ligt in ieder geval niet meer op je rug. Langzaam voel je de lucht terug je longen in stromen. Hijgend als een oud postpaard moet je een paar minuten bijkomen voordat de vlekken voor je ogen beginnen te verdwijnen. Duidelijk. Dan maar op je zij slapen.
  3. 23.00 Uur: versteviging. Verbeeld je het je nou, of zakt je buik steeds dieper weg in het matras? Je weet vrij zeker dat je de lattenbodem vervaarlijk hoort kraken onder het gewicht van die enorme toeter. Een stekende pijn schiet van onder in je buik naar boven. Wat het is, weet je niet, maar goed kan het niet zijn. Waarschijnlijk heeft de navelstreng zich drie keer om je darmen geknoopt en duurt het niet lang meer voor er sprake is van orgaanuitval. Er moet dus gestut worden. Met militaire precisie bouw je een fort van kussens om je zwangere lijf heen, met als de doel de boel op z’n plaats te houden. Zijn de kussens eenmaal gepositioneerd, dan mag er onder géén voorwaarde meer bewogen worden. Ogen dicht en gáán.
  4. 01.00 Uur: kramp. Uit het niets ontstaat er een soort epileptische aanval in je onderstel. Hoe hard je je ook verbijt, je benen gaan een eigen leven leiden en trekken zich samen in spastische stuiptrekkingen waarmee je een doorgewinterde exorcist nog de stuipen op het lijf zou jagen. In paniek grijp je naar de nood-banaan die je sinds kort altijd op je nachtkastje hebt liggen (want: bevat veel magnesium) en probeert die, op je zij, in één keer naar binnen te schuiven, zonder dat je het fort van kussens om je heen aan het wankelen brengt. Wat jammerlijk mislukt, waardoor je uiteindelijk dus vogelvrij en stuiptrekkend in een bed vol bananenvlekken ligt.
  5. 03.00 Uur: interne mishandeling. Uitgeput van alle inspanningen voel je je logge lijf eindelijk langzaam wegzakken. Net als er een straaltje kwijl uit je mondhoek begint te druipen en je de poorten van dromenland achter je oogleden al op een kier ziet staan, word je genadeloos terug naar de realiteit geschopt. Letterlijk dus, want je baby geeft je een goedgemikte linkse directe vanaf de binnenkant. Als je een angstige blik onder het dekbed werpt (je verwacht namelijk een beetje dat die baby bezig is zichzelf er via je navel uit te klauwen), zie je je buik wild heen en weer schudden, terwijl allerlei babyledematen (echt, hoeveel benen heeft dat kind?!) je huid tot onwaarschijnlijke afmetingen lijken op te rekken. Wild getrap tussen je benen doet je vermoeden dat je bij de kleinst mogelijke beweging spontaan uit je vliezen scheurt. Je vraagt je serieus af of aangifte doen tot de mogelijkheden behoort.
  6. 05.00 Uur: capitulatie. Je lijf geeft het uiteindelijk uit pure wanhoop maar gewoon op, het interne licht gaat uit. Als een soort naar adem happende, aangespoelde potvis val je in een onmogelijke houding in slaap.
  7. 06.30 uur: wonderbaarlijke herrijzing. Nou ja, niet echt dus. Maar de wekker gaat. Je moet naar je werk. En de kinderen naar school. Hoe je uiteindelijk op kantoor komt, kun je je niet meer herinneren. Aan de buitenkant is niks te zien, alleen jij weet van de blauwe plekken op je ziel (en aan de binnenkant van buik). Als je denkt aan de naderende nacht staat het huilen je nader dan het lachen. Reikhalzend kijk je uit naar het moment dat je je baby eindelijk in je armen hebt. En je dus weer kunt slapen. Want baby’s slapen de hele tijd. Toch…?

Lees ook: 8 Zwangerschapskwalen die helaas permanent zijn.