16 Dingen die je echt gaat zeggen tijdens de bevalling
Natuurlijk ga je vragen hoe lang het ^%$#$% nog gaat duren. En tegen je man snauwen? waarschijnlijk. Dit zijn de dingen die je allemaal kunt gaan zeggen tijdens de bevalling.
LEES OOK: 12x Welkom bij de Club van Pas Bevallen Moeders
- Is het al begonnen?
Op het moment dat je deze vraag stelt, lijkt het een normale kwestie die je even wilt checken bij de verloskundige. Die je hebt laten komen omdat je – hoewel je in het foldertje had gelezen dat je pas na een paar uur regelmatige weeën hoeft te bellen – toch dacht dat het allemaal wel erg heftig aan het worden was. Achteraf besef je pas dat wie nog enigszins twijfelt of de bevalling is begonnen, de vraag met een luid nee kan beantwoorden.
- Ik wil dood.
Op zichzelf zou je zeggen dat het verruilen van je leven voor de eeuwige jachtvelden een vrij rigoureuze manier is om te ontsnappen aan een situatie die je op dat moment niet zo fijn vindt, maar toch, wees niet verbaasd als je op het punt komt dat dit serieus de beste optie lijkt. Garanties over tijdsduur kunnen we helaas niet geven (zie vooral ook punt 12), maar gebruikelijk is dat dit soort uitspraken zich voordoen aan het einde van de bevalling.
- Ik verveel me.
Je had je een toestand voorgesteld van extreme pijn, waarin aardse zaken als tijd er niet meer toe zouden doen. Maar nu zit je op krap aan twee centimeter ontsluiting, is het allemaal best te doen en kijk je stiekem naar je telefoon, je afvragend of het raar is om nog wat te Facebooken. Je durft het bijna niet te zeggen, maar je verveelt je eigenlijk te pletter. - Wat weet jij er eigenlijk van?
Je hebt echt een vertrouwen in haar gehad, al die maanden lang, maar nu het echte werk aan de gang is, vraag je je af of je verloskundige a, eigenlijk wel weet wat je doormaakt en b, ooit eerder een bevalling heeft gedaan. Want hoezo vraagt ze je om op je rug te gaan liggen om je ontsluiting te checken? Snapt ze dan echt niet dat je weeënopvangtechnisch uitsluitend nog op één been tegen de kast kunt hangen?!
- Rot op met die washand!
Je sleepte hem een beetje tegen wil en dank mee naar de verplichte partneravond, waar hij blijkbaar één ding opstak: in het heetst van de strijd, wil je vrouw een washand. Op haar hoofd, in haar nek, overal. Nu wil jij echt van alles en nog wat, maar DUS GEEN WASHAND, maak je hem niet al te subtiel duidelijk.
- Jij, dáder!
Hij doet echt z’n best, de schat, maar nadat je hem eerder al met z’n washandje de laan uit hebt gestuurd (zie punt 7), bedenk je ergens in het hele bevalproces dat het natuurlijk ook wel een beetje aan je man te wijten is dat je hier ligt te creperen. Voor rationaliteiten als ‘ja, maar we wilden het toch allebei’ is even geen plek. Je maakt hem uit voor dader en snauwt dat hij ergens anders moet gaan zitten met zijn koffie
- Ik ben moe.
Het is dat de pijn je wakker houdt, anders was je allang een tukje gaan doen. Want manmanman, wat is dat bevallen vermoeiend. En dan is er straks ook nog iets met gebroken nachten, maar daar denk je nog maar even niet te veel over na.
- Ik wil niet meer.
Een van de meest gebruikelijk en tevens meest zinloze uitspraken tijdens een bevalling. Gevalletje pech gehad, zeg maar.
- Ik heb honger.
Op een of andere manier had je er van tevoren niet over nagedacht dat bevallen een tijdrovende kwestie is en dat je in de tussentijd misschien weleens iets zou willen eten. Dus zit er niks eetbaars in je ziekenhuistas en vraag je je af of je de verpleegkundige kunt laten komen om een boterham te vragen.
- Hoe lang duurt het nog?
Iedereen zal begrijpen dat je dit graag wilt weten, niemand zal je antwoord geven. Hooguit je man die je graag een opkikker wil geven, maar zijn optimistische ‘hij is er bijna, schatje’ wordt meteen door de verloskundige afgestraft.
- Haal een dokter.
Er komt een punt dat je je op z’n zachtst gezegd wat eh… onbegrepen voelt door de andere aanwezigen in de kamer. Je man kan nog zo begrijpend over je arm aaien en de verloskundige doet echt haar best met meepuffen, maar jemig de pemig, snappen ze dan niet hoeveel PIJN dit doet? Je besluit dat dit niet normaal kan zijn en vraagt om (lees: eist) een dokter.
- Ik moet NU iets tegen de pijn.
Kan jou het schelen dat je pas anderhalve centimeter ontsluiting hebt en dat je je had voorgenomen dit varkentje zonder allerhande medicatie te gaan wassen. Je wilt / vraagt / eist een algehele narcose. Op z’n minst.
- Weet ik veel of ik iets wil drinken.
Oké, oké, in het normale leven, in een ander universum, is het vast een heel normale vraag. Maar nu voelt het een beetje alsof iemand je heeft opgedragen de stelling van Pythagoras uit te leggen terwijl je intussen alle priemgetallen opnoemt, of zoiets. Of ik iets wil drinken? Weet ik veel?!
- Nee, die is resérve!
Ook al word je enigszins in beslag genomen door die weeën, je kijkt natuurlijk wel met een schuin oog toe als je man / de verloskundige / de kraamverzorgster / de verpleegkundige zo richting het einde van de bevalling alvast de superschattige babykleertjes klaarlegt die jij na lang wikken en wegen hebt gepromoveerd tot Het Eerste Pakje. Totdat je ziet dat niet dat pakje, maar het reservesetje er met de eer vandoor lijkt te gaan en je tussen twee weeën door nog even wat instructies de kamer in hijgt.
- Heb ik gepoept?
Ja, je weet het: het gebeurt heel vaak, het is zelfs goed en de verloskundige haalt het zo, hop hop, weg voordat iemand het heeft gemerkt. Maar toch beschouw je het als een kwestie, waar je achteraf meteen antwoord op wenst: is je grootste nachtmerrie waarheid geworden of niet?
- Oh MY GOD, IK HEB EEN BABY!!!
LEES OOK: Deze verrassingen staan je te wachten meteen na de bevalling…
Niets meer missen?
Meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief!