Zullen we het tóch nog even over die borstvoeding hebben…?
Laatst schreef Vala een stukje over borstvoeding. Of eigenlijk vooral over de druk die daar omheen bestaat. En de ruzies die we daar als moeders steeds maar met elkaar om hebben. Door de criticasters werd geroepen dat dat onzin was, dat het met die druk wel meevalt. Dat wij de voedende moeders ervan betichten van de ‘maffia’ te zijn. Maar weet je, die druk is er dus gewoon wél, hoe je het ook wendt of keert. En het enige dat wij zouden willen, is dat dát ophoudt.
Oke, laten we het meteen even heel duidelijk maken: Vala en wij, als Me to We, zijn dus NIET tegen borstvoeding. Helemaal niet. Dus iedereen die nu weer klaar staat met de fakkels en de hooivorken: rustig aan. Wij zijn NIET anti. Wij zijn zelfs gewoon wel pro. Ja, ik, Vala, ook dus. Want weten jullie, beste moeders, ik heb mijn kinderen dus gewoon ook zelf gevoed, hoor. Ja ja, echt waar. Op de één of andere manier is de mythe dat dat niet zo is de wereld in geholpen, maar dat klopt dus niet. Mijn zoon heeft weliswaar niet ‘live’ aan mijn borst gelegen, want dat ging niet. Het deed zoveel pijn en hij viel zoveel af, dat ik ben gaan kolven. Drie maanden lang, twaalf keer per dag. Naast de flesvoeding die hij kreeg en die nodig was om hem, nou ja, in leven te houden. Een professionele ziekenhuiskolf kwam eraan te pas, meerdere lactatiedeskundigen, borstvoedingstheetjes, kruiden, you name it, I’ve tried it. En weet je waarom? Omdat ik het gevoel had dat het MOEST. Maar ik werd er niet gelukkig van.
En dat dat idee, dat het moest, dat was niet door mij zelf verzonnen. Nee, dat was mij opgedrongen. Door de maatschappij waarin wij leven. Door de babyboeken, de verloskundigen, verpleegkundigen, gynaecologen, lactatiedeskundigen en de commercie. En ik was daarin niet alleen. Dat had ik toen niet door, maar inmiddels wel. Nadat ik onverhoopt de krant had gehaald met mijn betoog, stroomden de e-mails binnen. Van moeders die hetzelfde hadden meegemaakt als ik. Die hadden willen voeden, maar bij wie het simpelweg niet lukte. En die, verteerd door schuldgevoel, uitgekotst werden door de maatschappij en de professionals, degenen die hen hadden moeten helpen, steunen en geruststellen. In plaats van te veroordelen. Maar: borstvoeding MOET. Je kunt lullen wat je wilt, maar dat is wat onze maatschappij haar moeders oplegt.
Een kraamverzorgster mailde mij dat zij de moeders bij wie zij thuis kwam, niet eens mócht adviseren over flesvoeding. Want dat was tegen het protocol. “Er waren moeders die mij huilend toestémming vroegen om alsjeblieft te mógen flesvoeden”, schreef ze mij. Toestemming. Hoe bizar is dat? Alsof je zelf, als moeder, geen recht hebt te beslissen over jóuw lijf en jóuw baby. Daar hebben ze een woord voor hoor, en weet je wat dat is? Indoctrinatie. Als je informatie zoekt over flesvoeding, bijvoorbeeld op de website van een voedingsmerk, moet je eerst een pop-up wegklikken, waarin groot staat ‘Borstvoeding is het beste voor je kindje’. En dat je, mocht je tóch willen overstappen op flesvoeding, dat eerst met je huisarts moet overleggen.
“Mijn verloskundige werd heel boos, toen ik zei dat ik geen borstvoeding wilde geven” schreef een andere moeder mij. En hoe slecht ze zich toen voelde over zichzelf. En de verhalen bleven steeds maar komen, dagenlang. Van verontwaardigde moeders die op de pakken flesvoeding in de winkel zien staan dat dat je je kindje eigenlijk minstens zes maanden borstvoeding DIENT te geven, omdat dat ‘het beste’ is. En die op hun kop krijgen van de verloskundige als ze de mogelijkheid van de fles ook maar durven te opperen. Maar nee hoor, dat legt er dan geen druk op? Kom nou, dat is toch gewoon onze koppen in het zand steken?
Met vaders heb ik ook gesproken trouwens, die bij me kwamen om te vertellen hoe verbaasd ze waren over de strijd waarin hun vrouwen plotseling verwikkeld waren. Over hoe ze lijdzaam moesten toezien hoe hun geliefden borstontsteking op borstontsteking kregen, hoeveel pijn ze hadden en hoe hun kraamperiode volledig naar de gallemiezen ging, alleen maar omdat ze geen ‘slechte moeder’ wilden zijn. “Stond ik daar weer koolbladeren en compressen in de beha van mijn koortsige vrouw te stoppen, terwijl ze verging van de pijn” vertelde een papa mij verontwaardigd. Hij snapte er werkelijk helemaal niks van. Want al die ellende, is dat nou echt nodig? Nee dus, wat ons betreft echt niet.
De issue die wij, ik, hier aan de kaak proberen te stellen is dus NIET de vraag wat er beter is, borst of fles, of wie het beter doet. Want daar gáát het helemaal niet om. Wat het punt is, is die ongelooflijke druk die moeders tegenwoordig voelen, om die borstvoeding maar koste wat het kost te laten slagen. Ook als ze er zelf aan onderdoor gaan, er doodongelukkig van worden, of het simpelweg niet willen. Dat die druk gewoon wel dégelijk bestaat en dat we dáár vanaf moeten. Want als er dan érgens druk op zou moeten liggen, laat het dan maar hierop zijn: dat wij, als moeders, meer vertrouwen krijgen in onszelf en onze eigen keuzes. En dat helemaal niets of niemand ons zou moeten kunnen opdringen, wat die keuzes zouden moeten zijn.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.