Zo voed ik op: ‘Als je mijn methode een naam wil geven, is het ‘liever lui dan moe’’
In de serie ‘Zo voed ik op’. Deze week Pien (34), moeder van een zoon van 5 en een dochter van 2.
‘De huppeldehup-methode, expert die-en-die, een of andere nieuwe hype uit Amerika: het lijkt wel alsof iedereen tegenwoordig opvoedt volgens de wijsheid van een of ander goeroe of studie. Vriendinnen doen niet anders, ze wisselen zelfs boeken uit en zeggen dat ze het beste van verschillende methodes combineren. Nou, ik doe niet mee. Ik grap weleens dat als je mijn methode een naam wil geven, je uitkomt op ‘liever lui dan moe’.
Dan ben ik namelijk. Ik vind opvoeden best intensief en kies daarom graag de weg van de minste weerstand. Voordat iedereen nu gaat roepen ‘Nou, lekker kind zal je daarvan krijgen, hè’, ik heb heus wel regels. Heel normale dingen: niet slaan, sorry zeggen, zelf je speelgoed opruimen – dat doen we hier echt. Maar om me nou te gaan bezighouden met het effect van het woord nee op mijn kinderen, of de schadelijkheid van een keer stevig uitvallen als ze voor de driehonderdste keer elkaar de hersens inslaan, of de langetermijneffecten van televisiekijken voor vijf uur ’s middags – nou, nee.
LEES OOK: Zo voed ik op: ‘Ik vind: met zelfredzaamheid kun je niet vroeg genoeg beginnen’
Als mijn kinderen het bloed onder mijn nagels vandaan halen, schreeuw ik tegen ze dat ze nu echt moeten kappen. Als ze ’s avonds voor de vierhonderdste keer uit bed komen, doe ik de deur op slot (en heus weer open als ze slapen). Als ze ’s ochtends niet willen ontbijten terwijl we haast hebben, zet ik ze voor de televisie. Nick Jr. aan en die boterham gaat er met gemak in. En o ja, wil ik ’s middags even lekker op de bank facebooken, dan hou ik de kinderen zoet met M&M’s. Is dat verantwoord? Vast niet, maar zo ben ik zelf ook opgegroeid en ik heb daar, voor zover ik weet, geen schade van opgelopen. Ik denk gewoon: waarom zou ik moeilijk doen? Ja, veroordeel me, maar stress heb ik niet en dat vind ik heel wat waard.’
Lees ook: Zo voed ik op: ‘Ik stop mijn kinderen elke dag in de draagdoek, ook al zijn ze 3 en 1’