“Zeg, wat voor soort moeder ben jij eigenlijk?” Franke weet het antwoord niet.
Franke zat nét op een heerlijk stukje brie te knabbelen toen iemand haar vroeg: wat voor moeder ben jij? Het gekke: ze kon er geen antwoord op geven, op die vraag. En daar zat ze, met d’r mond vol tanden (en kaas).
Het was laat. Ik was doodmoe. Ik was op een gezellige borrel geweest, en met een vriendin en een oud-collega besloten we het gedruis nog even voort te zetten in een ander horeca-etablissement. We bestelden wijn, een dikke kaasplank en een grote fles water. We kletsten over van alles en nog wat. Het werk, relaties, the usual. En toen was daar ineens die vraag, de vraag die me sindsdien lange tijd bezig heeft gehouden: wat voor moeder ben jij eigenlijk?
Lees ook: 16 Typen ouders die je ontmoet als je kinderen krijgt.
De vraag werd gesteld door de oud-collega, of eigenlijk: oud-baas. Een stoere vrouw, die haar weg naar de top had gewerkt. Voorzien van dikke carrière, mooi huis, en een visie met een grote V. Ze keek me een beetje streng aan, ondanks de bellen wijn, en stelde dus die vraag: wat voor moeder ben jij? Ik verslikte me bijna in mijn plakje brie. En ik moest even schakelen van na-borrelen met teveel chardonnay in mijn wattige flikker naar; Oh, er word me nu een serieuze vraag gesteld. Ik probeerde zo goed en zo slecht als het kon de radartjes in mijn hoofd weer te laten bewegen, maar een goed geoliede machine werd het niet meer in mijn bovenkamer. Ik was verstoken van een gevat antwoord. Niet in de laatste plaats omdat ik er gewoon nog nooit zo over had nagedacht, over wat voor soort moeder ik was.
Natuurlijk kon ik wel een beetje bedenken wat voor moeders er tegenwoordig zijn. De blonde bakfietsmoeders met karren vol kinderen en een al gezelligheid, attachment parenters die het liefst jaren borstvoeden, de golf van Kritische Ouders die aan alles twijfelen, vooral aan vaccineren, de moedermoeders die heel veel doen op school en heel veel tijd met de kinders doorbrengen. Maar ik vond het allemaal niet op mij van toepassing, omdat ik nooit ergens een bewuste keuze had gemaakt om een bepaald ‘soort’ moeder te worden, met een duidelijke strategie, in een bepaald stramien. Ik wilde gewoon een baby en sindsdien stond ik op standje ‘overleven met die handel’, daar was ik al druk genoeg mee. ‘Kijk, da’s nou typisch zo’n en zo’n moeder, dat zie je zo,’ droop dus duidelijk niet van me af.
Wat ik deed, daar boven die kaasplank: ik begon een onsamenhangend verhaal. Over dat ik soms streng was, met bijvoorbeeld tafeldekken, maar dat ik mijn kinderen ook ruimte gaf. Ik babbelde maar wat, en ik baalde. Omdat ik gewoon een duidelijk verhaal de ether in had willen slingeren. Was het de jaren zeventig geweest, en hadden we op dat moment rokend en drinkend ergens in een oranje, wollige zitkuil gezeten (de heerlijkheid!), dan had ik wellicht nog half stoned kunnen uitbrengen: ‘Ik heb Dr. Spock niet gelezen.’ En dan was de kous daarmee af geweest. Want er was toen maar één opvoedmethode. Of niet. Lekker duidelijk. Nu heb je veel meer te kiezen, veel meer te lezen, veel meer te onderzoeken, veel meer om voor te gaan. En dat is fijn, natuurlijk. En het is ook verdomde handig om te weten waar je achterstaat, en waar niet. Niet alleen wat betreft je moederschap, maar ook qua politieke voorkeur, je baan, noem maar op. Ik geloof oprecht dat je, als je dat allemaal een beetje weet, je je leven meer richting kunt geven. En dat je met een sterker gevoel in je donder dingen voor elkaar krijgt, uitstraalt, noem maar op.
Ik dacht er veel over na, de dagen en weken die erop volgde, wat minder beneveld door de alcohol. Nuchter. En nog steeds heb ik geen pasklaar antwoord. Net zomin als ik een duidelijke kledingstijl heb of een duidelijk uitgestippeld carrièrepad, heb ik ook niet echt één opvoedstijl zoals uit de boekjes. Dat was openbaring één. Ik heb wél inmiddels geformuleerd wat ik belangrijk vind bij het opvoeden: veel ruimte voor het ontwikkelen van de fantasie en creativiteit (dus verf maar lekker met die banaan op je velletje papier), maar wél met duidelijke regels wanneer we eten, slapen, etc. Een beetje keurige mensjes zou ik ook wel lekker vinden, dus omgangsvormen nemen we ook erin mee als belangrijk ding waar we niet mee fucken. Laten we het dus maar een eclectische mix van persoonlijke voorkeuren noemen: de keurigecreavibe. Wellicht niet helemaal handig omdat een bestaande methode nóg meer duidelijkheid verschaft, maar van teveel in het gelid word ik zelf hartstikke kriegelig en ik laat graag ruimte voor spontane smaak en zien wat de dag brengt. En zolang manlief en ik op één lijn zitten en we allemaal hier in huis snappen wat de regels zijn en waar de ruimte zich bevindt, ben ik tevreden.
Nu mijn carrièrepad en kledingstijl nog.
Lees ook: Wat voor type opvoeder ben jij? Check het hier.