Wanneer je net iets te vaak op je smartphone kijkt (BAD mommy!)
Franke heeft een goed voornemen: wat minder verslavend gedrag met haar mobieltje vertonen. Want al dat gekoekeloer op die telefoon, dat kan toch nergens goed voor zijn?
Lees ook: Wel of geen mobiele telefoon voor een 9-jarige?
Het was een gezellige herfstige avond. We zaten met zijn allen voor de open haard, heel idyllisch. En opeens gebeurde het: mijn zoontje had mijn telefoon te pakken, en hup!, flikkerde ‘m zo de brandende open haard in. Ik dook erachteraan, en twee seconden later kon ik opgelucht op Facebook melden dat mijn zoon mijn telefoon in de open haard had gegooid, maar ik ‘m gelukkig net op tijd had kunnen redden. Nog na smeulend kwam de ene like na de andere binnen. En wat voelde dat lekker, al die leuke reacties en likes. Totdat iemand me er fijntjes op wees dat mijn zoon er misschien iets mee had willen zeggen, in de trant van: mam, leg je telefoon eens even weg. Oeps!
Was ik daar even betrapt, want ja, ik kijk vaker op mijn mobiel dan me lief is. Gierend verslaafd ben ik niet hoor, zo kijk ik er echt niet op als we aan het eten zijn, bijvoorbeeld. Ik luister ook keurig naar de verhalen van mijn kinderen. Maar sinds ik er iets bewuster op let, valt het me wel op hoe vaak ik eigenlijk op mijn mobieltje aan het turen ben. Om te weten wat er in de wereld speelt. Of Trump nog iets geks heeft gedaan. Of er nog mensen zijn die mijn stukjes hier leuk vinden, ook altijd handig om te weten (want zo niet, dan zal ik toch een andere baan moeten zoeken). Als gevolg van de Tropenjaren ligt mijn sociale leven aan gort, dus in de kroeg kom ik niet zoveel, en mijn vriendinnen zie ik ook maar mondjesmaat. Borrelpraat/nieuwe liefdes/werkfrustraties/sappige roddels: alles deel ik via Whatsapp. Dat getik is stiekem hartstikke tijdrovend. Onhandig bovendien, want je reageert nooit op de laatste opmerking, maar eentje ervoor, waardoor je al snel in een Babylonische spraakverwarring eindigt, waar je ook weer over na moeten denken. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de dingen die ik voor het huishouden doe. Boodschappen, parkeren, geld overmaken, kleren kopen, alles doe ik met dat ding. Niet gek dus, dat ik inmiddels een bepaalde mate van afhankelijkheid heb ontwikkeld.
Het maffe is: ik denk ook écht dat ik het allemaal nodig heb. Dat ik in de speeltuin mijn werkmail moet checken, bijvoorbeeld. Maar gelukkig weet ik waarom ik mezelf smoesjes aan het verkopen ben. Ik weet dondersgoed wat hier aan de hand is: ik vind het soms verdomde fijn om via mijn mobieltje te kunnen ontsnappen. Ontsnappen aan het derde bezoekje van hetzelfde speeltuintje op een dag, ontsnappen aan de drukte met twee kleintjes in huis. Niet dat ik er per se minder druk van word als ik duizenden berichtjes voor mijn netvlies zie wegscrollen, maar misschien is het wel het gevoel dat ik krijg als ik naar foto’s van een paar decennia geleden kijk, waarbij vaders achter zijn krantje zat weggedoken om even bij te komen van een zware werkdag. Dat vind ik nou ook zo lekker. Je kunt nou eenmaal niet volcontinu met elkaar bezig zijn en ik vind ook niet dat ik dat hoef. Een beetje me-time tussen de bedrijven door, niets mis mee.
Maar waar ik me wel schuldig over voel: dat ik de weg kwijt raak zodra ik met dat ding in mijn hand zit. Was ik even van plan om drie minuten naar Nu.nl te gaan, eindig ik prompt weer op de Facebook-pagina van de dochter van de zus van de buufs ex (wat moet ik daar?!?) of ben ik kleren voor mijn kinderen aan het shoppen die ze helemaal niet nodig hebben (dus gooi ik alles het winkelwagentje weer uit). Hopeloos vind ik dat. Vooral ook omdat ik in die tijd heel veel belangrijker dingen had kunnen doen. Een taal leren, een deuntje op de piano spelen, iets moois knutselen. Of, nou ja, laten we eens geks doen, iets leuks met de kids…
Dus heb ik wel besloten om effe te kappen met dat zinloze getuur. Elke zondag is nu een schermloze zondag bij ons in huis. Zoonlief is het daar overigens nou ook weer niet mee eens, want hij moet nu één hele dag per week zijn verrassings-ei-uitpak-filmpjes missen. Tja, Olle, had je maar niet mama’s telefoon in de fikkende open haard moeten gooien. Eigen schuld, dikke bult.
Lees ook: Schermverslaafde ouders, opgelet!