Waarom we papa niet moeten vergeten (want vader worden is niet niks)
Vrouwen worden van jongs af aan voorbereid op het feit dat ze waarschijnlijk later moeder worden. En als het dan eenmaal zo ver is, is er een schat aan informatie en begeleiding, mocht dat nodig zijn. Maar vergeten we niet iemand? Die man die papa heet? Want als moeder worden zo’n ingrijpende gebeurtenis is, dan is vader worden dat toch ook?
Mijn eigen vader kan nog steeds niet goed praten over mijn geboorte. Vlak nadat mijn moeder bevallen was schreef hij mij een brief, die ik pas mocht lezen toen ik 18 jaar was. De brief begon met ‘Godverdomme Vala, wat heb je me laten schrikken’. Mijn arme vader vond de ervaring zo traumatisch dat hij dat nooit meer wilde meemaken. Het is de reden dat ik enig kind ben, want eigenlijk had mijn vader er wel vijf gewild. Die bevalling, en het feit dat hij abrupt bleef steken op de ladder van zijn politieke carrière, omdat hij weigerde 24 uur per dag voor Den Haag beschikbaar te zijn nu hij een gezin had. Het feit dat mijn vader geen minister is geworden is mijn schuld. De schuld van mijn bestaan, althans. Omdat mijn bestaan zijn leven radicaal veranderde. Net zoals dat jaren later gebeurde toen ik zelf een kind kreeg en ook mijn ex-man niet wist wat hem overkwam toen hij vader werd van onze zoon. Zijn hele leven stond op zijn kop en dat had hij niet zien aankomen. Het begon al bij de bevalling. Een pijnmarathon van 50 uur, waarbij hij werkeloos moest toezien hoe zijn vrouw onder zijn handen weggleed, zijn zoon ook bijna het loodje legde en de verloskamer volstroomde met onbekende mensen in witte jassen die allemaal onbegrijpelijke enge dingen deden om ons in leven te houden. En toen waren we opeens een gezin, was hij vader. Verantwoordelijk voor een klein jongetje dat van hem afhankelijk was. Had hij geen tijd meer voor zichzelf, geen nachtrust meer, een vrouw en een relatie die opeens totaal veranderd waren en moest hij schipperen tussen een veeleisende baan en zijn gezin die beiden aan hem trokken. Het blies hem van zijn sokken. Mij ook wel, maar ik kwam een stuk beter beslagen ten ijs. Omdat ik de moeder was en al negen maanden lang aan alle kanten was voorbereid op wat er zou gaan komen. Natuurlijk was het ook voor mij een flinke aanpassing en waren er dingen die ik moeilijk vond en/of niet had verwacht, maar ik had versterking om me er doorheen te slepen. Vóór de bevalling in de vorm van zwangerschapswebsites en zwangerschapscursussen, naderhand in de vorm van verloskundigen, lactatiedeskundigen, mama en babyklasjes, mijn moeder, vriendinnen en online moederplatforms met gelijkgestemden. Al die dingen hebben me erg geholpen met de onzekerheden, emoties, frustraties en vragen die ik had. Maar hij moest het wiel helemaal zelf uitvinden. Alleen. Zoals de meeste mannen. Want vader worden doe je blijkbaar gewoon even. Nieuwe vaders hebben al die emoties kennelijk niet. Voor nieuwe vaders gaat het leven gewoon door alsof er niets gebeurd is. Onzin natuurlijk. Want alle begin is moeilijk. Dus ook papa’s begin.
LEES OOK: Een ban voor de barende vrouw (maar halfblote tienermeisjes mogen wel).
Er zijn legio onderzoeken gedaan naar vrouwen die moeder worden en wat daar, zowel emotioneel, lichamelijk, relationeel en maatschappelijk bij komt kijken en de aandacht daarvoor groeit alleen maar. Wat goed is, want het is allemaal nogal wat en het heeft invloed op heel veel verschillende facetten van het leven van een vrouw. Maar over wat vader worden doet met mannen is heel weinig bekend en dat is eigenlijk best vreemd. Dat vond Anna Machin, antropoloog aan de University of Oxford, ook en daarom startte ze een onderzoek waarbij aanstaande vaders vanaf drie maanden voor de geboorte van hun kind tot zes maanden erna werden gevolgd. Ze ontdekte dat ook de hormoonhuishouding van de man verandert als zijn vrouw zwanger is. Bovendien duikt zijn testosterongehalte na de bevalling omlaag, wat vaak niet zonder emotionele gevolgen is. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat mannen gemiddeld twee jaar nodig hebben om te wennen aan hun nieuwe identiteit, terwijl dat bij een vrouw maar negen maanden duurt. Dat komt deels omdat zijn invloed op de ontwikkeling van het kind pas rond het tweede levensjaar echt zichtbaar wordt. Hoe meer betrokken hij is geweest in het begin, hoe beter een kind het later zal doen, maar daar merk je die eerste jaren weinig van, terwijl de invloed van de moeder op het kind doorgaans vanaf het allereerste begin overduidelijk is. Voor veel vaders slaat de kosten-baten analyse in eerste instantie dus negatief uit, waardoor het lastig is om hun vaderschap te omarmen. Zelf heb ik het precies zo zien gebeuren bij mijn ex-man. Het moment dat bij hem de knop om ging staat me nog helder voor de geest. Onze zoon was bijna twee jaar en zijn vader kwam thuis van zijn werk. Dolenthousiast rende hij op zijn mollige peuterpootjes op hem af, enthousiast juichend: “Jaaa!!! Papaaa!!!” Ik kon de klik in mijn ex-mans hoofd bijna horen. Hij had al twee jaar een zoon, maar pas op dat moment werd hij ook echt zijn vader.
In veel niet-geïndustrialiseerde landen krijgen mannen veel meer steun dan in de Westerse wereld. Er zijn rituelen die ze verwelkomen in het vaderschap en hen voorbereiden op hun nieuwe leven, wat zorgt voor erkenning dat een kind krijgen ook voor hen een ingrijpende gebeurtenis is. Dit maakt het voor mannen makkelijker om hun emoties toe te laten en daar bovendien over te praten, wat er weer voor zorgt dat zij zich hun nieuwe rol sneller en beter eigen kunnen maken. Anna Machin denkt dat we er goed aan zouden doen daar een voorbeeld aan te nemen. Volgens haar is het namelijk niet zo gek dat er hier zoveel mannen zijn die zich terugtrekken als ze vader worden, die zich onttrekken aan hun gezin en dat er zo vaak relatieproblemen ontstaan als een stel een kind krijgt. Er is tenslotte niemand die zich om hen en wat er met hun leven gebeurd is bekommert. Vaders die het moeilijk hebben, die worstelen met hun nieuwe rol worden vaak weggezet als zeurende mietjes die een schop onder hun luie reet moeten hebben. En toegegeven, zo heb ik het zelf ook altijd wel een beetje gezien. Tenslotte is het de vrouw die negen maanden draagt, die moet baren en weer herstellen en die de eerste tijd meestal de meeste verantwoordelijkheid draagt, omdat zij nou eenmaal thuis zit met het kind. Maar helemaal eerlijk is dat inderdaad waarschijnlijk niet. Want de gevoelens die mijn ex-man had waren echt. Hij voelde zich ontheemd, werd heen en weer geslingerd door zijn emoties en moest zichzelf opnieuw uitvinden. Dat was geen aanstellerij, dat was gewoon hoe hij zich voelde. En ja, hij was benadeeld. Want terwijl ik al vóór de geboorte van ons kind aan alle kanten gedragen en gesteund werd, kreeg hij weinig meer dan een klap op z’n schouder, een paar flauwe grappen over luiers verschonen en nooit meer seks, en een biertje ter felicitatie. Tja, daar ga je de oorlog natuurlijk niet mee winnen. En het jonge ouderschap, dat is in het begin vaak met recht een, al dan niet innerlijke, strijd.
Moederschap, de emancipatie daarvan en de erkenning van de vaak harde emotionele realiteit ervan is de laatste tijd een hot topic in de samenleving. Dat is een goede ontwikkeling, maar dat zou ook moeten gelden voor het vaderschap. Af en toe duikt er eens een ludieke actie op, zoals de ‘Papaklas’, waar ik mijn man naartoe stuurde tijdens de zwangerschap van mijn derde kind. Daar dronk hij bier en kreeg hij melige vragen zoals of hij wel wist wat een hydrofieldoek was en dat een vrouw niet daags na haar bevalling weer helemaal ‘strak’ was. Het was weinig meer dan een bevestiging van de vaderverwaarlozing die hoogtij viert in onze samenleving en nogal denigrerend bovendien. Want mannen zijn niet achterlijk. Wat een hydrofieldoek is kunnen ze zelf wel uitvogelen. En de dingen waar ze tegenaan lopen als nieuwe vader omvatten meer dan stereotyperende, platte seksissues. Zoals dat een kind krijgen een grote impact op hun leven gaat hebben, hoe ze moeten omgaan met hun eigen emoties en die van hun partner en de veranderingen in hun relatie die er waarschijnlijk gaan plaatsvinden. Dat het normaal is om onzeker te zijn en te moeten wennen aan hun nieuwe leven. Hoe ze werk en gezinsleven met elkaar kunnen combineren. Díe dingen moeten we ze vertellen. Zeker tegenwoordig, in een tijd waarin we steeds meer verwachten dat mannen actief betrokken zijn bij de verzorging en ontwikkeling van hun kinderen. De maatschappij dwingt ze om meer te zijn dan die alleen die man die op zondag het vlees komt snijden en hoewel dat natuurlijk goed en niet meer dan logisch is, heeft diezelfde maatschappij dan ook de plicht om mannen daarin te faciliteren. Je gooit een kind tenslotte ook niet in het diepe zonder dat je het geleerd hebt om te zwemmen.
Je kunt je nooit echt helemaal voorbereiden op het ouderschap, want je weet pas hoe het is, als er daadwerkelijk een kind in je armen ligt. En dan nog is het deels een kwestie van aldoende leert men en groei je er langzaam in, kruip je geleidelijk in je nieuwe huid. Maar ondertussen kun je best wat hulp gebruiken, dat zullen alle moeders volmondig kunnen beamen. Ik weet zeker dat de zoektocht van mijn vader en mijn ex-man naar hun nieuwe zelf als vader niet zo moeilijk was geweest als iemand ze de weg had kunnen wijzen. Al was het maar een heel klein duwtje in de goede richting. Want op een bepaalde manier hebben wij het als moeders misschien zelfs makkelijker dan die mannen. Wij hebben dat kind tenslotte al negen maanden bij ons gedragen en er een band mee kunnen opbouwen. Wij worden van kleins af aan al klaargestoomd voor het moederschap (wat weliswaar een vorm van maatschappelijk-seksistische indoctrinatie is, maar dat is weer een andere discussie). Wij hebben elkaar. Maar what about papa? Papa staat moederziel alleen met z’n lul in z’n hand, of in dit geval dus met een kind op z’n arm. Want van vrouw naar moeder is een heftige transitie, maar van man naar vader net zo goed. Omdat van méns naar ouder een heftige transitie is. En of je nou moeder wordt, of vader; iedereen die een kind krijgt wordt een ouder.
LEES OOK: Recht op een kind – hoe ver mogen we gaan voor onze kinderwens?
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.