Waarom je niet bang hoeft te zijn dat je je baby ‘verwent’ (dat kan namelijk niet!)
Elke moeder heeft het waarschijnlijk weleens gehoord: dat ze op moet passen dat ze haar baby niet teveel verwent. Door hem meteen op te pakken als ‘ie huilt bijvoorbeeld, of door samen te slapen. Vala wil alle jonge moeders die daar onzeker van worden even geruststellen. Want: baby’s kun je niet verwennen. Je kunt ze alleen maar liefde geven.
Laatst hadden wij visite. Boven in de babykamer begon mijn dochtertje op een gegeven moment te huilen in haar bedje. Waarop ik dus opstond om haar te gaan troosten. Toen ik weer beneden kwam zei het bezoek enigszins vermanend: “Je kunt haar beter even laten huilen, hoor. Straks went ze eraan dat je altijd komt.” Ehm, tja, wat moet je daar nou op zeggen? Want, dat is dus precies mijn bedoeling eigenlijk. Dat mijn baby eraan went dat ik altijd kom als ze me nodig heeft. Daar ben ik haar moeder voor. Om haar te verzorgen, te beschermen en te reageren als ze me nodig heeft. Dat kan ze zelf namelijk nog niet. Omdat ze, nou ja, een baby is.
Lees ook: Waarom ik baby’s doodeng vind.
Arwen is mijn derde baby, dus inmiddels ben ik als moeder redelijk door de wol geverfd en laat ik me niet meer zo snel van de wijs brengen door wat andere mensen vinden. Maar dat is weleens anders geweest. Ben je voor het eerst moeder, dan is het makkelijk om je van alles te laten aanpraten door mensen die het beter weten. En als het op baby’s aankomt weten opeens heel veel mensen het heel veel beter, zo lijkt het. Je schoonmoeder, je eigen moeder, de buurvrouw, of gewoon een wildvreemde in de supermarkt, allemaal zijn ze er als de kippen bij om je te vertellen wat je allemaal wel, en vooral ook niet, zou moeten doen. Bijvoorbeeld als het gaat om het ‘verwennen’ van je baby. De moeder die haar baby meteen oppakt als ‘ie huilt, meteen voedt wanneer ‘ie honger heeft, of ’s nachts niet laat huilen in het kader van ‘slaaptraining’, creëert volgens velen gegarandeerd een monster. Een tot op het bot verwend monster dus, want baby’s in wiens behoeften altijd maar voorzien wordt, die zijn al verpest voor ze goed en wel hun eerste stapjes hebben kunnen zetten.
Laat me niet lachen. Wat mij betreft is dat dus grote onzin. Ik ben best wel van het strenge, no nonsense opvoeden, maar niet bij baby’s. Aan een baby valt mijns inziens namelijk nogal weinig op te voeden. Een baby weet van voren niet eens dat hij van achteren leeft. En reageert dus puur primair. Een baby heeft honger, ergens last van, of gewoon behoefte aan liefde. Meer is er eigenlijk nog niet. Dat zijn dingen die je er niet uit moet slaan, maar waar je iets mee móet. En niet alleen wat mij betreft, ook de wetenschap zegt dat baby’s verwennen gewoon niet kán. Verscheidene onderzoeken hebben aangetoond dat baby’s gebaat zijn bij veel huid op huid contact en zich beter ontwikkelen als er snel en adequaat gereageerd wordt op hun behoeften. Omdat ze zich dan veilig en geliefd voelen. Niet onbelangrijk in het leven, denk ik zo.
Als ik niet naar mijn baby’s had geluisterd, niet op mijn gevoel had vertrouwd, dan had ik misschien ook niet zo snel door gehad dat er iets met hen aan de hand was. Dat mijn zoon niet was zoals andere kinderen. Dat mijn dochtertjes pijn hadden en daarom huilden. Had ik mijn zieke meisjes laten huilen, in het kader van het ‘opvoeden’, dan had ik niet alleen mezelf geweld aan gedaan (want moeten luisteren naar een huilende baby die om mama roept snijdt dwars door een moederziel), maar hen misschien ook geleerd dat niemand je komt helpen als je in nood bent. Dat je op niemand kunt vertrouwen, omdat er niemand voor je is. En dan is de wereld wel heel groot en eenzaam, als je nog maar zo klein bent.
Als mijn Arwen huilt, dan troost ik haar. Als ze honger heeft, dan voed ik haar. Als ze haar armpjes naar me uitstrekt, dan knuffel ik haar. Omdat ik haar moeder ben en zij mijn kind. En ik haar wil, moet, geven wat ze nodig heeft. Dat is geen verwennen, dat is moederschap. Een peuter die koekjes krijgt ipv van sperziebonen, die is verwend. Een kleuter die iedere week de nieuwste doos Lego krijgt, die is verwend. Een kind dat nooit zijn eigen kamer hoeft op te ruimen, die is verwend. Maar een baby die krijgt waar hij om vraagt is niet verwend. Dat is gewoon een baby. En waarschijnlijk een heel gelukkige baby.
Knuffelen met je baby, hem oppakken, vasthouden, troosten, het is van groot belang voor het kweken van een gelukkig, gezond mensje met een stevige basis om zich vanuit te ontwikkelen. En daarnaast: moedergevoel is er niet voor niets. Ik weet niet hoe het met jou zit, maar als mijn baby ’s nachts in haar bedje ligt te snikken, dan schreeuwt alles in mijn lijf dat ik naar haar toe moet. Dat is niet voor niks. Dat is omdat ik onbewust en in al mijn vezels voel dat mijn kind me nodig heeft. Dat gevoel houdt je niet voor de gek, moedergevoel liegt niet. Het vertelt je juist de waarheid. En dus mag je erop vertrouwen. Dat heb ik na zes jaar moederen wel geleerd. Mijn kinderen zijn niet verwend, ze zijn geliefd. Net als die van jou. En dat is heel wat anders.
Lees ook: Iedere moeder heeft weleens hulp nodig (en dus moet je er gewoon om vragen).
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.