Waarom ik blij ben dat ik mijn kind geen borstvoeding heb gegeven
Borst of fles? Het is voor veel (aanstaande) moeders een moeilijk vraagstuk. Want breast is best. Maar soms is de fles toch beter.
Tijdens mijn derde zwangerschap heb ik negen maanden lang getwijfeld. Zou ik toch weer borstvoeding gaan geven? Ondanks alle ellende die me dat de vorige twee keer had opgeleverd? Maanden van pijn, bloedende tepels, lactatiedeskundigen, kolfsessies, teleurstelling en frustratie. Het was bepaald geen roze wolk, mijn ervaring met borstvoeding. Waarom ik het überhaupt nog een keer overwoog weet ik eigenlijk niet zo goed. Hormonen, plichtsbesef, maatschappelijke druk? Waarschijnlijk allemaal een beetje. De hele zwangerschap lang liep ik met mijn ziel onder mijn arm. Zal ik wel, of zal ik niet? Pas toen Mario de navelstreng doorknipte, hakte ik de knoop door: nee, dit keer niet.
LEES OOK: Doet u mij maar 10 dreumesen.
Je hebt een keus
Mijn dochter is inmiddels een peuter en ik kan volmondig zeggen: ik heb de juiste keus gemaakt. Sterker nog, achteraf gezien wilde ik dat ik deze keus eerder had gemaakt en ook mijn twee oudsten geen borstvoeding had gegeven. Als ik geweten had wat ik nu weet, was ik er nooit aan begonnen. Voor de duidelijkheid: dit is geen pleidooi tegen borstvoeding. Dit is een pleidooi voor de mogelijkheid er bewust níet voor te kiezen. Soms is dat de beste keus. En die mag je maken. Om wat voor reden dan ook. Ik maakte hem omdat ik dit keer een leuke kraamtijd wilde. In plaats van een kraamtijd gedrenkt in tranen, frustratie, en somberheid. Een rustige kraamtijd en een kraamtijd waarin ik daadwerkelijk kon genieten van het wonder dat mij was overkomen. Van mijn pasgeboren baby en van hoeveel ik van haar hield.
Niet elke vrouw is ervoor gemaakt
Borstvoeding geven heeft mij dat twee keer ontnomen. Dat weet ik nu, omdat het ik het een derde keer niet meer gegeven heb. Borstvoeding geven maakt van mij een hormonaal, oververmoeid wrak dat niet goed van haar kind kan houden. Mijn lichaam verzet zich er tegen in alle toonaarden, hoeveel lactatiedeskundigen, ziekenhuiskolven en kruidensupplementen je er ook tegenaan gooit. Niet elke vrouw is gemaakt voor voeden, ook al heeft ze borsten waaruit melk komt. Wat in mijn geval ook nog behoorlijk tegenviel, waardoor ik met hongerige, gewicht verliezende baby’s kwam te zitten, wat borstvoeden dus niet alleen voor mijzelf, maar ook voor de kinderen die het moest dienen, helemaal niet zo verdienstelijk maakte. Door de borstvoeding ben ik twee kraamperiodes kwijt geraakt en die krijg ik nooit meer terug. Dat vind ik verdrietig, helemaal nu ik weet hoe het ook kan zijn. Hoe het hoort te zijn. En wat voor moois ik heb moeten missen.
Goede start
Door mijn dochter vanaf dag één de fles te geven heb ik ons allebei een goede start gegeven. Haar omdat ze zowel gevoed als geliefd werd, mijzelf omdat ik me kon richten op het enige dat echt belangrijk was: mijn kind, ipv op alleen het voeden. Ik kon haar knuffelen, aankijken, verzorgen, van haar genieten. Ik was erbij, bij haar. In plaats van verdwaald in een soort dichte mist van hormonen, pijn en tranen, waardoor ik mijn kind niet meer kon zien. Door te kiezen voor de fles kon soms ik nachten doorslapen, omdat mijn man haar ook kon voeden en we de last van de gebroken nachten samen konden dragen. Waardoor ik sneller en beter kon herstellen, niet verzand raakte in het slaapdelirium dat de vorige keer aan de basis lag van mijn postnatale depressie. Eindelijk had ik de kraamtijd waar ik zo naar had verlangd. Dat heb ik zonder twijfel te danken aan de fles.
Bij mijn twee oudste kinderen heb ik me lang schuldig gevoeld omdat ik moest overstappen op de fles. Het voelde alsof ik had gefaald. Nu ik zie hoe gelukkig en tevreden mijn derde kind van het begin af aan met die fles geweest is, weet ik dat dat schuldgevoel onterecht was. Dat de borst alleen het beste is als dat het beste is voor jóu. Maar zeker niet per definitie. Soms lukt het niet, soms wil je niet. Wat de reden van je keus ook is, het maakt niet uit. Wat de boekjes en de mensen om je heen ook zeggen. Breast is best? Nee, fed is best. Ik denk dat alle baby’s het daarover eens zijn. En volgens mij zijn zij nog altijd degenen waar het uiteindelijk om draait.
LEES OOK: Als papa van huis is…staat mama doodsangsten uit.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.