10 Voordelen van het krijgen van een tweeling
Een tweeling krijgen is een uitdaging: je kraamtijd kan bijvoorbeeld een kruising zijn tussen een roze wolk en de hel. Maar gelukkig zitten er ook (of: vooral) heel veel voordelen aan het krijgen van een tweeling. Deze 10 bijvoorbeeld.
Toen wij net een tweeling hadden zeiden mijn vriend en ik vaak tegen elkaar: hadden we ze maar om de beurt gekregen. Regelmatig waren we de wanhoop nabij (vooral ik, als ik alleen thuis was met ze). Maar inmiddels hebben we die gedachte ver achter ons gelaten. Tegenwoordig maak ik, als één van de twee nogal lang ligt te slapen, de slaper na verloop van tijd gewoon wakker omdat ik het dan gezelliger vind. Dit zijn de 10 voordelen van het hebben van een tweeling.
Lees ook: Waarom elke tweelingmoeder stiekem superwoman is.
- Ja, dit is een inkopper, maar je bent dus maar één keer zwanger. Kan ook een nadeel zijn trouwens, als je zwanger zijn heel erg leuk vindt. Ik moet er wel eerlijk bij zeggen dat de zwangerschap vaak dubbel zo zwaar is, dus eigenlijk doe je gewoon twee zwangerschappen in een. Aan de andere kant: aan het einde van de rit word je beloond met maar liefst twee van die schattige snoetjes die je verwachtingsvol aankijken.
- Na een hectische start ben je algauw een mega relaxte moeder. Je hebt zeg maar een snelcursus moederschap gehad, dus jou maken ze niets meer wijs.
- Alles gebeurt min of meer tegelijk. Drinken, poepen, sprongetjes, tandjes – we zeiden het al: een uitdaging. Maar ook: dubbele eerste lachjes. Dubbele knuffels. Dubbele natte kusjes. Dubbele eerste schattige woordjes. Dubbele uitgestoken armpjes als je ze ophaalt bij de opvang/van school/bij opa en oma. Dubbelschattige foto’s in het fotoalbum. En dan heb ik het nog niet eens over de filmpjes gehad.
- Je kinderen hebben altijd een maatje om mee te spelen. En dat is gewoon heel gezellig, zowel voor hen als voor jou. Die van mij brengen elkaars knuffel/speen als de ander verdrietig is, kunnen samen keihard lachen om God mag weten wat, doen alles wat de ander doet en geven hun eigen koekje/hapje eerst aan de ander.
- Je kinderen maken nooit ruzie. Hahaha. Ik bedoel: je kinderen leren heel goed ruziemaken. Daarom kunnen ze tegen een stootje. Duwt een ander kindje ze omver? Kleine kans dat ze meteen gaan huilen. In de baarmoeder werden ze al omver geduwd dus been there, done that. Maar als het moet, kunnen ze al vroeg voor zichzelf opkomen. Thuis doen ze niet anders.
- Ze leren geduldig te zijn. Althans: meestal. Niet als ze honger hebben. Maar de meeste tweelingkinderen wennen er wél aan dat ze niet altijd meteen geholpen worden. Ze wachten bijvoorbeeld rustig in de gang als het andere kind op de fiets/in de auto wordt gezet. Of tot ze aan de beurt zijn om uit bad te worden gehaald.
- Tweelingkinderen hebben betrokken vaders. Papa staat zelden aan de zijlijn en verschoont net zo hard luiers. Wederom: in de meeste gevallen, en anders hebben ze hopelijk betrokken ooms/tantes/opa’s/oma’s/buren. Omdat je het als moeder nou eenmaal echt niet altijd alleen kunt. En het gewoon logischer is als je beiden om beurten één kind voor je rekening neemt en je de taken een beetje kunt verdelen.
- Je kinderen zijn nooit echt alleen. Waarschijnlijk is dat ook een van de redenen waarom je algauw een relaxte moeder bent, want je hebt waarschijnlijk minder de neiging om ze voortdurend te vermaken. Ze hebben immers elkaar! En ’s nachts slapen ze meestal samen op een kamer, dat heeft iets geruststellends.
- Ze gaan tegelijk naar de opvang/school/zwemles. Dat is gewoon een enorm logistiek voordeel. Weegt trouwens niet altijd helemaal op tegen de logistieke nadelen, zoals boodschappen doen, maar toch: die zwemlessen! Daar ben je dus in één keer vanaf. Dan mag je best even in je vuistje lachen, hoor.
- Je bent in één keer uit de luiers. En in één keer door de tropenjaren heen. Als je niet nog meer kinderen hebt tenminste. Maar hoe dan ook doe je een en ander versneld. En vaak dus ook dubbel, maar daar raak je aan gewend. Het duurt even voor die gewenning toetreedt, maar dan joh. Echt. Dan ga je als een speer. En als je die tropenjaren eenmaal hebt overleefd, geniet je ook dubbel van de rust. Nou ja, rust… Afijn, jullie begrijpen mijn punt.
Lees ook: De reactie van deze zus op tweelingnieuws is onbetaalbaar.
Janneke (45) heeft drie dochters: een tweeling van 8 en een peuter van 2. Over de tweelingzwangerschap en -hectiek van de eerste jaren schreef ze het boek O jee het zijn er twee. Tegenwoordig probeert ze vanuit intuïtie en creativiteit te balanceren tussen haar werk als schrijver en het moederschap van drie meiden. Je kunt haar belevenissen ook volgen op haar Instagram.