Vijf keer per week trainen? Doe even normaal!

06.10.2017 17:30


Sporten is belangrijk. Zeker ook voor kinderen en in een tijd waarin er nog altijd te vaak ongezond gegeten en te weinig bewogen wordt. Maar steeds vaker blijft het niet bij twee keer per week naar de voetbal,- of de hockeyclub, maar lijkt het alsof alle kinderen trainen voor de Olympische Spelen. Gaat dat niet een beetje ver?

De dochter van een vriendin van mij zit op hockey. Laatst vertelde ze dat haar kind dit seizoen maar liefst vijf keer per week op het veld dient te verschijnen, voor trainingen plus een wedstrijd. En dat ze zich waar dat nou eigenlijk precies goed voor was. Dan denk je misschien dat dat meisje een potentiële kandidaat voor de nationale hockeydames is, maar niets is minder waar. Ze kan echt goed hockey’en en het is een supergedreven meid, maar een gouden plak zit er waarschijnlijk toch niet in. Zoals dat voor de meeste kinderen niet zo is. Wat natuurlijk helemaal niet erg is, want het gaat om het meedoen en niet om de prestatie. Die mindset lijkt echter steeds minder vaak op te gaan op het gebied van de kindersport. Menig kind gaat na een hele dag school linea recta door naar de sportclub of staat ‘s avonds na een snelle maaltijd nog twee uur op het veld. Een nieuwe rage lijkt geboren: na de fitgirls rukken nu de fitkids op. En alhoewel sporten natuurlijk goed is en we allemaal gezonde kinderen willen, kun je je afvragen of we niet een beetje doorslaan. Er is tenslotte ook nog altijd zoiets als teveel van het goede.

Lees ook: Waarom de bedtijd van mijn kinderen heilig is.

De hockeydochter van mijn vriendin is namelijk niet de enige die zich een permanente spierverzuring en een groeiachterstandje traint bij een wellicht iets te fanatieke club. Navraag bij twee gymdocenten, waarvan één van hen les geeft op een zogenaamde sportieve school waarop veel professioneel sportende leerlingen zitten, leverde soortgelijke verhalen op. Van kinderen wiens leven eigenlijk alleen nog maar bestaat uit school en sport en verder niks. Voor wie in het eerste van één of ander team komen belangrijker is dan wat dan ook. Over woeste ruzies binnen sportverenigingen over wie er dit jaar wel in de A-klasse is ingedeeld en wie niet. En ook verscheen er laatst online een pleidooi van een voormalig nationaal hockeyer die iedereen opriep weer gewoon ‘ff normaal’ te gaan doen. Hij zag namelijk kinderen lopen met proteïneshakes en zogenaamd ‘linkshandige hockeysticks’ die de prestaties van het sportertje zouden moeten optimaliseren. Dat klinkt inderdaad allemaal behoorlijk intensief, nogal overdreven en, als je er een beetje langer over nadenkt, misschien ook zelfs best wel gevaarlijk. Want zo’n jong lichaam, kan dat de belasting van zoveel sporten eigenlijk wel aan?

Nee dus, vertelt één van eerder genoemde gymdocenten mij. Natuurlijk zijn er jeugdige topsporters, maar die worden strikt begeleid en in de gaten gehouden, hebben een aangepast voedingspatroon en leven volgens bepaalde richtlijnen die erop gebaseerd zijn hun lichaam maximaal te kunnen laten herstellen. Normale kinderen, die dus niet op die manier getraind worden en toch excessief sporten, lopen een gerede kans op lichamelijke beschadigingen en overbelasting, zowel fysiek als mentaal. Zo kunnen bijvoorbeeld de groeischijven te erg belast raken, waardoor blijvend letsel ontstaat. Daarnaast is het voor de meeste kinderen helemaal niet goed om geen tijd meer te hebben voor het spelen met vriendjes, andere hobby’s, of gewoon, om soms lekker even niks te doen. Die dingen zijn namelijk belangrijk voor de volwaardige ontwikkeling van een jong kind en gebrek daaraan kan zorgen voor problemen. Dus dan zit je uiteindelijk zonder medaille, maar mét kapotte knieën bij de kinderpsychiater. En hoe gezond is dat?

Wat is nou de oorzaak van de sporthype onder kinderen? Die lijkt een beetje tweeledig. Aan de ene kant lijken de sportclubs steeds competitiever te worden, maar ook sommige ouders jagen hun kinderen over de kling. Soms is het namelijk mama die verhaal komt halen bij de coach omdat Fleurtje de selectie niet heeft gehaald. Is het papa die langs de lijn staat te bulderen als Teuntje een mooie pass mist. Mijn eigen man is volleybaltrainer van een puberjongensteam en hij komt regelmatig thuis met dergelijke verhalen. Over van die gastjes van een jaar of 15 die eigenlijk zelf helemaal niet zoveel zin hebben om te trainen, maar richting het net geschopt worden door hun ouders die in hen de volgende Reinder Nummerdor zien. Zonde, want juist het tegenovergestelde resultaat wordt daardoor vaak geboekt: een kind krijgt uiteindelijk een bloedhekel aan sport en gaat zich ertegen keren. Dus dan zit je uiteindelijk alsnog met een lamlendige tiener die alleen maar op de bank hangt. Terwijl ‘ie ook gewoon twee avonden op het veld had kunnen staan en jij dus Netflix voor jezelf alleen hebt.

Dus inderdaad, laten we gewoon lekker even normaal doen. Sporten is goed en daar moeten we de kinderen in stimuleren, maar ze hoeven niet allemaal topatleten te worden. Twee keer per week een clubje en als ze daarna nog energie over hebben dan gaan ze maar een rondje om het huis rennen. Laten we daarnaast bovendien ook niet vergeten dat sporten vooral leuk moet zijn. Een bron van plezier moet vormen. Ze moeten namelijk al zoveel, die kinderen. Ze hebben al steeds minder vrije tijd. En geef Teuntje na de training gewoon een Mars, of een patatje, ipv een ranzig drankje voor bodybuilders. En pusht de club Fleurtje een paar gescheurde enkelbanden om maar de selectie te halen? Zeg dan haar lidmaatschap op en koop voor die lieve meid een springtouw. Dat traint zo ongeveer alle spieren en het scheelt je een hele hoop contributiegeld. En dan kan er op zaterdag tenminste weer eens uitgeslapen worden. Wedden dat dat wonderen doet voor iedereens gezondheid?

Lees ook: Ouders, ga toch eens normaal doen! Dat is echt beter voor de kinderen.