Vala verhuisde van de stad naar de Achterhoek: “Nee, ik loop dus niet op klompen!”

12.11.2017 00:10


Onlangs verscheen er een rapport van het CBS waaruit bleek dat 40% van de Amsterdammers, 33% van de stellen uit Utrecht en een kwart van de Rotterdammers uit de grote stad vertrekt als er kinderen worden geboren. Vala woonde ooit een tijdje in de Achterhoek. Ze schreef er toen deze column over.

Lees ook: Waarom verhuizen met kleine kinderen de hel is.

Sinds ik mijn intrek heb genomen op het platteland, ben ik in de ogen van de stadse moeder een soort buitenaards wezen geworden. Een bezienswaardigheid bijna. Grootstedelijke moeders denken dat er na de Kalverstraat en de Koopgoot geen leven meer is. Of in ieder geval geen modérn leven. Moeder zijn op het platteland, hoe dóe je dat in vredesnaam?

Inmiddels woon ik al bijna een jaar in de Achterhoek en nog steeds is men verbaasd als ik tijdens een bezoek aan Amsterdam niet met een schort voor en klompen aan uit de trein stap. Als ik in de stad aan de (overigens van het platteland afkomstige en biologische) muntthee zit met collega-moeders, wordt het spervuur aan vragen over het plattelandsmoederschap al snel geopend. “Hoe doe je dan boodschappen?”. Fronsend word ik aangekeken. “Nou gewoon, in de winkel,” antwoord ik, enigszins in de war. “Maar,” is dan de wedervraag, “hébben jullie die daar dan?”. En bovendien, waarom koop ik nog eten, ik heb tenslotte toch een moestuin? Dat in de winter de knapperige worteltjes niet meer als paddenstoelen uit de grond schieten, net zoals bij de Albert Heijn en mijn kinderen bovendien in staking gaan na drie dagen aardappels uit eigen tuin, daar staat de stadsmoeder niet bij stil.

“Waarom heb je nog geen koeien?” werd mij laatst gevraagd, “Dat moet toch makkelijk kunnen?”. Nou heb ik best een grote tuin, maar een rondje intensieve veelteelt is voor mijn gazonnetje toch net teveel gevraagd. Bovendien lusten allebei mijn kinderen geen melk en is manlief bang voor groot agrarisch wild, dus misschien dat ik nog wegkom met een leuk dwerggeitje, maar dan houdt het toch wel op. En daarbij is koeien melken op killer heels niet echt een goed idee, dus die melk voor mijn cappuccino’s haal ik toch maar gewoon heel modern in de supermarkt. Want nee, ik draag nog steeds geen klompen.

“Eigenlijk zielig voor de kinderen. Niet eens een speeltuintje in de buurt”. Nee, dat is waar. Ik ga er ook van uit dat mijn kroost later bij de psycholoog terecht komt, omdat ze een hectare grond helemaal voor zichzelf hadden. “En hoe moeten ze straks dan naar de middelbare school? Dat is toch veel te ver?”. Tja, ik hoop maar steeds dat ze binnenkort de spoorlijn ook wel doortrekken naar de Achterhoek, maar tot het zover is, moeten we ons maar wat primitiever verplaatsen. En zeg nou zelf, met paard en wagen over de Veluwe naar school heeft toch ook wel wat?

Prachtig wonen, maar ik ga nog liever gewoon dood, luidt unaniem het vonnis bij bezoek aan mijn boerderij. Liever stadsmoeder drie hoog achter, dan plattelandsmama op een eigen landgoed. Leuk voor de kinderen hoor, al dat buiten spelen. Maar in de stad heb je tenminste een léven. Drie decennia Amsterdammer geweest, maar na nog geen jaar in de Achterhoek ben ik gedegradeerd tot boer. Van progressieve, ruimdenkende grachtengordel-elite, naar achtergestelde provinciaal. Misschien dat ik toch maar een koe koop. Mijn kosmopolitische reputatie is tenslotte al een tragische dood gestorven. Dus dan maar op mijn klompen onder de uiers. Het maakt nu toch niet meer uit.

Lees ook: Verhuizen voor de kinderen: is dat wel zo’n goed idee?