Vala en Mario gingen naar de BabyDump (en kwamen terug met een trauma)
Als je een baby krijgt, moet je daar van alles voor kopen. Althans, zo lijkt het als je van die grote babywinkels in gaat. Vala is al ervaren, maar haar kersverse man krijgt voor ’t eerst een kind. Ze moet dus haar uiterste best doen om hem in toom te houden.
Inmiddels zit ik in mijn derde trimester. En heeft Terrorist nr. 3, behalve een paar van de verplichte Jip en Janneke rompers, nog helemaal niks. Zo gaat dat als het niet je eerste zwangerschap is, dan vergeet je de helft van de tijd dat die enorme buik daar zit omdat je dus een baby krijgt en dat het op zich handig is als die baby na z’n geboorte ook ergens in kan slapen. En dat je hem ergens op kan verschonen. Gelukkig heb ik een man voor wie het wél z’n eerste kind is en die dientengevolge dus last kreeg van babykamerkoorts, nu mijn buik proporties begint aan te nemen waar je met de beste wil van de wereld niet meer omheen kunt. En dus togen wij op een zaterdagmiddag naar de BabyDump. Waar we ons na drie minuten gezamenlijk begonnen af te vragen waarom we ook alweer een kind hadden gewild.
Lees ook: Vala en Mario puffen zich een slag in de rondte (deel 1): cursusstress.
Het is wetenschappelijk bewezen dat mensen niet goed gedijen bij een veelheid aan keuzes. Na mijn bezoek aan de BabyDump kan ik die conclusie volmondig beamen. Bij het zien van de rijen en rijen vol planken met allerhande baby-attributen (waarvan ik van de helft niet eens kon thuisbrengen waar het voor bedoeld was), had ik de neiging om hyperventilerend de winkel uit te rennen. Draaiend om onze eigen as stonden we midden in de winkel, niet in staat te bepalen waar we in vredesnaam moesten beginnen. Flesjes, ja, die hadden we nodig. Maar welke dan? Tommee Tippee, Avent, Dr. Brown? En een flessenwarmer, of is dat alweer achterhaald? Inbakerdoeken! Hydrofielen! Een voetenzak! Als kippen zonder kop renden we rond. En dan waren we nog niet eens boven geweest voor the big cahuna: de babykamer. En dat was de genadeklap.
Niet alleen stond de bovenverdieping van de winkel vol met zeker 30 van vrijwel dezelfde soort kamertjes, allemaal van zogenaamd steigerhout in verschillende tinten nauwelijks van elkaar te onderscheiden grijs, daarnaast ging je van het kíjken naar de prijskaartjes alleen al spontaan failliet voor je ook maar een commode overwógen had. De levertijd voor zo’n driedelige set waaibomenhout (te oordelen aan de holle klank die na er na enig kloppen uit kwam) bedroeg op z’n minst zes weken, voor het goedkoopste kamertje konden we zeker 800 euro neertellen en dat was volgens een grijnzende verkoper van dit babywalhalla dan een ‘bodemprijs’. Misschien ligt het aan mij, maar ik verwacht dan minstens dat er een Aupingmatras in het ledikant ligt en dat ik er doorslaapgarantie bij krijg.
Naar de kinderwagens hebben we niet eens meer durven kijken, want die kostten waarschijnlijk net zoveel als Queen Elizabeth’s kroonjuwelen. Uiteindelijk hebben we dus met hangende schouders de BabyDump verlaten, met als enige buit drie flesjes, een discount maxi-cosi (van een, kwamen wij eenmaal thuis achter, weinig gangbaar merk, waardoor we nu gedwongen zijn alsnog een kapitale kinderwagen van hetzelfde merk te moeten kopen) en een klein trauma. De maxi-cosi staat nu eenzaam en alleen in het kamertje waarin het de bedoeling is dat onze baby straks gaat slapen. Misschien dat ik ernaast gewoon op de grond een handdoek uitspreidt en hem/haar dan daarop te slapen leg. Ik denk namelijk dat als ik nog een keer een babywinkel in moet, dat ik dan ten onder ga aan pure keuzestress.
Gelukkig er is altijd nog Ikea, waar de meubels (tegenwoordig) van dubbeldik grenen, de prijzen zacht en de verkopers ongeïnteresseerd zijn. Aan steigerhout doen ze dan weer niet, maar de hippe grijstinten hebben inmiddels wél hun intrede gedaan in de blauwgele meubelloods, dus je komt niet helemaal treurig voor de dag met een babykamer van Zweedse makelij. Inmiddels heeft Terrorist nr. 3 dus maar liefst een wieg, een commode en een kledingkast. En kan Mario de komende drie maanden tenminste rustig slapen. Dat we ook nog hydrofielen, boxkleden, wipstoelen, muziekmobiles, speenkoorden, badcapes, neuspeertjes en de rest van het assortiment van de BabyDump moeten aanschaffen, heb ik maar even verzwegen. Dat bestel ik wel gewoon online. Hij moet tenslotte ook die bevalling nog door, dus ik heb er niks aan als hij vóór het breken van de vliezen al het loodje legt.
Lees ook: De leukste babykamer: wat heb je nodig?
Soms zijn onze lezers leuker dan wij. Of gemener. Of nemen ze ons véél te serieus. Dit krijgen we naar ons hoofd geslingerd.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.