Portie Peuterpraat #6: Kramperen
‘Dat is toch leuk, midden in de natuur en in zo’n tent, en met je blote voeten in het gras? Helemaal iets voor jou.’ Ik kijk mijn vriendin aan en maak met een verbaasd gezicht duidelijk dat ze dit deel van mij niet kent. Kamperen staat voor mij gelijk aan een tripje naar de hel.
Ik herinner me van vroeger vooral natgeregende slaapzakken, vochtige kleding en ‘s nachts met de zaklamp naar een wc vol spinnen. Ik heb doodsangsten uitgestaan toen mijn broertje een keer op een slang terecht kwam en ik geen flauw idee had welke giftig zijn en welke niet. Bij de bekende Gardon rivier zijn we uiteraard op zoek gegaan naar goud, maar het enige wat ik vond waren grijze kiezelstenen.
In McGyver-uitrusting, met kompas en zakmes op zak voor als we een speer moesten maken, hebben we met mijn ouders een keer een dropping (want dat doe je in groep 8) geoefend. Het schemerde en na twee minuten zei mijn broertje: ‘Ik zie een spook!’, waarop ik als een huilende wolf begon te roepen om mijn moeder. Niet wetend dat mijn ouders vijf meter voor ons liepen, omdat ze dit al hadden zien aankomen.
Prinsessenvakantie
Vakantie betekent voor mij: strakke witte hotellakens, een badkamer waar je niet onder het deurtje door kunt kijken en airconditioning. Het liefst helemaal bovenin een hoteltoren, zodat er geen kakkerlak bij kan en ik uitzicht heb over de zee met kraakblauwe lucht. Geen onverwacht vochtige kleding. En lekker aanschuiven bij het buffetontbijt, zodat ik voor een croissant niet naar de plaatselijke bakker moet.
Leren kamperen
Maar, nu we als gezin tóch gaan kamperen, moesten we dat natuurlijk oefenen. Misschien voor onze dochter van drie, misschien voor mezelf. We maakten het gezellig met kerstverlichting voor het idee van vuurvliegjes, aten ravioli uit blik van zo’n gammel gasstelletje en lazen boekjes bij de vuurkorf. Alles voor het echte k(r)ampeergevoel. Met z’n drieën vielen we in slaap.
En ja hoor, regen. Vanaf mijn lekke luchtbed deed ik het licht aan. Een megaspin keek me grijnzend aan en mijn hart maakte een sprongetje. Mijn vriend en dochter lagen nog heerlijk te dromen, geen weet van het gevaar dat hen letterlijk boven het hoofd hing. Stilletjes stapte ik de tent uit om vervolgens onder mijn zachte witte lakens te gaan liggen. Even kon ik genieten van de rust en de ruimte in mijn eigen bed. Het was tenslotte ook mijn nacht.
Adindah Hutjens (1984) is een working mom: projectmanager en thuis goed chaotisch. Als hobby heeft ze alle ballen hooghouden. Zo nu en dan schrijft ze over haar leven met de draak, prinses en heks in één: Loua (3). Met een babybroertje op komst staat er weer een hoop te gebeuren.