Op vakantie met vriendinnen en kinderen: Een chaotische survivalgids

26.01.2025 14:11
vriendinnen op vakantie


Er is een moment in het leven van elke moeder waarop je denkt: Weet je wat? We verdienen een vakantie. Met z’n allen. De kinderen kunnen mee. Het wordt GE-WEL-DIG. Nou, laat me je dit zeggen: dat dacht ik ook. Tot ik daadwerkelijk op vakantie ging met mijn vriendinnen én onze kinderen. Dit is het verhaal van hoe we een week “ontspanning” probeerden te vinden, maar eindigden in een mix van chaos, gesmolten ijsjes en nachtelijke paniekaanvallen.

Het idee: Het leek zo goed in theorie

Het begon op een vrijdagavond, drie glazen wijn diep. Mijn vriendinnen en ik hadden het over hoe zwaar het leven was: werken, zorgen voor de kinderen, nooit meer uitslapen. “We moeten op vakantie!” riep iemand. “Met de kinderen. Lekker gezellig.”
De rest van ons, duidelijk al half aangeschoten, knikten enthousiast. Gezellig. Het toverwoord dat ons allemaal betoverde. Want ja, met de kinderen erbij zou het vast een droom zijn, toch? Je ziet die plaatjes op Instagram van vriendinnengroepen met kinderen die samen picknicken in de zon, een glas rosé in de hand, met lachende peuters op de achtergrond. Ja, dat wilden wij ook.

We boekten een huisje. Aan zee. Met een zwembad. Want als je kinderen gelukkig zijn, ben jij dat ook. Toch?De reis: Het begin van het einde

Alles ging al mis op dag één. We hadden afgesproken om in colonne te rijden, zodat niemand zou verdwalen. Maar voordat we de stad uit waren, stond ik al op de vluchtstrook, omdat mijn jongste dochter van drie besloot dat ze ineens “moet plassen, NU!” terwijl mijn andere kind krijste omdat ik de verkeerde afspeellijst had aangezet.

Bij de eerste tankstop stond een van mijn vriendinnen al zwetend haar koffiebakje om te gooien omdat haar peuter door de shop rende met een zak M&M’s die ze niet had betaald. We waren nog niet eens op de helft van de reis, en we voelden ons allemaal al gesloopt.

Aankomst: Chaos en kamerverdeling

Toen we eindelijk aankwamen bij het vakantiehuisje, hadden de kinderen genoeg energie om een marathon te lopen. Wij? We waren uitgeput. Terwijl wij onze koffers uitpakten, speelden de kinderen een soort Hunger Games om te bepalen wie welk bed kreeg. Een lamp ging kapot. Een koffer werd omgegooid. Een van mijn vriendinnen probeerde nog vrede te bewaren, maar eindigde schreeuwend: “GEWOON EEN MATRAS KIEZEN, ANDERS SLAAP JE OP DE VLOER!”

Daar gingen onze dromen van een rustige start.

Dag 1: Waar is de ontspanning?

De eerste ochtend begon vroeg. Te vroeg. Mijn plan was om uit te slapen – wat ik mezelf duidelijk had ingebeeld, want de kinderen besloten om 5:45 uur massaal wakker te worden. En natuurlijk, als één kind wakker is, zijn ze dat allemaal.

“Laten we naar het strand gaan!” stelde een van mijn vriendinnen voor, vastberaden om de dag positief te starten. Twee uur later hadden we eindelijk iedereen ingesmeerd (inclusief gevechten met krijsende peuters die weigerden dat hun gezicht werd aangeraakt), zwemkleding gevonden en strandtassen gevuld. Maar toen we aankwamen, was de wind zo sterk dat ons parasol bijna naar Frankrijk werd geblazen en onze sandwiches meer zand dan kaas bevatten.

De kinderen vonden het geweldig. De moeders? We zaten in de duinen met onze hoofden in onze handen, terwijl we probeerden te doen alsof het allemaal “gezellig” was.

De avonden: Waar ging het mis?

De avonden waren het moment waarop we eindelijk tijd voor onszelf zouden hebben, dachten we. We hadden wijn meegenomen, een stapel kaarsen, en de hoop op diepgaande gesprekken en misschien een beetje ontspanning. Maar in werkelijkheid ging het zo:

  • 20:00 uur: Bedtijd voor de kinderen.
  • 20:30 uur: Het eerste kind komt naar beneden. “Ik kan niet slapen.”
  • 21:00 uur: Het tweede kind volgt, huilend, omdat “mama niet in de kamer bleef zitten.”
  • 21:30 uur: Ik zit op de rand van een bed met een huilende peuter, terwijl ik mijn wijn probeer te drinken uit een plastic beker en tegen mezelf fluister: Dit is ontspanning. Dit is ontspanning.

Om 22:30 uur sliepen eindelijk alle kinderen. Maar toen waren wij te uitgeput om nog te praten. Eén vriendin sliep al op de bank met een glas wijn in haar hand.

Hoogtepunten van de vakantie (soort van)

Oké, het was niet alleen maar ellende. Er waren momenten die bijna Insta-waardig waren:

  • Dat ene kwartier waarin alle kinderen samen zandkastelen bouwden zonder ruzie te maken.
  • Een spontaan watergevecht bij het zwembad dat eindigde in gegier en gespetter.
  • Die avond waarop we pizza bestelden, wijn dronken, en even keihard lachten om hoe belachelijk chaotisch alles was.

Het waren korte momenten. Maar die momenten maakten de chaos net wat draaglijker.

De terugreis: Iedereen wil naar huis

Na vijf dagen hadden we het allemaal gehad. Zelfs de kinderen waren klaar met elkaar. Op de terugweg werd er nauwelijks gepraat. Eén vriendin zat half huilend achter het stuur omdat haar peuter bleef vragen “zijn we er al?”, terwijl mijn oudste probeerde te onderhandelen over McDonald’s – om 9:30 uur ’s ochtends.

Thuis aangekomen plofte ik op de bank. Waarom had ik gedacht dat dit ontspannend zou zijn?

Conclusie: Het was een ramp (maar ook een herinnering)

Was het de vakantie die we ons hadden voorgesteld? Absoluut niet. Maar weet je wat? Het was ook hilarisch, op een bizarre manier. We hebben misschien niet echt kunnen ontspannen, maar we hebben wel herinneringen gemaakt. En misschien, heel misschien, kunnen we over een paar jaar lachen om die keer dat we dachten dat op vakantie gaan met vriendinnen én kinderen een goed idee was.

Maar voorlopig? Ik blijf lekker thuis. Alleen. Met wijn.