“Een vakantie met kinderen… wat dacht ik in hemelsnaam?”
Vakantie. Het woord roept beelden op van ontspanning, cocktails en een goed boek bij het zwembad. Maar zodra je kinderen hebt, verandert dat beeld. Dan wordt vakantie een soort uitje naar een survivaltraining: je sjouwt meer bagage mee dan een Sherpa en probeert te ontspannen terwijl je peuter ijs in je strandtas smeert. Hier is een ingezonden verhaal van een moeder die dacht dat een zonnige vakantie rustgevend zou zijn. Spoiler: dat was het niet.
“Het begon met goede bedoelingen”
“Mijn man en ik besloten dat we een familievakantie nodig hadden. Iets zonnigs, iets leuks, iets voor het hele gezin. We kozen voor een all-inclusive resort. Makkelijk, dachten we. Eten geregeld, zwembad voor de kinderen, cocktails voor ons. Wat kon er misgaan?
Het antwoord: alles.”
“De reis: of hoe ik mijn verstand verloor op een vliegveld”
“Het begon al op het vliegveld. Terwijl mijn man met drie koffers worstelde, rende onze peuter richting een snoepwinkel. Ik had mijn baby op de arm en probeerde tegelijkertijd een boardingpass uit mijn tas te vissen. Ik weet niet hoe, maar tegen de tijd dat we het vliegtuig bereikten, had ik al twee keer gezworen dat dit de laatste vakantie ooit zou zijn.
Tijdens de vlucht gooide mijn peuter zijn speelgoedautootje precies naar de slapende man in de stoel voor ons, en de baby besloot dat de hoogte perfect was voor een non-stop concert. Tegen de tijd dat we landden, wilde ik eigenlijk gewoon naar huis.”
“Het resort: all-inclusive chaos”
“Toen we eindelijk aankwamen in het resort, zag ik meteen dat ‘all-inclusive’ een ander woord was voor ‘overal rennende kinderen’. Inclusief de mijne, die binnen tien minuten in het zwembad sprong – met zijn schoenen nog aan.
Het buffet was een gevecht. Terwijl ik probeerde een fatsoenlijke maaltijd op mijn bord te scheppen, had mijn peuter al een berg friet gepakt en mijn baby was een broodje aan het eten… van de grond. Mijn cocktail? Die dronk ik koud op de eerste avond. Daarna was het lauwe wijn in een plastic bekertje, meestal staand terwijl ik een huilend kind wiegde.”
“De excursie die een ramp werd”
“Op dag drie wilden we iets cultureels doen. Leuk voor de kinderen, zeiden we. We boekten een boottocht naar een nabijgelegen eiland. Het had alles: helderblauw water, palmbomen, een gids die gepassioneerd vertelde over de geschiedenis. Wat het niet had? Een wc.
Drie woorden: geen. wc. drama.
Onze peuter kondigde midden op de boottocht aan dat hij ‘echt nú’ moest plassen. Mijn man probeerde een geïmproviseerd plan met een lege fles, terwijl ik me afvroeg hoe snel een boot kan zinken van pure schaamte.”
“De moraal van mijn vakantie”
“Toen we eindelijk thuis waren – compleet uitgeput, met drie koffers vol zand en één verloren schoen – realiseerde ik me dat een vakantie met kinderen helemaal niet over rust gaat. Het gaat over chaos, een hoop gelach, en herinneringen die je over tien jaar met tranen in je ogen navertelt (van het lachen, niet van het huilen).
Dus ja, het was een gekkenhuis. Maar eerlijk? Ik zou het zo weer doen.”