Toen ik mijn baby voor het eerst uit logeren deed en bijna een nervous breakdown kreeg

22.03.2017 18:30
Toen ik mijn baby voor het eerst uit logeren deed en bijna een nervous breakdown kreeg


Als je een baby hebt, kun je reikhalzend uitkijken naar het moment dat ‘ie een keer uit logeren gaat. Eindelijk een keer een avondje vrij! Eindelijk een keer een nacht doorslapen! Maar als het dan zover is, is het toch wel even slikken.

Het zat er al even aan te komen, maar ik had het steeds vakkundig weten uit te stellen. De eerste logeerpartij van mijn babydochter. Oma keek er al maanden reikhalzend naar uit en had zichzelf al meermaals gepitcht als uitstekende locatie voor logies en ontbijt (en dat klopt, weet ik na de recensies van familieleden in de peuterleeftijd die wegens uiterste tevredenheid en nimmer aflatende stroom van koekjes altijd blijven terugkeren naar dit adres), maar ik kon het maar steeds niet over mijn hart verkrijgen om een kamer te boeken voor Arwen. Het zou namelijk de eerste keer ooit worden dat ik een kind uit logeren zou doen en nou ja, alle begin is nou eenmaal moeilijk.

Lees ook: Waarom ik nog nooit een oppas heb ingehuurd.

Mijn oudste twee kinderen, inmiddels zes en vier jaar oud, zijn nog nooit uit logeren geweest. Even om mezelf te verdedigen, dat is niet omdat ik nou zo’n hysterica ben die niemand anders met haar kinderen vertrouwd (nee, écht niet), maar gewoon, omdat logeerpartijtjes nou eenmaal wat moeilijker gaan met een autistisch en een chronisch ziek kind. Dientengevolge ben ik niet gewend dat mijn kinderen ’s nachts niet in hun eigen bedjes liggen, dus toen Mario een week geleden besloot dat het nu toch echt weleens tijd werd dat we Arwen een nachtje zouden uitbesteden moest ik wel een avond in een papieren zak ademen om weer rustig te worden. Niks ten nadele van oma dus hoor, want het stond buiten kijf dat die goed voor mijn kuiken zou zorgen. Maar ja, het is dus wel míjn kuiken hè. Dus dan begint de moederkloek nou eenmaal toch een beetje pinnig om zich heen te pikken.

Het leek mijn man daarom verstandig dat ik niet mee ging om de baby weg te brengen, want dat zou zomaar eens kunnen resulteren in grootse en meeslepende dramatische taferelen. Denk: oma die de maxi-cosi uit de handen van de huilende mama poogt te trekken, papa die een gillende en schreeuwende moeder over zijn schouder moet gooien en de voortuin uit moet dragen, mama die drie keer een rijdende auto uit springt in een poging terug te rennen naar oma’s huis om de baby te confisqueren, ik noem maar een dwarsstraat. Nou ja, en dan kun je er donder op zeggen dat de baby die nacht niet slaapt. Niet van de heimwee, maar van de nachtmerries, van haar schuimbekkende moeder op haar netvlies. Dus bleef ik met tranen in mijn ogen achter in de deuropening van ons huis, mijn echtgenoot nakijkend terwijl hij met onze dochter in de auto de straat uitreed. Ik heb mezelf daarna maar een flinke bel wijn ingeschonken om het leed een beetje te verzachten. Het was weliswaar pas 11 uur ’s ochtends, maar er is nou eenmaal pijn die gewoon verdoofd moet worden.

Die zaterdag en zondag kregen we allerhande intens vrolijke appjes van oma, die samen met Arwen de tijd van haar leven had. Ze zette het zelfs op Facebook, zó gezellig hadden ze het. Het was een waar festijn van knuffels, gloednieuwe Nijntje rammelballen en grootmoeders zelfgemaakte groentehapjes. Ja, Arwen waande zich in de babyhemel. Terwijl ik zat te huilen in de moederhel. Treurig stond ik om mijn eigen as te draaien in de babykamer, het ledikant plotseling akelig leeg. Het lijkt zo heerlijk als je midden in de gebroken nachten en de poepluiers zit, een dagje vrij, een nachtje doorslapen, maar ja, zoals dat gaat met dromen, zijn ze niet zelden mooier dan de realiteit. Be careful what you wish for, zeggen ze tenslotte niet voor niets. Want voor je het weet kún je ’s nachts een keertje doorslapen, maar lig je nog steeds wakker omdat je degene die je nachtrust steeds verstoort zo mist.

Zondagmiddag kregen we onze dochter helemaal intact weer terug. Ze had gegeten, gedronken en geslapen en was in een opperbest humeur. Arwen kan Hotel Oma van harte aanbevelen en wil het liefst haar volgende weekendje weg al boeken. Ik denk alleen dat ze haar vakantiedagen voorlopig even niet meer op kan nemen. Het moet tenslotte niet te gek worden, we hebben haar ook gewoon nodig op de werkvloer thuis. Daarnaast, die poepluiers en die gebroken nachten, hoe erg zijn die nou helemaal? Ik bedoel, ze zijn maar zo kort klein enzo en wat is nou drie keer achttien jaar op een mensenleven? Als mijn kinderen het huis uit zijn heb ik weer genoeg tijd om bij te kunnen slapen en de bloemetjes buiten te zetten met mijn man. Dan ga ik nu de babyfoon even extra hard zetten, want ik wil vannacht geen enkel huiltje missen. Maar verder ben ik helemaal niet hysterisch, hoor. Echt niet.

Lees ook: Toen mijn kinderen uit logeren gingen. En hoe dolgelukkig ik daarvan werd.