Slaapproblemen? Gewoon opsluiten dat kind!
Als je een kind hebt dat weigert te slapen, kun je de wanhoop nabij zijn. Want wat moet je, als je avond aan avond met een bokkige slaapweigeraar zit, of 300 keer je bed uit moet omdat ‘ie de de hele hut bij elkaar gilt? Gewoon opsluiten, zeggen Amerikaanse artsen. Ja, je hoort het goed: opsluiten.
Een vriendin van mij vertelde laatst dat ze de deurklink van de slaapkamer van haar 2-jarige zoontje omhoog had gezet. Zodat hij niet uit z’n kamer kon komen. Want dat deed ‘ie dus de hele tijd. Urenlang zette hij ’s avonds de toko op stelten, omdat hij niet wilde slapen. Gék werd mijn vriendin ervan. En dus had ze hem uiteindelijk uit pure wanhoop maar opgesloten. Onorthodox? Amerikaanse medici vinden van niet. Steeds meer artsen in de VS zijn namelijk van mening dat een slaapweigerend kind opsluiten best een puik plan is. In het kader van: je moet toch wat. En inderdaad, je moet ook wat. Maar of we dít nou echt moeten, dat vraag ik me toch wel af.
Als er íemand weet hoe verschrikkelijk het is om een notoire slaapweigeraar te hebben, dan ben ik het wel. Ik had er namelijk twee. Zowel mijn zoon als mijn dochter waren als baby’s, dreumesen en peuters dramatische slapers. Echt, ik heb er soms nog nachtmerries van. Mijn zoon kwam als peuter ook uit bed. Iedere avond was het bal en stond hij weer bovenaan de trap te gillen. De keren dat ik hem per avond terug moest bonjouren naar zijn bed waren niet meer op twee handen te tellen. Er was een periode dat ik de hele avond met een boek of de iPad op de trap zat, omdat het gewoon geen zin had om naar beneden te gaan. Die tijd probeer ik tot op de dag van vandaag nog steeds te verdringen. En ook ik heb er weleens aan gedacht om gewoon de deur van die peuterslaapkamer op slot te doen en de sleutel in de tuin te begraven. Iets met desperate times en desperate measures.
Ik vind mezelf geen mietje en ik ben ook best wel van de harde aanpak, maar m’n kind opsluiten, dat gaat zelfs míj een brug te ver. En ook professionals aan onze kant van de grote plas vinden de Amerikaanse strategie op z’n minst bedenkelijk. Het is begrijpelijk dat ouders na weken of zelfs maanden slaapterreur wanhopig zijn. “Maar een kind kan angstig worden als je het opsluit” zeggen slaapspecialisten. “En daarnaast is het ook niet veilig, stel dat er bijvoorbeeld brand uitbreekt.” Inderdaad, daar moet je toch niet aan denken. Maar, wat moet je dan wél doen als je iedere avond en nacht uren in de weer bent met een kind dat niet wilt slapen? Eigenlijk is de oplossing simpel: verbieden uit bed te komen en gewoon laten janken. Makkelijker gezegd dan gedaan? Absoluut. Maar, zoals al eerder gezegd: je moet toch wat. En dit is dus wat je moet.
Is het fijn om te moeten aanhoren hoe je kind om z’n mama roept? Om je koppige peuter 60 keer terug te moeten leggen in z’n bedje? Nee, zeker niet. Maar doe je dat niet, dan zit je binnen de kortste keren in een vicieuze niet-slapen cirkel waar je bijna niet meer uitkomt. Hoeveel ouders zitten er niet iedere avond drie uur op de grond naast het bed van hun kind, omdat het anders niet gaat slapen? Moeten steeds meer verhaaltjes en slokjes water uit de kast trekken om het met hun kind op een akkoordje te gooien? Slaapproblemen zijn namelijk meestal gedragsmatig en de ‘schuld’ van de ouders: met al onze pedagogisch verantwoorde goede bedoelingen zorgen we er juist voor dat kinderen een verkeerd slaappatroon aanleren en vervolgens zit iedereen met wallen tot op z’n knieën. Want niet alleen wij, maar ook een kind zelf heeft er last van als het slecht slaapt. En een oververmoeide peuter…nou ja, we weten allemaal dat er met Satan himself nog beter te praten valt.
Heb jij dus een kleine slaapterrorist en ben je in staat zijn slaapkamerdeur te barricaderen? Doe het toch maar niet. Beter kun je het je een paar dagen comfortabel maken op de trap, met een dekentje, een glas wijn en een hele hoop geduld, zodat je je kind consequent terug kunt dirigeren naar z’n bed. Het zal waarschijnlijk even duren voor iedereen op één oor ligt, maar dan heb je ook wat. Soms voelt het ouderschap inderdaad een beetje als een gevangenis, maar om nou daadwerkelijk de cipier van je kind te worden, dat gaat toch wel wat ver.
Lees ook: Dingen die ouders met liefde zouden opgeven voor een nacht doorslapen.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.