Pleidooi voor de moderne ouder: nee, we zitten niet de hele tijd op onze telefoon!
Deze zomer haalde de ‘ontaarde moderne ouder’ meerdere malen het nieuws. De opvoeders van tegenwoordig lopen de kantjes er namelijk vanaf, als we de berichtgeving mogen geloven. En de arme kindertjes zijn de dupe. Vala gelooft daar niks van. Zij ziet juist het tegenovergestelde.
‘Record-aantal kinderen vermist op het strand door ongeïnteresseerde ouders’, ‘Percentage kinderen dat verdrinkt stijgt schrikbarend door nalatigheid van ouders’. De krantenkoppen en nieuwsitems logen er niet om deze zomer. Het ouderimago liep een behoorlijke deuk op. Want: we zijn een stelletje nalatige, egoïstische opvoeders die meer belang hechten aan het bijhouden van onze Instagramfeed dan aan het welzijn van onze kinderen. Ouders van nu zitten alleen maar op hun telefoon en zijn voornamelijk met zichzelf bezig en onze arme kinderen groeien daardoor op als een generatie van zielige, verwaarloosde semi-wezen, verstookt van zorg en aandacht, met alle gevolgen van dien. Nee, dan vroeger. Vroeger waren ouders tenminste nog echt ouders. Die als waakzame haviken aan de rand van het campingzwembad zaten op vakantie. Altijd precies wisten waar hun kroost was. Ja, dat was opvoeden zoals opvoeden bedoeld is.
LEES OOK: “Achter mijn kinderen aanrennen op vakantie? Ik heb wel iets beters te doen.”
Toch vreemd, vind ik. Ik kan me namelijk niet herinneren dat het zo ging toen ik klein was. Wat ik me wel kan herinneren is dat ik in mijn jeugd meermaals bijna verzopen ben in verscheidene zwembaden terwijl mijn ouders aan de kant een boek zaten te lezen. Dat ik op mijn zesde hele dagen over een Franse camping struinde zonder dat mijn ouders enig benul hadden waar ik was. En dat ik met mijn buurmeisje op straat speelde in het centrum van Amsterdam, zonder enig toezicht. Desondanks waren mijn vader en moeder geen ontaarde ouders. Net zoals de ouders van al mijn vriendjes en vriendinnetjes dat niet waren, bij wie het precies hetzelfde ging. En inderdaad, onze ouders hadden geen social media en geen e-mail. Ze hadden geen smartphones om op te kijken. Maar naar ons keken ze ook niet. Sterker nog, ik denk dat het ze een stuk minder interesseerde waar wij waren en wat we deden dan het ons nu interesseert hoe het gaat met onze kroost. Want die zogenaamd ‘ongeïnteresseerde moderne ouder’, die ken ik niet. Sterker nog, ik vind het een nogal beledigende stereotypering van onze generatie, die we niet zomaar over onze kant hoeven laten gaan.
Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat ouders tegenwoordig significant meer tijd aan hun kinderen besteden dan ouders vroeger deden. Kinderen van nu krijgen meer onverdeelde aandacht en quality time dan ooit. Opvoeden is bijna een soort religie geworden en ouders stellen alles in het werk om hun kinderen alles te kunnen geven wat hun hartje begeert en ervoor te zorgen dat ze een zo rooskleurig mogelijke toekomst tegemoet gaan. Kinderen worden ons niet langer zomaar in de schoot geworpen, we kiezen heel bewust voor ze en maken van het ouderschap een soort prestigeproject. Dat is niet per se een goede ontwikkeling aangezien we daardoor wellicht een generatie van verwende narcisten creëeren, maar zeggen dat wij onze kinderen verwaarlozen raakt in ieder geval kant noch wal. Ik ken een heleboel ouders en allemaal zijn ze enorm begaan met hun kroost. We zijn met z’n allen zelfs zo begaan met onze kinderen dat we kosten noch moeite sparen om ze veilig te stellen. We kopen matrasjes met alarmsystemen die meten of onze baby’s ‘s nachts nog ademen. We installeren superdeluxe babyfoons met camera’s in de kinderkamers. We laten onze kinderen GPS-trackers dragen als ze buiten gaan spelen, zodat we altijd weten waar ze zijn. We snijden een doperwt in zes stukjes omdat we bang zijn dat ze erin stikken. We googlen en lezen ons suf over goed opvoeden en kinderveiligheid en nemen alle voorzorgsmaatregelen die er zijn om maar te voorkomen dat er iets gebeurt. Als dat geen betrokken ouderschap is, weet ik het ook niet meer. Want onze eigen ouders deden ‘s avonds de deur van onze kamertjes achter zich dicht, trokken dan de wijn open en hadden zoiets van: morgen zien we wel of Junior nog leeft. En weet je wat, gelijk hadden ze ook eigenlijk.
Dat er kinderen verdwalen op het strand en verdrinken in het campingzwembad is afschuwelijk. En dat het er steeds meer zijn is nog erger. Maar ligt dat aan de ouders? Die beschuldiging is mijns inziens niet terecht. Ja, we zitten weleens op onze telefoon. Nee, we hebben onze kinderen niet iedere seconde in het vizier als ze in de speeltuin zijn. Maar dat is niet anders dan vroeger. Mijn ouders flikkerden mij op vakantie om 08.00 uur ‘s ochtends uit de tent met een knapzakje eten en drinken en dan mocht ik het de hele dag zelf uitzoeken, terwijl zij van hun welverdiende rust genoten. Ze lazen een koffer vol boeken op vakantie en dat was ze echt niet gelukt als ze de hele tijd achter mijn kont hadden aangelopen. Ik kan je vertellen dat ik mij als kind in vele situaties heb bevonden die potentieel gevaarlijk hadden kunnen zijn, omdat er op dat moment niemand was die op mij lette. En inderdaad, het had zomaar fout kunnen gaan en godzijdank is dat nooit gebeurd. Hadden mijn ouders in sommige gevallen misschien meer betrokken moeten zijn? Waarschijnlijk wel. Maar ja, zo gaat dat. En zo zal dat blijven gaan. Vroeger, nu en in de toekomst. Want alleen omdat wij andere middelen hebben die ons soms afleiden dan ouders van vroeger, zijn wij niet minder betrokken. Wij hebben een mobiele telefoon, onze ouders hadden een boek, een krant, of een glas (nou ja, een fles) wijn bij de vakantielunch om hun zicht op ons te vertroebelen. En bovendien zijn wij met die mobiele telefoons ook nog eens de hele tijd bezig om foto’s van onze kinderen te maken, dus hoezo niet in het vizier? Die Insta’s waren nooit zo vol geweest als wij niet constant achter onze kroost aan liepen.
Mijn eigen ouders vinden mij regelmatig een overbezorgde hysterica. “Laat die kinderen nou eens gaan” krijg ik dan te horen als ik weer eens “Pas op! Kijk uit! Niet doen!” sta te roepen in de speeltuin waar mijn kinderen van mij nog steeds onder geen beding zelf naartoe mogen omdat ze welgeteld één straat over moeten steken waar één keer in het kwartier een auto rijdt. En ja, ook ik zit weleens een rondje te Facebooken als ik dan dus weer eens in die speeltuin over mijn kroost zit te waken. Ook ik heb deze zomer op het strand weleens een foto op Instagram geplaatst terwijl mijn kinderen drie meter verderop in de branding een zandkasteel zaten te bouwen. En ja, ik ben één van de drie laatst nog kwijtgeraakt. Niet omdat ik op mijn telefoon zat te turen, maar gewoon, omdat ik een ouder ben. En dat soort dingen nou eenmaal gebeuren in het ouderschap. Omdat ouders mensen zijn en het ouderschap dus mensenwerk. Daarbij gaan er dingen fout. Soms resulteert dat in een vreselijk drama en ja, uiteraard sla je jezelf dan voor je kop omdat je het wellicht had kunnen voorkomen. Maar de meeste ongelukken zitten toch echt gewoon in dat rottige kleine hoekje. En zijn dus weinig meer dan dikke, vette pech.
Ik ken geen nalatige, telefoon-verslaafde ouders die liever hun status updaten dan hun kroost behoeden voor het verdrinken in die spreekwoordelijke zeven sloten waar kinderen altijd zo graag in willen lopen. Ik ken eigenlijk alleen maar helikopterouders die, net als ik dus, zo bovenop hun kinderen zitten dat die zich uit pure frustratie expres proberen te verdrinken in de twee cm water van het opblaasbadje met verzuipsensors dat mama in de tuin heeft gezet. Dus kunnen we nou eens ophouden met ouders altijd direct de schuld te geven als er iets misgaat met de kinderen? Een kind hoeft maar thuis te komen met een schaafwond, of er wordt al geroepen dat dat komt omdat papa en mama verzaakt hebben hun kind uit te rusten met kniebeschermers en een valhelm en dus overduidelijk slechte, lakse ouders zijn. Ongelukken met kinderen zijn vreselijk en we moeten er alles aan doen om ze te voorkomen. Maar dat doen we ook. We voorkomen zelfs zoveel, dat onlangs is gebleken dat kinderen van nu zowel op motorisch gebied en wat betreft zelfstandigheid hard achteruit gaan omdat we ze niet meer laten klimmen, rennen en springen en constant in hun nek hijgen. Wat dus weer gevaarlijk is, want wat gebeurt er als je een stel wiebelige, motorisch gestoorde mensen die niet voor zichzelf kunnen zorgen loslaat in de samenleving? Juist, ongelukken. Hoe ironisch is dat?
Telefoon uit als je bij je kinderen bent, daar ben ik best voor. Niet omdat je ze met dat gescroll door je tijdlijn de dood injaagt, maar gewoon, omdat al dat geneuzel op social media eigenlijk vooral een hoop onzin is. Neem gewoon een boek mee naar de speeltuin, zoals onze ouders deden. En kijk na ieder hoofdstuk even op. Doezel even weg op dat bankje in de zon en schrik tien minuten later wakker. Als Teuntje en Fleurtje niet bloedend onderaan de glijbaan liggen zal het allemaal wel goed gaan. En bovendien: geen echte kindertijd zonder een paar goede bijna-doodervaringen. Want wat is er nou leuker dan je ouders de stuipen op het lijf jagen?
LEES OOK: Hóe heet jij?! Beste ouders geef je kind alsjeblieft een normale naam.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.