Ouders, ga het gevecht aan! Opvoeden kan niet zonder strijd.

18.10.2019 00:10


De afgelopen jaren is de tendens in opvoedland geweest dat we onze kinderen steeds meer als gelijken moeten behandelen. De autoritaire opvoeding van vroeger (“Waarom moet dat, mama?”, “Omdat ik het zeg!”) is in het verdomhoekje terecht gekomen. Want: met kinderen moet je praten, naar kinderen moet je luisteren. Belonen is goed, straffen is fout. En vooral: geen strijd in het gezin. Want een kras op de kinderziel, dat willen we als ouders niet op ons geweten hebben. Of kunnen die tere kinderzieltjes eigenlijk best wel tegen een stootje?

“Ja” zei pedagoog Micha de Winter enige tijd geleden in Psychologie Magazine. Sterker nog, opvoeden zonder strijd is volgens hem een utopie en moet je bovendien ook helemaal niet willen. Opvoeden is namelijk per definitie één groot conflict en die strijd moet je aangaan. Zelf was hij als vader helemaal niet zo’n strijdbaar type, vertelt hij in het interview. Zijn kinderen zijn inmiddels volwassen, maar achteraf gezien had hij gewild dat hij ze wat steviger had aangepakt. Dat had namelijk meer veiligheid geboden. Thuis als ouder stevig de scepter zwaaien biedt kinderen namelijk duidelijkheid. En dát is waar alle kinderen behoefte aan hebben. Want: duidelijkheid is veiligheid. En waar heeft ieder jong (of het nou een olifantenkalfje, een leeuwenwelpje, of een mensenbaby is) behoefte aan? Juist, zich veilig voelen.

Lees ook: Als je je zorgen gaat maken over de jeugd van tegenwoordig…

“Ouders moeten het conflict weer durven aangaan met hun kinderen” aldus De Winter. Een opmerkelijke opmerking voor de man die in eerdere studies juist pleitte voor zoveel mogelijk gezamenlijkheid en vreedzaamheid in het gezin. Want, gezamenlijkheid en strijd, dat zijn toch twee begrippen die moeilijk met elkaar te rijmen vallen? “Juist niet.” vindt De Winter. “Hoe vroeger we leren met weerstand en verschillen om te gaan, hoe beter we daar als volwassenen mee uit de voeten kunnen.” De kunst is om kinderen te leren wél conflicten aan te gaan, maar op een vreedzame manier. Dus: schreeuwen en je kind een draai om z’n oren geven? Doe maar niet. Maar toegeven omdat je gemopper en een nare sfeer in huis wilt vermijden? Ook geen goed idee.

We moeten als ouders namelijk bedenken dat onze belangen en die van onze kinderen vaak contrasterend zullen zijn. Dat is ook logisch. Een kind heeft namelijk nog niet het intellectuele vermogen om te bedenken dat het niet goed voor hem is om iedere avond alleen maar patat te eten. Een kind is gericht op instant behoeftebevrediging: “Ik heb zin in iets lekkers, dus neem ik dat”. Aan ons, als ouders, de schone taak om die behoeftes in die kiem te smoren. Omdat broccoli namelijk gezond is en je kind nú weliswaar gelukkig zou worden van een patatje Joppie, maar een paar jaar later hoogstwaarschijnlijk niet staat te juichen bij 10 kilo overgewicht en een stel dichtgeslibte aderen. En dan heb je het als ouder alsnog gedaan, want dan heb je niet ingegrepen. Dus wat is er dan op de lange termijn beter: een avond boze koppies die met lange tanden aan tafel zitten, of jaren later een dikke factuur van de psych voor pedagogische verwaarlozing? Want, een beetje bot gezegd, dat is het wel, als je als ouder niet durft in te grijpen.

Moeten we dus weer terug naar het autoritair opvoeden? De riemen weer uit het vet halen en het kroost structureel de mond snoeren aan de dis? Nee, dat is nou ook weer niet de bedoeling. Uit onderzoek blijkt dat je met een autoritatieve opvoeding (warm, democratisch en met gezag in plaats van macht) de emotioneel gezondste kinderen kweekt. Grenzen stellen en in de gaten houden wat je kinderen doen is belangrijk, maar je moet daarbij wel uitleggen waaróm er bepaalde regels gelden. Kinderen zijn niet achterlijk en ze hebben er recht op dat er met hen gecommuniceerd wordt. Want: hoe klein en onverantwoordelijk ook, het zijn wel mensen.

Dus ouders, trek de bokshandschoenen maar weer aan en stap de ring in. Een robbertje vechten met je kinderen hoort er nou eenmaal bij. Zolang er maar geen al te harde klappen vallen, verdwijnen die blauwe plekken met de jaren echt vanzelf wel. Van een paar kleine littekentjes worden die tere zieltjes alleen maar een beetje harder. En dat kun je in de grote boze buitenwereld tenslotte best wel goed gebruiken.

Lees ook: Van deze complimentjes wordt ieder kind gelukkig.

(Bron: Psychologie Magazine)