Pubers opvoeden: 7 dingen die je geduld (en je wifi) op de proef stellen

Opvoeden is nooit makkelijk, maar pubers? Dat is een heel nieuw level. Ooit had je een schattig kind dat je hand vasthield, nu heb je een wezentje dat zucht bij alles wat je zegt en de koelkast leeg eet alsof het een olympische sport is. Hier zijn zeven dingen die je leert als je een puber in huis hebt.
1. Ze communiceren in zuchten en oogrollen
Vraag je hoe hun dag was? Zucht. Vraag je of ze hun kamer willen opruimen? Oogrol deluxe. Ze zeggen weinig, maar met hun lichaamstaal kunnen ze hele boeken schrijven.
2. Jouw wifi is heilig (en altijd te traag)
Niks zo heilig als de wifi. En als die hapert? Chaos. Crisis. Paniek. Je puber functioneert beter zonder zuurstof dan zonder een stabiele internetverbinding.
3. Hun kamer is een verboden zone
Denk niet dat je zomaar hun kamer binnenwandelt. Dat is hun terrein, en als je er al in mag, bereid je dan voor op een mysterieuze mix van kleding, lege chipszakken en een geur die je niet helemaal kunt plaatsen.
4. Ze hebben altijd honger
Een halfuur na het avondeten staan ze alweer in de keuken. “We hebben niks lekkers,” zeggen ze, terwijl de kast vol ligt met eten. Alles moet nu en veel.
5. Discussies winnen? Vergeet het maar
Je kunt met feiten komen, met logica, met de wijsheid van je jarenlange levenservaring… het maakt niet uit. Zij weten het beter. En als je te veel praat, krijg je een: “Oké boomer.”
6. Ze willen vrijheid, maar wel met jouw portemonnee
Ze zijn te oud om met je gezien te worden, maar niet te oud om jouw geld te gebruiken. Festivals, kleding, snacks – als het op betalen aankomt, ben jij ineens weer heel relevant.
7. Ze zijn stiekem best leuk
Tussen het pubergedrag door komen er momenten dat ze je verrassen. Een onverwachte knuffel, een droge grap, of een serieus gesprek waardoor je ineens denkt: “Hé, ze worden best toffe mensen.”