Opvoeden: 6 dingen die je dacht nooit te doen (maar nu wél doet)
Voordat je kinderen had, wist je het zeker: zó zou jij het nooit doen. Fast forward een paar jaar en je eet je eigen woorden op—waarschijnlijk samen met de restjes van het bord van je peuter.
Opvoeden is een vak apart. Je begint met torenhoge principes en eindigt met “ach, als het maar werkt.” Want de realiteit? Die is meedogenloos. Hier zijn zes opvoedregels die je heilig verklaarde, maar inmiddels keihard hebt laten varen.
1. “Mijn kind krijgt nooit een scherm”
Ja hoor, en kabouters bestaan ook. Soms is een tablet de enige reden dat je in alle rust een kop koffie kunt drinken. Of überhaupt kunt ademen.
2. “Mijn huis blijft netjes”
Sure. In theorie. In werkelijkheid bestaat je vloer uit een mix van Legoblokjes, verkruimelde rijstwafels en mysterieuze natte plekken waar je maar beter niet te veel over nadenkt.
3. “Ik kook altijd vers en gezond”
Heel nobel, maar na de zesde weigering van je biologische quinoa-spinazie-quiche grijp je toch echt naar de diepvriespizza. En dat is oké.
4. “Mijn kind krijgt geen snoep”
Haha. Hahahaha. De dag dat je peuter krijsend op de grond lag in de supermarkt, heb je je principes laten varen. En terecht.
5. “Ik ga nooit tegen mijn kind schreeuwen”
Je begint zen, met pedagogisch verantwoorde gesprekstechnieken. Maar dan heb je een peuter die voor de derde keer z’n boterham op de hond smeert, en plots komt er een ongekende oerkreet uit je mond.
6. “Mijn kind gaat zich gedragen in het openbaar”
Totdat je met een krijsende draak in de IKEA staat die weigert z’n schoenen aan te doen. Iedereen kijkt. Je zweet. Je belooft een ijsje als ‘ie nú ophoudt. Einde opvoedkundige illusies.
