Onthoud dit als je je wel eens een slechte moeder voelt
We kennen het gevoel allemaal. Opeens lukt er helemaal niks meer met je kind. Toen Femke’s Max een peuter was vroeg ze zich honderd keer per dag af of ze een slechte moeder was. Totdat ze een collega-moeder tegenkwam.
LEES OOK: Denk je wel eens dat je een slechte moeder/vader bent? Check dit!
Ik zeg het maar even recht voor zijn raap: soms voelt het ouderschap verdomd moeilijk en alleen. Momenteel ben ik weer als een gek aan het battelen op de vierkante centimeter met mijn zoon van drie. Alles is ‘nee’ en er wordt van niks een drama gemaakt. IK KAN DAT NIET! IK WIL DAT NIET! Daarbij heeft Max momenteel een stevige voorkeur voor zijn vader, wat zich uit in uitspraken als: “Ik vind jou stom” “Stommerd” “Jij doet altijd alleen maar saaie dingen” en “Ik houd het allermeest van pappa”. Ook is het slaan en haren trekken weer verergerd en dat agressieve gedrag richt zich met name op mij. Ik weet dat het een fase is en dat het om een kind gaat en dat ik het me niet moet laten raken, maar toch ben ik er niet ongevoelig voor. Het hakt erin. Terwijl het al vaker gebeurd is en ik weet dat dit gedrag weer zal afnemen ga ik me iedere keer opnieuw afvragen: ben ik dan zo’n slechte moeder? Doe ik het dan allemaal verkeerd? Had ik eigenlijk nooit kinderen moeten krijgen? Ben ik niet geschikt?
Hét moment van opluchting komt altijd door een andere ouder. Eentje die openbaart dat het haar ook niet lukt. Gedeelde smart is halve smart nietwaar? Afgelopen weekend was ik op een kinderfeestje (die heb ik de laatste tijd nogal veel) en trok de moeder van de jarige job me de keuken in. Ze begon een verhaal over haar zoon die de afgelopen tijd alle perken te buiten gaat. Brutaal, onhandelbaar, schreeuwen, schoppen… het hele arsenaal dat wij thuis ook kennen. Natuurlijk vond ik het reuze kut (sorry voor het woord, maar ik kan even niks passender bedenken) voor haar, maar ik voelde ook iets anders: opluchting. Opluchting omdat ik niet de enige ben die af en toe met de handen in het haar zit. Opluchting omdat ik niet de enige ben die van ellende maar op haar man gaat lopen vitten terwijl kind erbij staat en zich daarover na afloop heel naar voelt. Opluchting omdat ik niet de enige ben die de laatste tijd net iets te vaak “ik ben er klaar mee” roept, terwijl partner terugroept: “Dat is geen optie. Je kunt hier niet klaar mee zijn”. Zucht.
Als we even terugschakelen… het is natuurlijk ook niet zo vreemd dat we ons af en toe voelen falen. Die peutertijd (of een heftig kind) komt redelijk uit de lucht vallen. Je krijgt een scheetje van een baby. Hij is perfect en nog totaal ongevormd. Er zit al echt wel een karakter in, maar dat openbaart zich meestal niet meteen in volle glorie dat allereerste jaar. Na zo’n maand of zestien begon bij ons het echte opvoeden. Het programmeren van je kind. Het onderscheid maken van goed en fout, het grenzen aangeven, het strafstoeltje, De Hoek… Maar hoe je ook probeert hem of haar een perfect persoontje te maken, dat zal nooit lukken, net zo goed als het jouw ouders niet is gelukt. Je kind zal af en toe een klootzakje zijn, je bespelen en al je knoppen indrukken.
Het enige wat wij als ouders op die momenten moeten doen is afwachten tot de storm gaat liggen, steun bij elkaar zoeken, volhardden in onze aanpak en geloven dat het goed komt. Perfectie is niet het doel. Het doel is soms simpelweg dat het bootje blijft drijven en dat er niemand sneuvelt. En nee, dat maakt je geen slechte moeder, maar dat maakt je een normale moeder.
LEES OOK: moeder versus vader: check de verschillen