Ode aan alle vrouwen die ooit een miskraam kregen
Wat zeg je tegen iemand die een miskraam heeft gehad? Janneke wist het echt niet, maar wil toch nog graag even het volgende zeggen.
Laatst sprak ik iemand op mijn werk. Ik vroeg hoe haar weekend was geweest, maar ze had het niet zo leuk gehad. Privédingen, zei ze. Ik knikte begrijpend en vroeg niet verder. “Ik heb een miskraam gehad,” zei ze toen ineens. Tien weken zwanger was ze toen het misging. Ze was al meer dan drie jaar aan het proberen zwanger te worden. Heel blij was ze geweest toen de zwangerschapstest positief was. Eindelijk, na al dat wachten en proberen, na alle behandelingen die eraan voorafgingen.
LEES OOK: Waarom een miskraam je volgende zwangerschap minder onbezorgd maakt
Ik sloeg een arm om haar heen en probeerde troostende woorden te zeggen. Maar wat moet je zeggen in zo’n geval? In elk geval niet iets opbeurends als ‘het komt wel goed joh’, want ik had natuurlijk geen idee of het binnenkort wél zou gaan lukken, ook al hoopte ik dat natuurlijk vurig voor haar. Ook niet iets relativerends, zoals ‘kinderen hebben is ook niet alles hoor’. Het liefst iets hoopvols, iets liefs, iets warms, maar dan niet iets wat overkwam als een dooddoener. Of iets in de geest van ‘wonderen bestaan’, maar dan wel terwijl er gelijktijdig een wonder plaatsvond. Ik kwam niet veel verder dan ‘Ach, meis toch, wat ontzettend naar’, het stellen van een paar vragen en het halen van een bakkie troost.
Die dag liet haar verhaal me niet meer los. Ik voelde me ineens zo nederig tegenover dit grote verdriet. Zelf had ik het geluk om meteen zwanger te zijn, in dezelfde maand dat mijn vriend en ik besloten dat een kind welkom was. En ook nog eens van een tweeling. Een enorme zegen, die inmiddels weer zo normaal is geworden dat ik nota bene stukjes schrijf over hoe zwaar het allemaal wel niet is, dat moederschap. En dat terwijl ik – dat besefte ik maar weer eens al te goed – het moederschap het allermooiste vind wat me ooit is overkomen. Een ervaring die weliswaar overdonderend, intens en overweldigend kan zijn, maar ook heel knus, gezellig, vervullend, ontwapenend, hartveroverend. Eentje, kortom, die ik iedereen gun die ernaar verlangt.
Hoe het is om een miskraam te krijgen, weet ik niet, ik heb er nooit een gehad. Wel weet ik wat het is om iemand te verliezen die je heel dierbaar is. Maar als je iemand verliest die heeft geleefd, die je goed hebt gekend, dan heb je in elk geval de herinneringen, iets om op terug te kijken, iets tastbaars om te koesteren. Hoe neem je afscheid van iemand die je nog niet hebt kunnen leren kennen en van wie niemand anders nog de liefde heeft kunnen voelen, behalve jij en je man – en zelfs hij niet op de manier waarop jij die hebt gevoeld? Dan is er – zo stel ik me voor – alleen de herinnering aan dat wat niet heeft mogen zijn, de blijde verwachting die niet werd ingelost, een onbestemd gevoel van heel diepe liefde. En een verdriet dat je met niemand echt kunt (of wilt) delen.
Bij één op de tien zwangerschappen treedt een miskraam op. En dan is er nog een kleine groep vrouwen die hun kind ná de twintigste week verliest – een verdriet dat zo groot moet zijn dat ik het niet eens kan bevatten. Deze cijfers houden in dat een derde van de vrouwen te maken krijgt met het verlies van een kind of een kind in wording. Eén op de drie vrouwen die met dit verdriet te maken krijgen en dat een plek geven, die toch weer dapper verder gaan, die de moed en de hoop niet opgeven. Een op de drie vrouwen die moeder zijn van een kind dat nooit het levenslicht zag. Die niet alleen iets verloren hebben, maar ook – denk ik, maar daar mag je het mee oneens zijn – iets gekregen hebben: de eeuwige liefde van een lief, klein zieltje dat voor altijd met hen verbonden is.
Ik heb heel veel respect voor deze moeders. Want ook de moeders die daarna geen kinderen meer hebben gekregen, zijn wat mij betreft moeders, al waren ze het misschien nog zo kort. Wat mij betreft mag er voor al deze vrouwen een heel mooi standbeeld worden opgericht. Voor alle dappere, verdrietige, hoopvolle, moedige, ontroostbare en gelukkige moeders die ooit zwanger waren van een kind dat niet levensvatbaar bleek. Ik vind zelf dit een heel mooie, maar voor wie daar anders over denkt: moge dan dit stukje jullie virtuele standbeeld zijn.
LEES OOK: 17 Stomme dingen die mensen zeggen als je een miskraam hebt gehad.
Niets meer missen?
Meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief!
Janneke (45) heeft drie dochters: een tweeling van 8 en een peuter van 2. Over de tweelingzwangerschap en -hectiek van de eerste jaren schreef ze het boek O jee het zijn er twee. Tegenwoordig probeert ze vanuit intuïtie en creativiteit te balanceren tussen haar werk als schrijver en het moederschap van drie meiden. Je kunt haar belevenissen ook volgen op haar Instagram.