Nee, die tweede doe je er dus niet even bij
Toen ik zwanger was van baby B. grossierde ik en/of mijn directe omgeving in misverstanden over het krijgen van een tweede kind. Omdat ik achteraf gezien toch best wat meer realiteitszin had willen hebben, zet ik hierbij de meest opmerkelijke misverstanden op een rij. Doe er vooral je voordeel mee. Of klik snel weg. Want wat niet weet, wat niet deert. En zo is het.
Lees ook: 28 dingen op het TO DO-lijstje van een peuter
- Die tweede doe je er gewoon even bij. Toegegeven: je bént al een gezin en kent het klappen van zweep. Je weet alles van middagslaapjes, huilen, inbakeren, nachtvoedingen, Olympisch vroeg opstaan, piepjonge baby’s badderen en angstaanjagend volle wasmanden. Maar een tweede kind komt er dus echt ECHT niet gewoon even bij. Ook niet stiekem. In ieder niet in mijn geval. Ik moest werkelijk een heel nieuw ritme vinden en alles opnieuw op elkaar afstemmen. Ik kan je zeggen: bepaald geen klusje voor tussendoor.
- De nachten zijn minder zwaar, want je weet dat het tijdelijk is. Tja. Die wetenschap doet niks af aan het gierende slaaptekort. Bovendien: juist het feit dat je nog een ouder kind hebt maken de gebroken nachten extra zwaar, want om 07:00u begint de dag weer. Bovendien heeft grote broer/zus vanwege de veranderingen waarschijnlijk flink wat extra aandacht nodig. Kortom: overdag even lekker collapsen op de bank met de baby op de borst is een no go. Het is drie tot vijf uur slapen, de vochtwalletjes wegkloppen en doorrr.
- Een babyshower bij een tweede zwangerschap is overdreven. Mispoes. Mijn vriendinnen hadden in het diepste geheim toch wat georganiseerd en man-o-man wat was dat leuk. Ik vond mijn tweede zwangerschap lichamelijk en geestelijk best pittig: je hebt maar weinig tijd om bij de komst van je tweede kind stil te staan of het rustiger aan te doen. Dus in goed gezelschap een stel scones naar binnen tikken, hysterische quizvragen over baby’s beantwoorden en tig mierzoete cadeaus uitpakken – ik vond het nul fout.
- Als je de oudste goed voorbereidt op de komst van de baby, dan is-ie vast niet geschokt. Kijk, ik heb werkelijk eindeloos zitten voorlezen uit boeken met dikke flapjesbuiken, waar dan tadaa een baby achter verscholen zat, maar hoe gezellig je het ook maakt: een broertje of zusje krijgen blijft in de basis best een schokkend iets voor je oudste. In een Amsterdamse kinderkledingzaak hoorde ik eens de volgende vergelijking. Stel: je hebt een leuke vriend en het is totaal de man van je leven. Maar dan kom je op een dag thuis en zie je hem met een andere vrouw op de bank zitten. De reden? Hij vond jou zó leuk vond dat-‘ie er nog wel eentje bij wilde. Tja, als je het zo bekijkt, damn. Mijn oudste heeft het in ieder geval – vijf maanden later – nog steeds best zwaar met de komst van baby B.
- De eerste drie maanden zijn minder zwaar, want je weet dat het gewoon goed komt. Toegegeven: ik vond het iets minder zwaar. En ik was ook minder onwennig met het aankleden en verzorgen van mijn verse spruit. Toch is het razend moeilijk om tijdens de zoveelste gebroken nacht het overzicht te houden, een beetje sane te blijven en niet weg te zakken in de verradelijke modder van zelfmeelij.
- Ik weet nu alles van baby’s, dus ik ga echt geen hysterische boekjes met tips lezen. Ha! Klopt! Alleen ben je nu het babydagboek van je oudste zo ongeveer fulltime aan het doorspitten. In de hoop tussen al die gekkigheid wat zinnige informatie te ontwaren over wanneer die nachtvoeding er ook alweer uit ging/de kramp verdwenen was/ je stopte met inbakeren en wanneer ‘ie nou ook alweer naar zijn eigen kamer ging.
- De babykamer hoeft niet perfect af te zijn, hij slaapt de eerste maanden toch bij je op de kamer. Nesteldrang is nesteldrang, dus of je het nou wilt of niet, die kamer moet af. En hij moet nét zo leuk zijn als de kamer van broer/zus. Zullen we nou krijgen zeg. Om vervolgens de kamer zeshonderd keer te Instagrammen, de wieg naar jullie eigen slaapkamer te verslepen en de eerste weken amper naar het prijswinnende babydomein om te kijken.
- De bevalling gaat vast minder heftig zijn want er is al een keer een kind doorheen geperst. Ja, het MOET daar toch haast wel een beetje opgerekt zijn als je een keer bevallen bent, toch? Mmm. Laat ik het zo zeggen: het klopt dat je de ergste pijn van een bevalling vergeet.
- Ik ga dus echt geen honderd perfecte babypakjes in maat 50-56 kopen, want dat is zonde, ze groeien er in een week uit. Oké, ik kocht er misschien niet honderd, maar omdat ik wist hoe handig en fijn en supercute de zachte boxpakjes en overslagrompers van Petit Bateau zijn, kocht ik ze dus juist in overvloed. Een goede, praktische en weloverwogen voorbereiding was immers het halve werk.
- Als je oudste een goede eter/slaper is, dan moet je gewoon precies dezelfde strategie volgen als de eerste keer. Moehahaha. Waar je bij de eerste diep in je hart nog denkt dat het dus aan jouw goddelijk geslaagde aanpak (of aangeboren talent voor moederen) ligt dat je kind supersnel doorsliep/een geweldige eter is/braaf alleen speelt/vul het specifieke talent maar in: bij de tweede kom je er dus DEF achter dat ieder kind anders is. En weet je, dat is maar goed en mooi ook.
Ook een bijzonder, opmerkelijk of geestig misverstand over de komst van een tweede onder de knop? Praat mee op onze Facebookpagina.
Lees ook: Hoe voorkom je in godsnaam dat je een slons wordt in 7 stappen