Fantasierijke en angstige peuters: zo deal je met een monster onder het bed
Monsters in de kast en krokodillen onder het bed. Het kan, echt waar. Tenminste, in de fantasiewereld van je peuter. En die fantasieën kunnen behoorlijk beangstigend zijn en dus voor slapeloze nachten zorgen. Want een onderscheid maken tussen wat echt is en wat niet, dat kunnen die kleintjes nog niet. Zo deal je met een monster onder het bed.
Lees ook: 10 redenen voor je kind om niet te slapen
Kinderen hebben een rijke fantasie, alles wat ze bedenken is mogelijk en bestaat. Ze zijn een kei in verhalen verzinnen, niet alleen leuke en grappige verhalen, maar ook spannende en enge. En al die verzinsels van je peuter zijn voor hem werkelijkheid. Want als hij gister een vlieg door zijn slaapkamerraam naar binnen zag komen, past daar toch ook wel een monster doorheen? Daarnaast zien ze ook van alles op televisie en in boeken voorbij komen. Heksen die kunnen vliegen, een krokodil die een wel een kindje zou lusten en een klein meisje dat bevriend is met een groot en harig monster. En alles wat ze zien, horen of bedenken, is echt. Het denkvermogen van een peuter is nog niet dusdanig ontwikkeld dat hij onderscheid kan maken tussen wat werkelijkheid is en wat niet. Als je kind heeft bedacht dat er een krokodil in de kast woont, dan is dat ook zo. Punt.
Fout nummer één die je als ouder kan maken is dan ook door te zeggen dat dat helemaal niet kan. Je peuter voelt zich op deze manier onbegrepen en kan nog angstiger worden. Je kind denkt – en weet dat heel zeker – dat die krokodil daar wel degelijk zit. Neem zijn angst en fantasieën dus altijd serieus en jaag samen met je kind die krokodil uit de kast of het monster onder het bed vandaan. Hoe dan? Door bijvoorbeeld het slaapkamerraam open te zetten en de kastdeur open te doen / onder het bed te kruipen en te roepen: ‘ga weg beest!’ en hem denkbeeldig het raam uit te gooien. Je kunt ook iets grappigs bedenken waar krokodillen of monsters niet tegen kunnen of zelf bang voor zijn. Scheetjes van je kind bijvoorbeeld of een wegjaag-dansje. Op deze manier geef je je kind de mogelijkheid zelf iets aan de situatie te doen. Of laat je kind zelf iets bedenken waarvan hij denkt dat het de monsters weg zal jagen (zolang de oplossing voor hem maar niet is: bij papa en mama in bed slapen).
Is je kind echt heel bang voor het fantasiebeest in zijn kamer? Praat er overdag rustig met hem over, als het licht is buiten, maar ga zeker niet ’s avonds de discussie aan. Zo vlak voor het naar bed gaan kan je het beter zo luchtig mogelijk houden en hem proberen af te leiden met iets anders leuks. Ga niet teveel mee met de angsten van je kind. Als je zegt: ‘nou zeg, inderdaad, wat een eng monster zit er onder je bed!’, versterkt dit het angstige gevoel bij je kind des te meer. Mama is er immers zelf ook bang voor, dat heeft hij je net horen zeggen. Hoe kan hij dan rustig gaan slapen?!
Een nachtlampje of het licht op de gang aanlaten kan ook helpen. Zo’n hele donkere kamer is natuurlijk ook best een beetje eng.
Wat kun je nog meer doen?
– Laat de fantasierijke boeken even liggen; dus geen vliegende heksen, krokodillen die kindjes lusten of blauwe monsters. Maar kies even voor Jip&Janneke bijvoorbeeld.
– Let ook op welke televisieprogramma’s je kind kijkt. Iets over ridders, draken of piraten kan angst opwekken. Dat sommige dingen niet echt zijn, of ‘gespeeld’, begrijpt je kind nog niet.
– Kijk in de donkere kamer van je kind of er ‘enge’ objecten staan. Die grote teddybeer bovenop de kast of de staande lamp in de hoek van de kamer kunnen in het donker wel eens voor monster worden aangezien.
– Niet alle kinderen vinden een nachtlampje fijn, sommige kinderen slapen het liefst in het pikkedonker. Niets zien, betekent hier ook: niks fantaseren en geen enge schaduwen.
Lees ook: in 10 stappen een zindelijk kind!