DIT moet je weten als je (misschien) een keizersnede krijgt
Janneke’s kinderen lagen in een dubbele stuit, dus dat ze een keizersnede zou krijgen was zo goed als zeker. Maar hoe bereid je je voor op een keizersnede? Voor een bevalling kun je op pufcursus, in je weeën duiken, YouTube-fimpjes kijken, een geboorteplan opstellen. Toch kan het lonen ook wat voorwerk te doen voor een keizersnede. Oók als deze niet gepland staat, want als het onverhoopt toch een sectio wordt, is het fijn als je daarop voorbereid bent. 10 dingen die handig zijn om te weten over een keizersnede.
Lees ook: 9 dingen die ze je niet vertellen over een keizersnede
- Er bestaat een ‘gentle sectio’.
Hierbij wordt zoveel mogelijk een natuurlijke bevalling nagebootst. Gedempt licht, een minder koude operatiekamer, een ruggenprik in plaats van volledige narcose, een doorzichtig scherm waardoor je je kind geboren kunt zien worden. Ook mag de vader met de kinderen mee naar de kinderarts direct na de geboorte, of kun je je kind zelfs meteen vasthouden voor huid-op-huid-contact. Informeer naar de mogelijkheden en stel een geboorteplan op – dat heeft ook bij een keizersnede wel degelijk zin. - Je mag iets meegeven met jouw geur eraan.
Slaap een paar weken voor de uitgerekende datum of geplande keizersnede met een babydeken of -mutsje in bed (of allebei). Zo gaat jouw geur eraan zitten en je baby kan, zodra hij geboren is, helemaal in jouw geur gewikkeld worden. Dat voelt vertrouwd voor de baby en is ook een fijn gevoel voor jezelf, omdat je je kind na de geboorte niet meteen (de hele tijd) bij je krijgt. - Het doet pijn.
Want echt ‘gentle’ wordt een keizersnede natuurlijk nooit. Ook al is de ingreep zelf redelijk pijnloos en snel, de pijn daarna kan behoorlijk tegenvallen. Mijn pijngrens is volgens mij best hoog (ik vond de weeën bijvoorbeeld goed te doen), maar ik moest toch echt na de keizersnede een paar dagen aan de morfine. Elke draai, beweging of nies kan voelen alsof je buik een beetje openscheurt. Maar als het goed is, wordt dat snel beter (het herstel verloopt voor iedere vrouw anders). - Het gaat snel.
Een keizersnede gaat snel: als je eenmaal verdoofd bent, is het in vijf minuten gepiept. Bereid jezelf (en je kind) dus psychisch voor. Toen ik hoorde dat het zó snel zou gaan, heb ik even een momentje voor mezelf genomen om mezelf voor te bereiden op het idee dat ik over vijf minuten moeder zou zijn. En ook om in gedachten tegen mijn kinderen te zeggen dat het ging gebeuren en dat ze welkom waren. - Je kunt weeën hebben.
Een keizersnede betekent lang niet altijd dat je vooraf geen weeën hebt. Bij mij stond de datum van de geplande keizersnede al, toen twee weken daarvoor mijn vliezen braken. Dus ik heb het hele scala aan weeën meegekregen, tot en met volledige ontsluiting. Toch fijn dat ik daar nog een boekje over had gelezen. - Er mogen foto’s worden gemaakt.
Als je een verdoving met ruggenprik krijgt, mag je partner aanwezig zijn bij de keizersnede. Maar die heeft natuurlijk geen tijd om in die paar overdonderende minuten foto’s te gaan staan maken. Vraag of iemand van de verpleging dat wil doen, het leverde bij ons prachtige plaatjes op. En juist omdat het allemaal zo snel gaat, is het fijn om die later nog eens terug te zien. In ons geval werden er ook polaroids gemaakt van onze pas geboren kinderen; deze werden op het scherm gehangen zodat ik naar ze kon kijken terwijl ik werd gehecht. - Extra hulp is geen overbodige luxe.
Misschien heb je geluk, en loop je een paar dagen na de keizersnede alweer voorzichtig door het huis. Ik had pech en liep tijdens de operatie een ontsteking op, waardoor ik drie maanden later opnieuw onder het mes moest en maandenlang gestrompeld heb. Hoe dan ook mag je de eerste zes weken niet tillen of bukken, geen afwasmachines uitruimen of wasjes draaien. Best onhandig als je net een baby hebt (of twee). Het kan dus raadzaam zijn om extra hulp te hebben als de kraamverzorgster straks weg is. Denk bijvoorbeeld aan hulp in de huishouding (vraag dat desnoods als kraamcadeau, je hebt daar echt meer aan dan aan het zoveelste boxpakje). - Je kunt gewoon borstvoeding geven na een keizersnede.
Een uitdaging is het wel: je lichaam heeft een zware operatie gehad en zal ook energie nodig hebben om te helen. Als je graag borstvoeding wilt geven en het komt niet meteen op gang, huur dan zodra je thuis bent de sterkste elektrische kolf die je kunt vinden en houd moed! Bij mij ging het ook niet vanzelf, maar ik wilde het toch graag zes weken volhouden. Met pijn en moeite de zes weken gehaald en toen werd het ineens makkelijker. Uiteindelijk heb ik onze tweeling negen maanden met veel plezier (grotendeels) borstvoeding gegeven. - Mensen hebben een mening.
Sommige mensen zullen misschien zeggen (of denken) dat je niet echt bevallen bent. Laat ze lekker in die waan. Jij weet beter. Je hebt net zoveel inspanningen verricht als vrouwen die natuurlijk zijn bevallen en je bent 100% moeder. Ook zal de band met je kind net zo sterk zijn. Zelfs als er niet direct na de geboorte huid-op-huidcontact is geweest – je hebt nog tijd genoeg om zoveel te knuffelen als je maar wilt. - Lief voor jezelf zijn loont.
Til écht niets die eerste zes weken, ook niet als je denkt dat het wel kan. Verg ook daarna niet te veel van jezelf en begin niet te snel met buikspieroefeningen. Je bent negen maanden zwanger geweest, daarna heb je een flinke operatie gehad, je mag je lichaam best negen maanden gunnen om daarvan bij te komen.
Lees ook: Omdat een keizersnede geen meevallertje is: de rauwe waarheid
Janneke (45) heeft drie dochters: een tweeling van 8 en een peuter van 2. Over de tweelingzwangerschap en -hectiek van de eerste jaren schreef ze het boek O jee het zijn er twee. Tegenwoordig probeert ze vanuit intuïtie en creativiteit te balanceren tussen haar werk als schrijver en het moederschap van drie meiden. Je kunt haar belevenissen ook volgen op haar Instagram.