Moeders, trek die koppen uit het zand! En kijk naar het Journaal.
Het is een veelgehoorde kreet onder moeders: “Ik volg het nieuws niet, want ik trek het niet.” En het is waar: heb je eenmaal kinderen, dan komt al het wereldleed vaak extra hard bij je binnen. Zou je het liefst doen alsof het er niet is. Maar Vala vindt dat onverstandig.
Toen ik afgelopen december naar het jaaroverzicht van het Journaal keek, rolden de tranen over mijn wangen. Zoveel ellende, zoveel verdriet, zoveel kinderen die zo erg moesten lijden. Ik zat op de bank en voelde hoe mijn maag zich omdraaide. In mij schreeuwde het: “Zet alsjeblieft die televisie uit, ik wil dit helemaal niet zien!”. Maar ik deed het niet. Ik bleef kijken. Naar de wereld en alles wat daarin fout, slecht en oneerlijk is. Net zoals ik elke dag doe. Op het Journaal, in de krant, op internet. Omdat het, hoe erg ik het vaak ook vind, nou eenmaal de wereld is waarin ik leef. En ik van mening ben dat ik dientengevolge de verantwoordelijkheid heb om me voor die wereld te interesseren. En mij er, wanneer nodig, voor in te zetten om hem te veranderen en/of beter te maken. Als mens, maar misschien nog wel meer en juist als moeder.
Lees ook: Kom niet aan mijn keuzevrijheid, want ik heb er recht op (en jij ook)!
Ik ken echter heel veel moeders die de actualiteiten mijden, meesters van de struisvogelpolitiek zijn geworden. Collega Mirjam schreef er laatst nog over: hoe ze haar hoofd diep in het zand gestopt had toen ze kinderen kreeg, gewoon omdat ze die constante stroom van wereldellende niet meer aan kon. En ik begrijp dat helemaal. Want als je naar het nieuws kijkt, dan kun je weinig anders dan je ernstig zorgen maken. De oorlog in Syrië gaat maar door, de poolkappen smelten waar we bij staan en dan zit er nu ook nog een soort psychopatische kruising tussen Erdogan en Putin in het Witte Huis. Als je dat allemaal steeds maar aan moet zien, dan moet je je wel afvragen waar het in godsnaam heen moet met de wereld. De wereld waar jij dus je kinderen op hebt neergezet. En die het, als jij er niet meer bent, alleen moeten zien te redden. Dus wat dan als straks die Derde Wereld Oorlog uitbreekt en jij ze niet meer kunt beschermen? Dat is een steek recht in ieders moederhart. Een steek, een pijn, die niemand graag wil voelen. Dus is het makkelijker om te doen alsof het er niet is.
Makkelijk, ja. Verstandig, nee. Want juist door te ontkennen, zorg je dat het kwaad verder om zich heen kan grijpen. Het kan dan stilletjes, in de luwte van die ontkenning, verder groeien, als een alsmaar groter wordende, pulserende puist, verdoezeld door een flinterdun camouflagelaagje van denial, totdat het uiteindelijk zo groot is geworden dat het niet anders kan dan barsten. En dan valt er tegen de puinhoop niet meer op te poetsen. “Not my circus, not my monkey” zei iemand onlangs eens tegen mij in een gesprek over Trump en zijn missie om de wereld binnen vier jaar te gronde te richten. Maar vergis je niet, het mag dan misschien niet jouw circus zijn, je zit wel in de arena. Je kunt wellicht heel lang niet naar de voorstelling kijken, maar uiteindelijk komt de spreekstalmeester ook jou halen en moet ook jij door zijn brandende hoepel springen. And then you áre the monkey, in the circus that’s called life.
“Wir haben es nicht gewußt”, ken je die uitspraak nog? Weinig goeds is daar toen van terecht gekomen. Je weet het namelijk best wel, je wílt het alleen niet weten. En dat is heel wat anders. Maar daarmee doe je niet alleen de wereld tekort, maar ook je kinderen en jezelf. Er is namelijk maar één manier om ervoor te zorgen dat de wereld niet zo lelijk wordt: onze ogen openen, zien wat er om ons heen gebeurt en vervolgens opstaan om ons er tegen te verzetten. Om duidelijk te maken dat dit, oorlog, armoede, corruptie, geweld, dus níet is wat we willen zien. En dat we weigeren onze ogen neer te slaan in het zicht van onrechtvaardigheid. Om onze kinderen te laten zien dat een betere wereld begint bij betrokkenheid. Omdat wij en zij dus ook die wereld zijn. En je hoofd afwenden dus geen optie is.
Ja, makkelijk lullen, is dan altijd het weerwoord. Veel geblaat en weinig wol. Want wat dóe je dan, na het uitspreken van al die mooie woorden? Tja, dat is uiteraard een terechte vraag en nee, je kunt de wereld niet redden in je eentje. Maar dat wil niet zeggen dat je hem dan dus maar de rug moet keren. Want als we dat allemaal doen, zijn we reddeloos verloren. Je uitspreken tegen dingen die verkeerd zijn, is ook al je steentje bijdragen. Omdat je dan je stem laat horen, aangeeft dat dit niet is waar jij voor staat. Of je kunt doneren aan organisaties die mensen in oorlogsgebieden helpen. Soep gaan scheppen in een asielzoekerscentrum. Proberen je rigide buurman te laten zien dat vluchtelingen niet allemaal terroristen zijn. Want echt, alle kleine beetje helpen. Ook al zijn het hele kleine druppels op een gloeiendhete plaat.
Wat je niet ziet, bestaat niet? Was het maar waar. Maar helaas, als je de televisie uitzet bij de zoveelste terroristische aanslag, liggen de bloedende kinderen nog steeds op straat. Als je je computer afsluit bij de zoveelste newsfeed over Trump zit hij nog steeds in de Oval Office. En ook als je geen kranten meer leest, blijft de aarde toch maar opwarmen. Hoe moeilijk en hoe pijnlijk ook, juist voor je kinderen is het belangrijk om de waarheid onder ogen te durven te zien. Hoe langer je de waarheid ontkent, des te pijnlijker hij wordt. En des te gevaarlijker. Want: the road of denial leads to the precipice of destruction. En dan vergaat de wereld uiteindelijk niet eens zozeer aan al die ellende, maar veel meer omdat we die ontkend hebben.
Lees ook: Baas in eigen buik? Niet als het aan Trump ligt…
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.