Zijn er meer moeders die last hebben van buitensporige moederangst?
Annemieke heeft last van moederangst in nogal extreme mate. Zou ze ooit onbezorgd haar dochter bij iemand anders achter kunnen laten?
“Als jij ook mee wilt met de buitenrit, dan pas ik graag even op je dochter hoor.” Ik kijk om me heen. Staat er nog iemand hier die kan paardrijden en een kind bij zich heeft? Nee. Ze heeft het tegen mij. Een vrouw die ik misschien tien keer gezien heb, biedt aan om op de allerbelangrijkste persoon in mijn leven te passen. Uh, no fokking way. Is ze wel goed bij d’r hoofd?!
Je reinste attachment parenting!
Heel lief bedoeld natuurlijk, maar denkt ze serieus dat ik mijn peuter aan haar toevertrouw? Ze mag dan wel een goede vriendin van mijn moeder zijn, van mij is ze een vage kennis. Al was ze mijn allerbeste vriendin geweest, dan had ik het nog niet gedaan. Wel als ik even naar de WC moet (hoewel Zoë meestal mee wil), maar niet voor een anderhalf uur durende buitenrit. Mijn dochter is bijna twee en is nog nooit langer dan vijf minuutjes bij iemand anders geweest dan K. en ik. Dat is volslagen belachelijk, als ik andere ouders mag geloven. Een pasgeboren baby niet bij vreemden willen dumpen, valt nog te begrijpen, maar zodra dreumes eenmaal een peuter is, is dit overbeschermende gedrag van de zotte. Je reinste attachment parenting! Totaal overdreven! Zelf had ik het ook vooraf niet zo bedacht. Ik zou mijn kind de ruimte geven – en daarbij mezelf de gelegenheid in alle rust koffie te drinken. Maarja, ik had me wel meer dingen vooraf anders voorgenomen…
Moederangst
Feit is dat het niet goed voelt als ik mijn dochter bij iemand anders achter zou laten. Want wat als er iets gebeurt? Kinderopvang of oppas doen we daarom niet aan. Zelfs als Zoë bij K. is, voel ik me niet gerust. Ik wéét dat ik moet werken, iets dat met een peuter in de buurt volstrekt onmogelijk is, maar als mijn dochter er niet is, heb ik moeite me te concentreren. Ik wéét dat haar vader voor d’r zorgt en dat ‘ie dat zo goed mogelijk doet. Dat ze samen een hartstikke leuke tijd hebben; mijn vriend die nogal vaak op z’n telefoon kijkt en mijn kind dat geen angst voor water heeft en onder het roepen van ‘WEMMUH!!’ de zee inrent. Volledig ingepakt met zwembandjes en reddingsvest en op een door lifeguards bewaakt strand, maar toch. Toch ben ik niet gerust. Voel ik me een beetje naar als Zoë niet in de buurt is. Een beetje misselijk soms. Ben ik bang. Bang dat mijn dochter verdrietig is, d’r mama mist, of dat er wat ergs gebeurt waar ik niet eens aan durf te denken, laat staan het op te schrijven. Ik heb last van moederangst.
Dagje zonder kind. In 2025 misschien?
Een nogal extreme vorm van moederangst, meent vriendin E. die wil weten wanneer we nou eindelijk samen een dagje naar de sauna gaan. Haar vier maanden oude dochter gaat naar dezelfde opvang als haar zoontje en heeft het daar super naar d’r zin, dus zij kan komende woensdag. Donderdag ook. Wanneer ik kan? Uh, over een paar jaar misschien? Mijn vriendin vraagt of ik een grapje maak. Nou, eigenlijk niet. Een paar uur zonder Zoë gaat wel lukken, maar een hele dag is echt te veel. Bovendien: hoe kan ik relaxen als ik me de hele tijd zorgen maak over mijn kind? Lig ik daar te zweten in de stoomcabine, hopend dat Zoë niet van de tafel afdondert. Of plotseling ziek wordt. Of in een hondenbrokje stikt. Niet heel ontspannend… Zijn er meer mama’s die last hebben van buitensporige moederangst? En zo ja, hoe gaan die daar dan mee om?
Iedere nacht wakker liggen tot d’r 18de
Hoewel ik soms gillend gek word van mijn peuterdictator, houd ik haar het liefst permanent binnen handbereik. In de ijdele hoop dat ik kan voorkomen dat er iets gebeurt. Zodat ik haar kan grijpen voordat ze valt. Haar troosten wanneer dat mislukt en ze huilt. Mama, in de vorm van borstvoeding, zoentjes en knuffels, staat 24/7 tot haar beschikking. Nee, dan heb je als moeder inderdaad geen eigen leven meer, nee. Zou die moederangst ooit over gaan? Of zou ik dadelijk als Zoë een puber is en uitgaat iedere nacht zelf wakker liggen, totdat ik rond half vijf ‘s ochtends hoor hoe ze haar fiets in het schuurtje zet, semidronken de trap opstrompelt en de deur van haar slaapkamer dichttrekt? Ik begin al te hyperventileren bij het idee dat mijn dochter ooit gaat stappen. Want wat als ze lastig gevallen wordt? Als iemand een pilletje in d’r baco doet? Als ze besluit in haar eentje te gaan tienertoeren of bij wildvreemde mannen in de auto stapt omdat haar fietsband lek is? Hopelijk word ze niet net zo’n onverantwoordelijk stuk puber als d’r moeder, maar blijft ze lief thuis borduren of kantklossen tot haar achttiende.
Overdreven
Ik weet dat ik overdreven bezig ben. Dat ik, als ik niet oppas, een mensenschuw wereldvreemd watje creëer door mijn moederangst. Ik weet dat andere mensen hoogstwaarschijnlijk best in staat zullen zijn op mijn dochter te passen. Vooral als ze zelf kinderen hebben, een PABO-opleiding, diploma pedagogisch medewerker of gewoon een stel hersens in hun hoofd. Ervoor zorgen dat de peuter niet al te veel rottigheid uithaalt en zich niet bezeert, is op zich geen hogere wiskunde. Ik weet dat Zoë ooit een keer bij vriendjes gaat spelen zonder dat ik erbij ben (HELP!). Dat ze op haar tiende al lang een keer is wezen logeren en dat het nou eenmaal not done is om je kind te chippen zodat je d’r overal in de gaten kan houden. Maar nu houd ik haar nog even heel dicht bij me. Zelfstandigheid ontwikkelen OK, maar dan wel in mama’s buurt graag. Daarom bedank ik de kennis beleefd voor haar aanbod en til ik mijn dochter nog eens op de één van de pony’s die in de wei achterblijven. Over een paar jaar is Zoë vier, gaat ze lekker met me mee op buitenrit.
Annemieke kreeg de schrik van haar leven toen er zomaar twee streepjes op die test stonden. Met haar vriend K., peuter Zoë en hond Dribbel (die naar alle kinderen onder de 10 gromt) woont ze in Spanje.