‘Ik wilde heel graag een kind, maar ik vind het moederschap loodzwaar’
Wendy (31), is moeder van een zoon van vier maanden. Ze durft het bijna niet hardop te zeggen, maar het valt haar tot nu toe best wel tegen.
“Ik was zo blij toen ik eindelijk zwanger was, ik kon het nauwelijks geloven toen ik dat tweede streepje op de test zag verschijnen. Niet dat we nou al zo vreselijk lang aan het proberen waren, maar ik wilde eigenlijk al veel eerder kinderen. Mijn vriend zag het alleen nog niet zitten, dus ik heb het geklepper van mijn eierstokken lang moeten negeren en dat vond ik best frustrerend. Ook omdat al mijn vriendinnen al lang gezinnetjes hadden gesticht. Ik wilde dat ook! Ik wilde ook rondlopen met een dikke buik en pronken met mijn baby. Dus toen mijn vriend uiteindelijk overstag ging en het gelukt was, was ik in de zevende hemel. Negen maanden lang zweefde ik op een enorme roze wolk, want mijn zwangerschap verliep gladjes. Ik heb me geen moment ziek gevoeld, ik vond het alleen maar heerlijk. Nu is Lucas alweer vier maanden. En kan ik soms alleen maar denken: ‘Waar ben ik aan begonnen…?’
LEES OOK: Hoe Vinca op een dag in huilen uitbarst en niet meer kan stoppen.
Misschien is het naïef, maar ik had nooit gedacht dat het zo zwaar zou zijn om een kind te hebben. Je hoort en leest natuurlijk van alles en mensen riepen tijdens mijn zwangerschap de hele tijd dat mijn leven op z’n kop zou komen te staan, dat we nooit meer zouden slapen en meer van dat soort horrorscenario’s, maar ik nam het met een korreltje zout. Het zal allemaal wel meevallen, dacht ik dan. En het stomme is: dat doet het eigenlijk ook. Lucas is een heel makkelijke baby. Hij slaapt prima, vanaf het begin al wel, we hebben nooit meer dan twee voedingen per nacht gehad. Als ik mijn vriendinnen mag geloven, mag ik daarmee in mijn handen knijpen. Hij huilt ook niet veel. Het is eigenlijk een heel tevreden kind.
Ik mag dus niet klagen en dat weet ik ook, maar toch heb ik al maanden het gevoel dat ik door rul zand loop. Beter kan ik het niet omschrijven. De verantwoordelijkheid drukt zwaar op mijn schouders, ik werd daar meteen na de bevalling heel erg door overvallen. Ik heb totaal geen tijd meer voor mezelf, ben alleen maar bezig met Lucas en de dingen die in en om het huis moeten gebeuren. Soms kom ik er aan het eind van de dag achter dat ik de hele dag niks gegeten heb. Het voelt alsof ik aan huis gekluisterd ben met mijn baby, alsof ik altijd achter de feiten aanren en de muren komen soms op me af. Mijn leven voelt niet meer van mij en ik weet niet goed hoe ik het weer terug krijg. Tegelijkertijd schaam ik me ervoor dat ik het terug wil, want ik heb nu een heel nieuw leven. Een leven dat ik veel mooier zou moeten vinden.
Ik ben gek op mijn zoon en ik zou hem nooit meer willen missen. Maar ik kan wel zeggen dat ik me flink vergist heb in hoe ik het moederschap zou ervaren. Misschien had ik er een te rooskleurig beeld van, ondanks dat mensen me echt wel hebben verteld dat het zwaar zou worden. Of misschien ben ik niet geschikt als moeder. Die gedachte schiet steeds vaker door mijn hoofd en daar word ik heel verdrietig van. Mijn vriend zegt dat ik me niet zo druk moet maken en dat ik een prima moeder ben voor Lucas, maar ik kan dat idee niet van me afschudden. Ik dacht altijd dat ik zeker drie kinderen wilde, maar nu zie ik mijn toekomstplan door mijn eigen tekortkomingen in rook opgaan. Ik hoop dat mijn gevoel verandert als hij wat groter wordt, dat ik het dan makkelijker ga vinden. Mijn vriendinnen zeggen van wel, dus daar houd ik me dan maar aan vast. En ondertussen modder ik gewoon maar door. Ik weet het anders ook niet.”
LEES OOK: Nee, we zijn geen aanstellers! Het moderne moederschap is zo leuk nog niet.