Weg met die babyspullen (ik wil mijn huis terug!)

29.03.2019 18:30
Weg met die babyspullen (ik wil mijn huis terug!)


Babyspullen wegdoen. Voor veel moeders is het een emotioneel moment, maar niet voor Brenda. Zij doet alles gretig en in een noodtempo van de hand.

‘Met pijn in mijn hart verkoop ik mijn kinderwagen’, las ik laatst weer op een verkooppagina op Facebook. Dit soort teksten zie ik vaker voorbij komen, en ik heb ook een paar vriendinnen die buikpijn krijgen als ze afscheid nemen van babyprullaria. Zo’n laatste baby is ook best een dingetje natuurlijk, ik snap de emotie erachter. Zelf voel ik eigenlijk vooral blijdschap als mijn babytweeling iets ontgroeid is en ik weer Een Ding de deur uit kan doen. Want echt: je huis verandert in een babywalhalla vol ongezellige doch praktische spullen zodra er zich een baby aandient. 

Wanstaltig grote kinderwagen

Bij onze oudste, een eenling, vond ik het eerst nog wel aandoenlijk. Een wipstoeltje, een box, een kinderstoel, een speelkleed, een loopwagentje, een badje op stelten, een kinderwagen en een Maxi-Cosi in de gang. Zo knus! Maar na een paar maanden kreeg ik jeuk, een soort onbedwingbare omgekeerde nesteldrang. Al snel verhuisde het één en ander richting garage of bergkast, lekker uit het zicht en wachtend op -hopelijk- een tweede baby ooit. Toen die tweede baby er twee bleken, wist ik meteen: dit wordt struikelen over babytoebehoren. En ja hoor, daar staan ze: twee wipstoeltjes, twee kinderstoelen, een extra groot speelkleed, een wanstaltig grote kinderwagen, twee Maxicosi’s enzovoorts. De eenlingbox was al gauw te klein, en dus verrees er een grondbox in onze woonkamer. Wat een unit. Ik las graag woontijdschriften, maar dat kan ik sinds die grondbox niet meer verdragen. Er staan dranghekken in mijn woonkamer; die krijg je met geen woonaccessoire meer gezellig. 

Hoppekee, weg ermee

Er komen hierna ab-so-luut geen baby’s meer, dus ik en Marktplaats zijn tegenwoordig besties. Wegwegweg met al die spullen, ik hou ervan! Zijn de baby’s door een kledingmaat heen, dan stouw ik alles in een tas om het in te leveren bij Krijg de Kleertjes. Waar ik vervolgens een tas vol met ‘nieuwe’ tweedehands kleding in een volgende maat mee vandaan neem. Ik heb geen enkele band met dat ene rompertje waar mijn oudste voor het eerst spuitpoep in had, of dat schattige vestje waar mijn dochtertje steeds zo énig op braakt. Voor alle kinderen heb ik het eerste mutsje bewaard, voor hén, zodat ze dat later in elk geval hebben. En voor de tweeling hun pakjes in maat 42, want dat was toch wel echt heel erg klein. Voor mezelf? Hooguit een speentje, en een plukje van het haar dat ze al hadden toen ze in mijn buik zaten. Verder sparkt er weinig joy en dus: hoppekee, weg ermee.

Speelgoed

Het enige fenomeen waar ik maar niet vanaf kom: speelgoed. Speelgoed lijkt zich te kunnen voortplanten, diep in de nacht als wij even een uurtje goede slaap pakken. Het verspreidt zich ook gedurende de dag naar alle ruimtes in je huis. Ik probeer het bij de bakken in de (lekker praktisch ook weer) Ikea-kast te houden, maar ineens verschijnen er toch weer dozen op die kast en manden ernaast. Stilletjes haal ik regelmatig wat weg, om dat plotsklaps weer terug te toveren zodra de peuter begint te klagen dat hij iets mist. Dat er dan iets anders even verdwenen is, dringt vaak pas later door. De baby’s hebben deze wisseltruc nog niet in de gaten. Zo doe ik dus alsof de woonkamer niet écht volledig is veranderd in een kruising tussen Ballorig en Monkeytown. Alsof het heus ook nog wel het domein van mij en manlief is. Het is prachtig hoor, die babytijd. Ik ben dankbaar dat ik dit mee heb mogen maken. Maar kindjes groter zien worden, zich zien ontwikkelen (en: ze steeds meer zelf zien doen) vind ik ook genieten. Er komt de komende jaren nog genoeg zooi het huis in door ons drietal, dus alles wat niet meer nodig is…tegen elk aannemelijk bod. Of desnoods gratis af te halen.

Lees ook: Als je nesteldrang krijgt en je man er een enorme zooi van maakt