Wat je graag had willen weten over dat eerste jaar

14.09.2022 05:00
Wat je graag had willen weten over dat eerste jaar als ouder


Als je je eerste kind krijgt denk je dat je goed voorbereid bent. Tot het moment dat die baby er daadwerkelijk is en je je realiseert dat je dus helemaal NIKS weet. Hadden ze je dez dingen van tevoren niet gewoon even kunnen vertellen?

LEES OOK: 12 Dingen die ik niet geloofde toen ik een jonge moeder was.

* Het is een fase
Misschien wel de belangrijkste mantra van het hele ouderschap, dus laten we daar meteen maar mee beginnen. Echt alles is een fase. Het gaat over. Uiteindelijk. Alleen voelen de meeste dingen alsof ze nóóit meer overgaan. Hoezo licht aan het eind van de tunnel? Waar dan? Beloofd: krampjes, reflux, gebroken nachten, babybokhumeur, peuterpuberteit, het is allemaal van voorbijgaande aard. Niets veranderlijker dan een kind en z’n ritme, met als resultaat dat je voor je gevoel altijd en eeuwig achter de feiten aanloopt. Loslaten is de enige remedie. Alleen weet (en kun) je dat pas bij je tweede kind.

* Je gaat weer slapen.
Maar niet nu en ook niet over drie maanden. Nee, óók niet als de boekjes het zeggen. Misschien (heel, heel, héél misschien) ben jij één van de gelukkigen die zo’n mythische baby krijgt die de kunst van het slapen wel beheerst, maar de kans is groter dat je de komende twee jaar zult moeten overleven op de zwartste koffie die er is. Als je je daarop instelt is de moeheid beter te handelen (soort van). Ga vooral niet zes keer per nacht op de wekker kijken hoe lang je nog kunt slapen. Uiteindelijk schrik je ’s ochtends totaal gedesoriënteerd en met een straaltje kwijl uit je mond wakker om vervolgens in blinde paniek naar de kinderkamer te rennen, om tot de verbijsterende conclusie te komen dat je kind gewoon nog ligt te slapen. En dan trek je de bubbels open.

* Laat het nou lohòòòs.
Nog even terugkomend op dat loslaten: let it go wordt je lijfspreuk de rest van je leven (het schijnt namelijk dat het niet ophoudt met de zorgen als ze het huis uit zijn). Ik heb er maar liefst drie kinderen over gedaan om me dat te realiseren, dus mocht jij op dit moment nog zwanger zijn: omarm deze filosofie dan meteen. Scheelt je een hoop frustratie, onzekerheid en kopzorgen. Het perfecte plaatje bestaat niet. Van verantwoord houten speelgoed tot glossy Instagramfoto’s, zelfgekweekte groenteprakjes tot streng, doch rechtvaardig en vooral enorm positief opvoeden: hoe je het ook voor ogen had, het gaat (in ieder geval niet helemaal) gebeuren. Maar dat is prima.

* Dat hele ouderding komt je relatie niet ten goede.
In ieder geval in het begin niet. Het klinkt allemaal prachtig, dat een kind de bezegeling is van jullie liefde en je band versterkt. Op de lange termijn is het ook wel waar (als je samen 2.5 jaar slapeloze nachten, de waterpokken en iedere winter zes keer buikgriep overleeft kun je niet anders dan soulmates worden), maar in eerste instantie zorgt een kind voor heel wat irritaties, ruzies en de nodige relatiecrises. Het is ook niet niks, opeens een derde persoon erbij die alle tijd en aandacht opslokt, constant moe zijn en nooit meer tijd voor jezelf en elkaar hebben. Na een tijdje komt het goed, dus grijp vooral niet te snel naar de echtscheidingspapieren.

* Aanpassen is moeilijk.
Voordat de baby er is ben je ervan overtuigd dat je het gaat rocken, dat ouderschap. Hoe moeilijk kan het zijn? Als het dan eenmaal zover is, blijkt doorgaans dat je toch wat minder oermoederkwaliteiten bezit dan je jezelf in eerste instantie had toegedicht en vraag je je vaker wel dan niet af waarom zo’n kind in vredesnaam niet met een gebruiksaanwijzing komt. Dat gaat over, maar het kost wel (veel) tijd. En je hebt ook (veel) terugvallen. Doorgaans met het aanbreken van iedere nieuwe fase, omdat je dan iedere keer opnieuw het idee hebt dat je geen flauw idee hebt waar je mee bezig bent. Maar dat constante gevoel van paniek, daar wen je aan. Uiteindelijk weet je het te onderdrukken. Zonder valium.

* Iedereen weet het beter.
Je dacht dat je kind van jou was, maar daar blijk je je danig in vergist te hebben. Een kind is van iedereen. Vanaf het moment dat je kind het levenslicht ziet krijg je een bak moederellende over je heen gestort die zijn weerga niet kent. Iedereen gaat je vertellen hoe het moet en vooral (want dat is veel leuker) hoe het níet moet. Van je eigen moeder tot kassajuffrouw Beppie van de Albert Heijn zullen hun duit in het zakje willen doen als het om jouw baby gaat. Oost-Indisch doof worden is het devies (ook praktisch ter voorbereiding voor als je baby uitgroeit tot een puberende peuter en de hele dag de oren van je hoofd zeurt).

* Waarom? Geen idee. Whatever.
Waarom huilt je baby iedere avond drie uur lang? Waarom is z’n poep groen? Waarom rolde de buurbaby met drie maanden al om en is die van jou met zes maanden nog steeds stationair? Waarom, waarom, waarom? het antwoord is: daarom. Omdat het kan, omdat het zo is. In 99 procent van de gevallen is er geen verklaring nodig, omdat het allemaal gewoon goed is. En normaal. Ga vooral niet googlen. Daar krijg je alleen nog maar meer vragen van.

* Vertrouw op jezelf.
Je vond jezelf altijd best een redelijke volwassene. Zo eentje die prima beslissingen kon nemen, risico’s kon inschatten en niet op d’r achterhoofd gevallen was. Hou dat gevoel vast! Geef niet toe aan de twijfel die samen met je kind geboren wordt. Trek je niks aan van alle regels, wetten en meningen (zóveel meningen!) waar je opeens mee om je oren geslagen wordt en trek gewoon, zoals altijd, je eigen plan. Jij weet echt wel wat je doet. Je leidt tenslotte al jaren succesvol je leven. Hebben de autoriteiten nog niet in moeten grijpen omdat je een gevaar voor jezelf en voor de maatschappij bent? Dan kun je dus ook heel goed een kind groot brengen.

* Angst is een slechte raadgever
Natuurlijk, er zijn kinderen die vreselijk ziek worden. Die stikken in hun eerste broodkorst. Of die niet gaan lopen of praten. De kans dat jouw kind dat allemaal overkomt is klein. Het kan wel zijn dat het langer duurt dan in de babybijbels staat voor-ie een keer in z’n handen kan klappen, of dat jouw kind achteruit gaat kruipen ipv vooruit, of iets helemaal niet doet. Maar als jouw kind op z’n eerste verjaardag nog niet het hele huis doorstapt, is dat niet gelijk reden om de fysiotherapeut te bellen. En als-ie met anderhalf nog niet in volzinnen praat, kun je logopediste best nog even achterwege laten. Het is namelijk niet zo dat alle peuters al een halve marathon rennen terwijl ze Shakespeare reciteren. Echt niet. Ieder kind ontwikkelt zich in z’n eigen tempo en op z’n eigen manier.

* Alle begin is moeilijk (voor de baby)
Zo’n kind maakt alles ook voor het allereerst mee. Dat jij weet dat het geen ramp is om voor het eerst in je eigen kamer te moeten slapen, of spinazie te moeten eten, wil nog niet zeggen dat je kind zich daar ook van bewust (of het ermee eens) is. Wat doorgaans resulteert in een hoop gekrijs en woest verzet. Dat betekent niet dat jij iets doet wat helemaal verkeerd is en dat je kind later een trauma zal hebben omdat jij ‘m spruiten hebt gevoerd en zomaar moederziel alleen (nou ja…) in de goot (op het kinderdagverblijf) hebt achtergelaten. Hij moet er alleen even aan wennen. Het leven is hard en meedogenloos en dat accepteren is even een dingetje.

* Het is niet jouw schuld.
Er zijn (veel) momenten dat je denkt dat het allemaal aan jou ligt. Dat je baby een hekel aan jou heeft omdat je ’s werelds slechtste ouder bent. Waarom zou je kind anders zoveel huilen/chagrijnig doen/driftbuien hebben? Maar communiceren is voor kleine baby’s en kinderen een beetje een issue. In de zin van dat ze er niet toe in staat zijn. Omdat ze nou eenmaal niet kunnen zeggen: “Zeg moeder, ik heb een beetje honger/mijn kont ligt open van de luieruitslag/ik klap hier dubbel van de kramp”, gaan ze schreeuwen. Hard en nimmer aflatend. Maar dat heeft niks met jou te maken. Echt niet. Je baby vindt je lief.

* Ontwikkelen is geen kattenpis.
No pain, no gain. Ze moeten een hoop leren, die kinderen. Dat gaat niet altijd zonder slag of stoot. Die pain, die zit meestal in jouw trommelvliezen, doordat je kind je zowat doof huilt van frustratie. Je hoeft er niks aan te doen, want dat heeft geen zin. Mijn zoon was bij alles wat-ie moest leren wekenlang strontchagrijnig. Heel gezellig was dat niet. Maar hij ging er ook niet dood aan. En ik ook niet (nou ja, van binnen wel een klein beetje).

* De ene baby is de andere niet. En de ene moeder de andere ook niet.
Iedere baby en iedere moeder is anders. Het zal dus allemaal best dat de baby van je beste vriendin na zes weken al doorsliep, het feit dat die van jou dat niet doet, betekent niet dat zij een bétere baby heeft. Het zegt ook niks dat diezelfde vriendin na drie maanden alweer retestrak in d’r vel zit en bij jou de vellen er nog steeds bij hangen. Jij bent haar niet, dus jezelf met haar vergelijken is iets met de spreekwoordelijke appels en peren. Als je eenmaal een tweede krijgt zul je zien dat die zich op zijn/haar beurt weer anders ontwikkelt dan je eerste kind en dat er dus helemaal niks op een bepaalde manier ‘hoort’.

* Jij bent er ook nog.
Dat je kind op nummer één komt, is logisch. Dat je dus voornamelijk met hem/haar bezig bent ook. Maar jij bent er zelf ook nog. En je partner ook trouwens. Het is makkelijk om jezelf te verliezen in de hectiek die een baby en het jonge ouderschap met zich meebrengt. Maar als je niet uitkijkt, word je zes maanden na de bevalling wakker en heb je geen flauw idee meer wie je zelf eigenlijk was en wat jij nou eigenlijk wilt. Aan jezelf denken is niet slecht. Het is juist goed voor je kind als jij ook af en toe je momenten pakt om bij te tanken en tijd met je partner door te brengen (iets met de eerder genoemde relatiecrisis).

* Het wordt beter.
Je gelooft het niet als je in de loopgraven van dat eerste jaar ligt, maar het is echt waar: de tijd vliegt. Dat heb je niet door als je er middenin in zit, maar op een dag wordt je wakker en dan weet je niet meer waar het jaar gebleven is. En dan ben je al die vervelende en onzekere momenten opeens (soort van) vergeten. Opeens realiseer je je dan dat er veel meer leuke momenten zijn en dat je je meestentijds helemaal suf geniet van je kind. (NB: deze ontwikkeling maak je doorgaans wel pas door zodra je langer dan drie uur aan één stuk kunt slapen, dus het kan even duren voor je zover bent).