Waarom zwanger worden na je veertigste moet kunnen
Janneke heeft op haar bijna-veertigste nog steeds een kinderwens en heeft een heel andere kijk gekregen op zwanger worden op latere leeftijd.
LEES OOK: Waarom moeders elkaar zouden moeten steunen
Laatst liet een vriendin mij een reportage in een tijdschrift zien van zwangere vrouwen van veertig-plus. ‘Ik blijf het een gek gezicht vinden,’ zei ze erbij. ‘Wie wil er nou zó oud nog zwanger worden?’ Ik zei maar niets, want ik begreep ergens wel wat ze bedoelde. Vroeger had ik ook een mening over vrouwen die oud moeder werden. Ergens achter in de dertig, of nog erger: begin veertig. Want waarom oud moeder worden als je ook jong moeder kunt worden? Als je nog in de bloei van je leven bent, je eierstokken nog welig met eitjes schieten en je moeiteloos een nachtje kunt doorhalen? Het staat bovendien ook veel leuker, zo’n frisse eind-twintiger met een zwangere buik of een baby in de draagdoek. Wallen trekken eerder weg en bovendien heb je nog járen de tijd om te beslissen hoeveel baby’s je nog meer wilt werpen: je kunt eens een paar jaar overslaan, of na een jaar of tien nog voor een nakomertje zorgen.
Als het aan mij lag, was ik dus ruim op tijd begonnen met het hele moederschap. Maar toen ging mijn relatie van zes jaar uit en was ik toen ik eind twintig was dus helemaal geen moeder, maar weer single. Na een jaar of twee was ik een beetje bekomen van de schrik en kreeg ik een nieuwe relatie – maar die relatie liep na drie jaar óók op de klippen. Allemaal niet mijn keuze, maar inmiddels zat ik dus wel, single en al, opgescheept met een enorme kinderwens en toen was ik al 33.
Daar zat ik dan met al mijn plannen om tijdig moeder te worden. Ik leerde er een wijze les uit: het leven is helaas niet maakbaar en moeder worden kun je niet plannen. In mijn geval kreeg het allemaal nog een verrassende wending, toen mijn huidige vriend in beeld kwam – als liefdespartner bedoel ik dan, want ik kende hem al jaren – en ik niet veel later zwanger was van een tweeling. Nog steeds tel ik elke dag mijn zegeningen, want ik weet dat dat ook heel anders had kunnen lopen. Maar… nu mijn kinderen twee zijn, blijken mijn eierstokken nog niet helemaal gestopt met rammelen. Eigenlijk zou ik best nog een derde kind willen. En mijn vriend ook. Alleen: nu nog niet. Het is nog te druk, we zijn nog te moe, er is net een beetje balans aan het ontstaan in ons gezin en dat willen we niet allemaal weer overhoop gooien. Ik had heel lang in mijn hoofd zitten dat ik er vóór mijn veertigste uit moest zijn, maar ik ga die deadline vrees ik niet halen, want dat is al over een paar maanden. En daarom heb ik onlangs besloten mijn ‘nu of nooit’-gevoel wat betreft een derde kind te vervangen door een nieuw motto: ‘nu nog niet’. Ook al weet ik dat ik er niet vruchtbaarder op word en dat ik dan dus alsnog de oude moeder zou kunnen worden waar ik vroeger van huiverde (mits ik het tegen die tijd nog wil én het überhaupt nog lukt).
Hoe lang ‘mogen’ wij vrouwen eigenlijk zwanger worden? In Nederland krijg je IVF vergoed tot en met je 43ste – als je het zelf betaalt, kan het nog tot je 45ste. Zelfs in Nederland heb ik officieel dus nog vijf jaar de tijd om zwanger te worden – en vijf jaar is een eeuwigheid op dit gebied. Ik bedoel: tegen die tijd gaan mijn kinderen al lang en breed naar de basisschool, is de rust in huis enigszins wedergekeerd en heb ik waarschijnlijk zoveel gewerkt dat ik zomaar een jaar een sabbatical kan nemen om fulltime te gaan moederen. Die paar jaar zouden het verschil zijn tussen er emotioneel niet klaar voor zijn en een derde kind echt iets te bieden hebben. Tussen chaos en harmonie. Tussen afgepeigerd zijn en weer fit. Allemaal belangrijke afwegingen die misschien wel opwegen tegen de conditie van mijn eierstokken.
Ja, natuurlijk moeten we realistisch blijven als het zwanger worden op latere leeftijd betreft. De kans dat het spontaan lukt wordt kleiner: maandelijks is die op je 38e nog maar 5% (tegenover 20% als je 20 bent) en de kans op een miskraam wordt groter (1 op 3 als je tussen de 40 en 45 bent, tot 35 jaar is dat nog 1 op 10), evenals de kans op een kindje met Downsyndroom. Ook de kans op succes bij IVF neemt af. Maar laten we ook de positieve kant van de medaille niet vergeten: onze leeftijdsverwachting wordt steeds hoger en daarmee de kans dat je ook als oudere moeder je kinderen nog heel lang zult meemaken. Bovendien blijken oudere moeders hun kinderen de meeste stabiliteit te bieden, blijkt uit onderzoek. Zelf geloof ik dat de natuur gewoon een foutje heeft gemaakt, waar het de vruchtbare houdbaarheidsdatum van vrouwen betreft. Of in elk geval: dat ons lichaam op dat vlak nog achter de feiten aan loopt. De gemiddelde leeftijdsverwachting was in de Romeinse Tijd waarschijnlijk rond de 27 jaar. In 1900 was dat nog altijd 45 jaar – dat cijfer wordt wel wat naar beneden gehaald doordat er toen nog veel kindersterfte was, maar toch. Logisch dat je toen rond je twintigste aan kinderen begon. Na de Tweede Wereldoorlog klom dat de leeftijdsverwachting op naar 71 jaar en inmiddels ligt het in Nederland rond de 81 jaar – het zal waarschijnlijk niet lang duren voordat dat getal rond de 90 ligt. Intussen gaat de vruchtbaarheid van vrouwen dus nog steeds gestaag achteruit na ons dertigste: een derde van de vrouwen boven de 35 krijgt te maken met vruchtbaarheidsproblemen.
Een gemiste inhaalslag van de natuur. Want onze hormonen hebben blijkbaar nog niet door dat we inmiddels veel ouder kunnen worden, carrière willen maken, en ons niet meer zomaar willen binden aan de eerste de beste man die voorbijkomt in het dorp. Gelukkig zijn er tegenwoordig ook meer mogelijkheden voor vrouwen die moeder willen worden: behalve vruchtbaarheidsbehandelingen als IVF zijn er nauwkeuriger testen (NIPT), meer medische kennis, de optie om je eicellen te laten invriezen. Zelf denk ik dat de maximale leeftijd in Nederland om IVF te mogen doen, langzaam gaat opschuiven. In eerste instantie naar vijftig jaar, later misschien nog verder. Misschien nog niet meteen morgen of overmorgen, maar op termijn wel. Een aantal van de vrouwen die nu hun eicellen laten invriezen, zullen over een jaar of tien, vijftien op de deur gaan kloppen bij gynaecologen en dan zal de maximale leeftijdgrens van 43-45 opnieuw ter discussie komen te staan – als dat tegen die tijd niet allang het geval is. Is dat raar of onwenselijk? Ik denk van niet. Het is hooguit even wennen, zoals met elke medische of technologische vooruitgang. Ik denk trouwens dat we tegen die tijd – misschien duurt het nog iets langer, daar wil ik vanaf zijn – ook steeds bewuster gaan leven: we gaan beter voor ons lichaam zorgen, gezondere voeding tot ons nemen en meer aan yoga doen. En het zou me niets verbazen als we onze baarmoeder daarmee langer fit kunnen houden.
Ik denk dat de oudere moeder heel normaal gaat worden. Wat tien jaar geleden nog een waarheid was, is inmiddels ook allang weer verouderd. Mijn moeder werd zwanger op haar 29ste en in die tijd (de jaren zeventig) was zij een hopeloos oude moeder. Toen ik op mijn 36ste zwanger werd, vond mijn moeder míj dus al helemáál een hopeloos oude moeder. Een keer mee op consult bij de gynaecoloog, maakte mijn moeder daar terloops een opmerking over. Waarop mijn gynaecoloog zei: ‘Ik heb er grote moeite mee om 36 als oud te zien.’ Want onder gynaecologen gaat allang de discussie om de maximale leeftijdgrens van IVF door te trekken naar een jaar of vijftig.
Zolang onze baarmoeders nog niet de inhaalslag hebben gemaakt die nodig is in deze tijd, lijkt het mij geoorloofd dat we de natuur een handje helpen. Ook vind ik dat we voorzichtig optimistisch mogen zijn over die mogelijkheden. Het is juist die druk op vrouwen om vóór je 35ste aan kinderen te beginnen, die voor veel vrouwen een enorme belasting is. Voor mij was dat het in elk geval wel al die jaren dat ik single was. Wat zou het fijn zijn als de medische wetenschap zich nog verder ontwikkelt en we ons niet meer zo’n zorgen hoefden te maken over onze houdbaarheidsdatum. Zelf heb ik besloten me niet langer door mijn eierstokken onder druk te laten zetten. Ik kijk wel wanneer de tijd rijp is – en als mijn eicellen dat tegen die tijd ook nog zijn, is dat mooi meegenomen.
LEES OOK: Waarom het zo gek nog niet is om oud moeder te worden
Janneke (45) heeft drie dochters: een tweeling van 8 en een peuter van 2. Over de tweelingzwangerschap en -hectiek van de eerste jaren schreef ze het boek O jee het zijn er twee. Tegenwoordig probeert ze vanuit intuïtie en creativiteit te balanceren tussen haar werk als schrijver en het moederschap van drie meiden. Je kunt haar belevenissen ook volgen op haar Instagram.