Waarom ik spijt heb dat ik vroeger andere ouders bekritiseerde

17.05.2022 18:00
bekritiseren


Toen Femke nog geen kinderen had, waren haar ideeën over het ouderschap vastomlijnd. Ze wist precies hoe ze het zou gaan aanpakken met haar eigen kinderen en vroeg zich vaak af, als ze ‘etterbakjes’ in restaurants of cafés tegenkwam, waarom die ouders de opvoeding niet ietsje serieuzer konden nemen. En toen kwam Max. Max gooide alles omver, zodat Femke nu NOOIT meer wat durft te zeggen over andere ouders. En ze raadt iedereen aan hetzelfde te doen. No Judgement People.

Laatst kwam ik een oude vriendin tegen. Ze was sinds een jaar moeder en het ging allemaal hartstikke goed, zo vertelde ze. Haar zoontje was een heel rustig en relaxed mannetje, hij sliep goed, hij at goed en was eigenlijk altijd heel lief. Ze kon niet stoppen met hem de hemel in te prijzen. En daarna haarzelf. Want dat hij zo relaxed was…dat kwam door haar. Zij vond het moederschap eigenlijk best een eitje. Borstvoeden, zorgen, combinatie zorg/werk; ze draaide haar hand er niet voor om. Ze zag wel eens de kinderen van de meiden van haar pufclubje en sommige waren zo pittig dat ze dacht “Dat komt doordat je moeder zo gestrest doet.'”

Bijna ontvlamde ik in woede, want een harde leerschool heeft mij geleerd dat het zo echt niet zit. Het is niet zo dat een rustige moeder sowieso een rustig kind krijgt. Sinds ik moeder ben van Max en ook goed ben gaan kijken naar kinderen in mijn omgeving, ben ik ervan overtuigd dat een heel groot deel van het karakter van je kind is aangeboren en dat je vast wel wat aan kunt leren, maar dat je nooit een temperamentvol kind verandert in een relaxedte dude.

Mijn eerste zestien maanden van het moederschap gingen ook van een leien dakje. Behalve één stressmoment tijdens de huilpiek in week acht, verbaasde ik me er zelf over hoe handig ik was in het tutten met zo’n baby. Echt waar, van binnen gaf ik mezelf schouderklopjes voor mijn natuurlijke gevoel ervoor. Max was destijds een heel makkelijk type. Die zette ik in een wippertje als er bezoek was en dan kon ik uren met een vriendin praten, terwijl hij mijn zijn vingertjes tegen zo’n mobiel, die ik boven hem gehangen had, tikte. De ommekeer was abrupt. Ineens begon hij te slaan, aan mijn haren te trekken en kreeg hij woedeaanvallen. “Ach, de peuterpuberteit”, dachten Reinier en ik toen nog, maar nu we een paar jaar verder zijn, denk ik dat het of zijn karakter is of dat ie misschien toch iets van ADHD heeft. De tijd zal het uitwijzen.

Wat ik echter wel kan zeggen is dat ik spijt heb dat ik, net zoals mijn makkelijke vriendin met haar makkelijke 1-jarige, zo rondgebazuind heb hoe andere ouders het aan moesten pakken. Als ik een kind in de supermarkt zag liggen schuimbekken en de moeder daar wanhopig bij stond te kijken onderwijl: “Schatje, schatje, wat is er nu toch?” roepend, dacht ik “Schatje, schatje? Ze moeten je aan je haren meetrekken en eens heel stevig toespreken.” Inmiddels weet ik dat je geen idee hebt waarom een ouder een kind op een bepaalde manier benaderd. In Max’ geval kan ik heel stoer weglopen als hij op de grond gaat liggen, maar dan blijft hij of rustig een halfuur krijsend liggen (en dat wil je het winkelend publiek niet aandoen) of hij loopt linea recta de andere kant uit (en dan ben ik hem kwijt). Met zachte, lieve druk hem weer op zijn benen krijgen en de winkel uitleiden is beter dan hem streng toespreken, want dan gaat hij alleen maar meer in de contramine. En zo zit er achter elke situatie met ouders en kinderen waarbij jij, als buitenstaander, je wenkbrauwen bij fronst wel een verhaal.

Het beste wat je in die situaties kunt doen is je onthouden van commentaar. Roddel er niet over achter elkaars rug (“Zo, die kleine van Simone mag ook wel eens wat harder aangepakt worden”) en lees elkaar niet de les. Als er iets ver-schrik-ke-lijk is dan is het wel als een andere ouder jou vertelt hoe jij je kind het best kunt aanpakken. Met name als jij al een hele tijd worstelt met de pittige persoonlijkheid van je kind. Je kunt er gevoegelijk van uitgaan dat ouders met een kind dat zich geregeld misdraagt al een heel arsenaal aan opvoedtrucs uit de kast hebben gehaald, dus hoogstwaarschijnlijk heb jij niet het ei van Columbus met je: “Misschien moet je beter naar hem luisteren en hem aanspreken als een volwassene.”

Mocht je het nu echt niet kunnen laten om iemand van advies te voorzien, bedenk dan van tevoren of je het zegt om iemand te helpen in plaats van om iemand te laten weten dat jij het beter doet/kunt. En oh ja, neem van mij aan, als moeder met een laag zelfbeeld, dat de toon en de manier waarop je je boodschap brengt een wereld van verschil kan maken. Dus liever: “Wat een ellende he? Ja, ik weet nog toen mijn zoon zo oud was…Ik heb op een zeker moment uitgevogeld dat ….wel hielp” dan “Waarom zeg je daar niks van? Zo leert hij het nooit. Wat ik altijd doe is…”

Bij voorbaat dank!

Lees ook: Hoe voorkom je in godsnaam dat je een slons wordt in 7 stappen