Waarom ik me niet meer laat opjagen door de ochtendspits
Ouders die hun auto nog net niet het schoolplein op rijden, nietsvermoedende dreumesen die door diezelfde ouders omver worden gelopen, bakfietsen die precies vóór de ingang worden geparkeerd – lieve ouders, zullen we even chíllen?
Als je nog geen kinderen hebt, heb je geen idee met wat voor gierende hectiek de ochtendspits met kinderen gepaard kan gaan. Vlak voor vertrek richting het schoolplein is er namelijk altijd iemand zijn schoen kwijt, is er sowieso iemand die ‘toch iets anders aan wil’, een peuter die nog even moet poepen of de bak met mutsen in het vizier heeft gekregen op een snikhete zomerdag, en dat terwijl je zelf je thee nog niet eens op hebt omdat er tijdens het ontbijt een bejaarde kat op schoot klom en je nog even een ruzie moest beslechten tussen wie er dan ook maar met zijn verkeerde been uit bed is gestapt.
Slalommen
Tegen de tijd dat iedereen (behalve de kat) goed en wel in de bakfiets zit, begint het eigenlijk pas, want dan moet je het slagveld nog op dat het schoolplein heet. Als je ochtend er ongeveer net zo uitziet als de mijne moet je dan eerst slalommend om alle verkeerd geparkeerde auto’s heen van ouders die er ook weer niet in slaagden om op tijd te vertrekken, dan moet je je bakfiets met drie kinderen een torenhoge stoep op zien te hijsen omdat er sowieso een andere bakfiets precies op de stoepverlaging staat geparkeerd (waarom mensen, waarom?), dan een aantal kinderen uit de fiets hijsen en heelhuids bij de schooldeur zien aan te komen. Op het schoolplein lopen sowieso een paar ouders rond die in hun eindsprint richting het klaslokaal proberen voor te dringen bij de ingang en ik heb al meerdere keren meegemaakt dat er in het ochtendgeweld een nietsvermoedend kuierende dreumes of peuter omver werd gelopen (wat de omverlopers in kwestie dan vaak niet eens dóór hadden).
Het helpt ook niet mee dat de deuren van de school onverbiddelijk voor je neus dichtgaan als je 20 seconden te laat bent, en dat je dan met hangende schouders moet aanbellen bij de voordeur en niet meer met je kind naar binnen mag, ook al mogen alle ouders die wél op tijd waren nog minstens een kwartier blijven hangen. In mijn geval komt daar dan nog bij dat ik de peuter óók nog op tijd moet hebben afgeleverd op de peuterspeelzaal omdat ik daar anders ook niet meer mee naar binnen mag en dat levert je dan de aller beteuterdste peuter ooit op waardoor je je werkdag al begint met een knagend schuldgevoel nog voor je je mailbox ook maar geopend hebt.
Ik-laat-me-niet-gek-maken-benadering
Nu kún je natuurlijk aan de drank gaan, gaan stresseten, of gewoon ontslag nemen zodat je tenminste de rest van de dag kunt bijkomen van de ochtend, maar ik ga voor een andere benadering. De benadering van ik-laat-me-niet-gek-maken. En wel om de volgende redenen. Ten eerste: als ik gestrest aan mijn dag begin, heeft niemand daar wat aan. Ten tweede: ik heb gemerkt dat mijn kinderen helemaal niet meteen een trauma op lopen als ze een keer te laat zijn en ik niet met ze mee de klas in mag. En ten derde: ik hoop gezond honderd te worden, en daar kan ik geen hoge bloeddruk of drankprobleem bij gebruiken. Sinds ik besloot me niet meer te laten opnaaien ’s morgens voerde ik een aantal veranderingen door.
Ik besloot mijn schrijfonderneming eindelijk serieus te nemen en stopte met werken bij de bladen, zodat ik nooit meer een ochtendtrein hoef te halen. Ik laat mijn man voortaan het ontbijt en de broodtrommels maken en aan de gymtassen denken, zodat ik mijn volledige aandacht kan richten op de uitdaging iedereen aangekleed, gevoed, met gekamd haar en gepoetste tanden op tijd in de bakfiets te krijgen. Mijn eigen ontbijt sla ik over, dat doe ik wel als ik het huis weer voor mezelf heb. Verder ben ik best te porren voor een compromis (‘nee, ik zei toch dat ik geen vlechtknot wilde, ik wil een stáárt’), maar ik sluit geen compromissen wat betreft op tijd vertrekken, desnoods doe je je schoenen maar aan terwijl je in de bakfiets zit, of ga je met losse haren.
ik sluit geen compromissen wat betreft op tijd vertrekken
Bij ernstige ochtendhumeuren, ontbijtweigering of andere noodgevallen, zet ik ter afleiding een filmpje op. Zijn we ruim op tijd, dan mogen ze op hun eigen fiets, en anders is het proppen geblazen. Vervolgens probeer ik het hele race-tegen-de-klok-gebeuren te zien als een zen-oefening in je kalmte bewaren in tijden van onrust. Adem in, adem uit, en laat alle andere ouders maar als gekken voorbijrazen terwijl wij in alle rust het schoolplein op banjeren. Gaat er een deur voor onze neus dicht, jammer dan. Als je een minuut wacht, komt er bijna altijd wel iemand naar buiten en kunnen we alsnog naar binnen zonder onze walk of shame langs de voordeur en directie te hoeven maken. Eenmaal binnen wissel ik blikken van verstandhouding uit met alle andere relaxte ouders (die zijn er namelijk óók als je goed oplet), laat ik mijn kinderen zelf hun leesboek pakken zonder dat ik me geroepen voel nog even de tafel van negen met ze door te nemen, en vertrek dan, nadat de fanclub van mijn jongste afscheid heeft genomen met knuffels en peuter-high-fives met de peuter richting peuterspeelzaal.
Maar voor het zover is heb ik nog precies vijf minuten om een gezellig praatje te maken met de relaxte ouders op het schoolplein die altijd nog even blijven hangen – waarschijnlijk ook allemaal ZZP’ers die hun eigen tijd kunnen indelen (dat scheelt een boel stress, mensen), en nog eens tien minuten om met mijn peuter een puzzel te maken voor ik, zonder klotsende oksels of schuldgevoelens, aan mijn werkdag begin.
Lieve ouders, ik kan jullie mijn ik-laat-me-niet-gek-maken-methode van harte aanbevelen. Bedenk wat er voor jou voor nodig is om je niet meer op stang te laten jagen: neem wat yogalessen, plan een extra thuiswerkdag in, maak de broodtrommels de avond van tevoren klaar net zoals je hun kleren al klaarlegt, hang een grote striptekening op de koelkast met de ochtendplanning die zelfs een vierjarige kan ontcijferen en gooi er wat humor en relativeringsvermogen tegenaan. En bedenk vervolgens wat het je oplevert: wie niet gestrest aan zijn werkdag (of thuisblijfouderdag) begint, is nu eenmaal een stuk productiever, het is beter voor je humeur, en ik gok dat het je in the end zo’n tien extra levensjaren oplevert. Het is maar een tip.
Janneke (45) heeft drie dochters: een tweeling van 8 en een peuter van 2. Over de tweelingzwangerschap en -hectiek van de eerste jaren schreef ze het boek O jee het zijn er twee. Tegenwoordig probeert ze vanuit intuïtie en creativiteit te balanceren tussen haar werk als schrijver en het moederschap van drie meiden. Je kunt haar belevenissen ook volgen op haar Instagram.