Waarom ik het burgerlijke leven helemaal de bom vind

30.03.2022 18:00


Franke kon het zich niet voorstellen, toen ze nog in Amsterdam de kroegen afschuimde en een groots en meeslepend leven leefde: dat een burgerlijk bestaan met kinderen haar hartstikke zou bevallen. Maar dat is dus wel zo. En dit is waarom.

Kinderen krijgen, het stond nooit echt hoog op mijn prioriteitenlijst. Ik was altijd veel te druk met andere dingen. Ik droomde van een groots en meeslepend leven, vol avontuur. Bijzondere mensen ontmoeten, carrière maken, hoge cijfers halen, op boevenpad, met vriendinnen in de lampen hangen, bijzondere reizen maken, geld tegen de plinten laten klotsen, dat werk. Nee, ik zag mezelf niet op de bank met een baby, ik had dat plaatje gewoon echt niet in mijn hoofd. Ik studeerde, ik studeerde af, ik vertrok voor een paar maanden naar de Antillen, kwam berooid terug, ging werken bij een glossy magazine, werkte me de vellen, ging naar hippe feesten, gaf veel te veel geld uit aan kleren die ik veel te weinig droeg, werkte nog meer, en BAM! Toen stond, nadat ik jaren vrijgezel was geweest, ein-de-lijk die veel te leuke man voor mijn neus. Gingen mijn eierstokken wild rammelen en wilde ik niets liever een baby.

Lees ook: Verhuizen voor de kinderen: is dat wel zo’n goed idee?

Mijn wens kwam uit en ik kreeg een baby. Sterker, ik kreeg er twee. En toen kon ik niet meer kroegentochten houden, eindeloos filosoferen over moeilijke literatuur met de bohemiens van deze wereld, met een rugzak op door de jungle slenteren. We verruilden ons yuppenappartement voor een gezinswoning in de betere burgerlijke buitenwijk, kochten allebei een auto – anders kwam je nergens, en de horeca verdient tegenwoordig geen rooie rotcent aan ons. Heel af en toe gaan we uit eten, maar daar blijft het bij. Ik geef toe, ik heb echt wel even moeten omschakelen van avontuur-modus naar rust, reinheid en regelmaat. Want dat zat er van nature niet echt in bij mij. Maar het is gelukt. En inmiddels ben ik er maar wat blij mee, met dat rustiger bestaan.

Want stiekem, ik durf het bijna niet te zeggen want heel hip klinkt het niet, vind ik het wel lekker rustig en overzichtelijk, zo’n burgerlijk bestaan. Met een duidelijk programma elke dag. Zelfde tijden opstaan, eten, naar bed. Mijn eigen autootje. Gezellige kletspraatjes met buren in de speeltuin. Apps met medemoeders over waar er gespeeld gaat worden. De bakker die nog ouderwets een krentenbolletje aanbiedt aan de kinderen. Peuters die op hun loopfietjes voorbij komen sjezen zonder dat ze omver worden gereden door achterlijke debielen op opgevoerde scooters. In een buurt waar amper geruziet of gevloekt wordt en waar mijn kinderen heerlijk rustig kunnen spelen. Met tuintjes met keurig geknipte hagen. Waar de sleutels nog net niet uit de brievenbus hangen. Waar het om 18.00 uur Croma-tijd is en je na 21.00 uur ’s avonds een speld kunt horen vallen, de luikjes keurig gesloten. Op zaterdag boodschappen inslaan voor de hele week, de hele buurt tegenkomend in de supermarkt, daarna met een zakje chips voor de tv. Ja, het brengt rust. Het is overzichtelijk. Geen gedoe, geen drama’s, geen onverwachte dingen, geen eenzaamheid. Niks. Ja, heel gezellig gewoon. En het is echt heel heilzaam voor de kinderen om in op te groeien, zo’n rustig buurtje in plaats van die vieze grote stad vol junks, Air-BNB-praktijken, rolkoffers en Nutella-witwas-winkels.

Nee, tegenwoordig droom ik niet meer van Amsterdam, in de lampen hangen of een avontuurlijk hippie-bohémiennebestaan. Het is wel goed zo. Al overweeg ik wel een paarse hanenkam te nemen. Gewoon. Omdat het kan.

Tof als kraamcadeau of gewoon voor jezelf: bestel hier de boeken van Franke.