Waarom het helemaal niet erg is als de kinderen een groot leeftijdverschil hebben
Een groot leeftijdverschil tussen kinderen. Dat is wat iedereen graag wil voorkomen. Bij Barbara lukte dat niet. En weet je wat? Een groot leeftijdverschil is dus heel erg leuk – voor allebei de kinderen (en de ouders!).
“Voor de oudste hoef je het niet meer te doen, die heeft er toch niks meer aan.” Dat zeiden mensen tegen me toen ik een kind van 5 had en er heel graag nog een wilde.
Ik had ze best vlak na elkaar willen hebben, nou ja, het eerste jaar moest ik er even niet aan denken hoor. Alleen: daarna lukte het niet meteen om weer zwanger te raken. Er volgde een lange en loodzware lijdensweg, waarvan ik jullie de details zal besparen, maar na een paar jaar ploeteren was het zover: er kwam nog een broertje voor onze Felix, die inmiddels 5 was.
“De grote jongens uit groep 7 en 8 kwamen op hem af gevlogen om een glimp van de nieuwe baby op te vangen.”
Rond die tijd was ik er zelf ook zo’n beetje van overtuigd dat het voor Felix allemaal niet meer hoefde. Zo’n grote jongen met een baby, wat had hij er nou aan? Achteraf denk ik dat het zelfbescherming was, ik wilde graag een kind, Thomas ook, maar voor Felix was het toch al te laat – dat had ik besloten.
Hoe dom kon ik zijn? Morris was nog maar net geboren of Felix liep trots als een pauw achter de wagen. Opeens was hij de meest populaire jongen van school. De grote jongens uit groep 7 en 8 kwamen op hem af gevlogen om een glimp van de nieuwe baby op te vangen. Iedereen wilde bij ons spelen om het kleine jochie te zien.
“Als Felix wakker wordt, tilt hij zijn broertje uit het ledikant en ritst zijn slaapzakje open. Dan gaan ze samen spelen.”
Daarna werd het alleen maar leuker. Elke ochtend om 7 uur hoorde ik twee jongetjes de trap aflopen. Als Felix wakker werd, tilde hij zijn broertje uit het ledikant en ritste zijn slaapzakje open. Dan gingen ze samen spelen, muziekjes draaien of op de trampoline tot wij beneden waren. Als we een dagje naar het park waren, genoot Felix ontzettend van de attracties voor kleine kinderen. Hij hielp zijn broertje op de wipkip en lag in een deuk als hij zag hoe leuk Morris het vond.
Héél soms is het wel lastig, bijvoorbeeld als we naar een groot pretpark gaan, dan lopen Thomas en ik apart naar de verschillende secties. We zien elkaar de halve dag niet, maar is dat niet hetzelfde met mensen die een jongetje en een meisje hebben? Of een jochie dat heel veel durft en een die weinig durft? Maar ook daar zien we weer: Felix geniet enorm van de dingen voor kleinere kinderen, alsof hij even lekker weer een klein kind mag zijn dankzij z’n broertje.
“De tweede keer lukte het mij heel goed ervan te genieten, omdat ik me er zo bewust van ben dat het de laatste is.”
Stom toch, hoe we onszelf gek maken met het ideale plaatje van die kinderen die maar boem-boem-boem achter elkaar moeten komen – omdat ze anders niks aan elkaar hebben. Vijf jaar verschil is helemaal geen probleem. Toen kleine Morris naar school ging, had hij voor die eerste jaren de bescherming van zijn grote broer. En straks, als ze gaan studeren, kan Felix hem wegwijs maken in de geheimen van de grote stad en hem introduceren in het studentenleven.
Er zitten nog meer voordelen aan een paar jaar wachten tot je de volgende krijgt: je hebt niet twee kinderen in de luiers, twee kleintjes die bij mama op schoot willen zitten, twee kinderen die nog moeten slapen tussen de middag – ieder op een ander tijdstip. Aan de andere kant zou je ook kunnen zeggen dat wij twee keer achter elkaar dat spitsuur mee hebben moeten maken. Ik zie dat ook als een voordeel: de tweede keer lukte het mij heel goed ervan te genieten, omdat ik me er zo bewust van ben dat het de laatste is. Maar hoe dan ook: aan beide opties kleven voor- en nadelen. Maar denken dat ze ‘niks aan elkaar hebben’ is dus onzin. Het is hartstikke leuk!