Waarom je 1 jaar nodig hebt om aan het moederschap te wennen
Janneke wilde dolgraag moeder worden, maar toen haar tweeling geboren werd, zat ze toch even met de handen in het haar. Een jaar later was het leven en het moederschap een stuk simpeler geworden. Waarom? Hierom!
‘Neem er een jaar voor’, adviseerde een vriendin, na een enerzijds paniekerig appje van mijn kant kort na de geboorte van mijn kinderen. Een jaar om mezelf de ruimte te geven te groeien in mijn rol als moeder, om te wennen aan mijn kinderen en hen aan mij te laten wennen, om zonodig al het andere uit mijn handen te laten vallen en er vooral niet te veel naast te willen doen. Ik vond het een topidee. Alleen een jaar… dat duurde wel lang. Ik was al blij als we weer een dag hadden overleefd. Maar langzaam veranderde er iets. Na een chaotische start was er ineens een Ritme. En daardoor vlogen de dagen voorbij. Wat kan er in een jaar veel veranderen, zeg! Nu, een jaar later, kan ik volmondig zeggen dat ik aan het moederschap ben gewend. En het moederschap aan mij. Om jullie een indruk te geven: hierbij een aantal begrippen, met bijbehorende associaties van toen ik net moeder was, én nu, 1 jaar later.
- Baby’s: Toen: twee ultraschattige maar onbegrijpelijke wezentjes van wie ik dus blijkbaar de moeder was. Nu: gewoon mijn kinderen. En het zijn trouwens ook geen baby’s meer, het zijn officieel dreumesen. Ultraschattig, dat zijn ze nog wel.
- Huilen: Toen: paniek! Wat te doen? Draagdoek, voeden, in bed leggen, wiegen, in de wagen, uit de wagen, warmer aankleden, buikje masseren, vermaken, met rust laten? Nu: oppakken omdat ze gevallen zijn, eten geven of uitleggen dat de afstandsbediening dus geen speelgoed is, en mama’s telefoon ook niet.
- Voeden: Toen: aan de borstkolf om melk te produceren en/of baby’s aanleggen en/of bijvoeding geven in de vorm van een fles geitenmelk, vermengd met wat probiotica tegen darmkrampjes en voorafgegaan door 15 ml aan medicijnen tegen reflux, vooraf klaargemaakt met afgekoeld gekookt water en wat Infacol, ook weer tegen darmkrampjes, en daarna heel lang omhoog houden en laten boeren om al het eten te laten zakken, en als je daarmee klaar was, kon je alweer bijna opnieuw beginnen. Nu: wat spaghetti of couscous erin, of iets anders wat we zelf die dag toevallig ook eten.
- Slapen: Toen: niet. Althans: ik niet, de baby’s wel zo nu en dan, precies tot het moment dat ik zelf in slaap begon te vallen. En ik af en toe per ongeluk, tijdens het koken of het boodschappen doen. Nu: met een beetje geluk bijna acht uur non stop! En overdag nog wat extra, om 1 jaar slaapgebrek in te halen.
- Vermoeidheid: Toen: alsof ik knock-out geslagen was, toen overreden, toen weer bijgekomen waarna ik me plotseling herinnerde dat ik de vorige avond zeventien wijn had gedronken en daarna een marathon was gaan lopen. Nu: alsof ik de vorige avond net iets te lang in de kroeg ben blijven hangen omdat het zo gezellig was (maar dat is niet zo, ik lag er namelijk al om half tien in).
- Geestelijk welzijn: Toen: wankel. Het fijne weet ik er niet meer van, omdat een en ander gepaard ging met een soort waas, maar volgens een vriendin heb ik destijds tegen haar gezegd: ‘ik geloof dat ik een beetje gek aan het worden ben’. Nu: prima, beter dan ooit eigenlijk, op wat incidentele dementie na.
- Werk: Toen: een ver-van-mijn-bed-show. Waren er echt moeders die nog werkten naast het moederschap? Onmogelijk. De gedachte alleen al. Nu: een vorm van ontspanning. Werkdagen noem ik per ongeluk altijd mijn vrije dagen. En tijdens middagdutjes van de kinderen kun je trouwens ook prima werken.
- Lijf: Toen: een soort melkfabriek met een oorlogswond. Nu: eigenlijk bijna weer zoals vroeger, maar dan met grotere spierballen van hele dagen kinderen tillen.
- Actieradius: Toen: huis, tuin en een rondje om de kerk. Nu: ik kom af en toe mijn stadsdeel weer uit! Zowel met als zonder kinderen.
- Man: Toen: iemand die me kon helpen luiers verschonen en flessen maken. Nu: de vader van mijn kinderen, op wie ik natuurlijk niet voor niets zo verliefd ben geworden.
- Conditie: Toen: belabberd. Achter de kinderwagen lopen en dan ingehaald worden door iemand met een rollator. En de deur van de Hema niet meer open krijgen omdat hij zo zwaar is. Nu: haal ik weer moeiteloos mensen in, ook zonder rollator.
- Spinnenweb: Toen: iets waar m’n oog af en toe op viel, in welke hoek van het huis ik me dan ook toevallig bevond. Wie dat ooit ging schoonmaken? Ik had geen idee. Nu: huis van de Itsy Bitsy Spider, een van de vele tekenfilmfiguren van het Baby Bum-kanaal op YouTube, waarvan je de liedjes dus nooit meer uit je hoofd krijgt.
Lees ook: 13 Lessen die je leert in het eerste jaar moederschap
Janneke (45) heeft drie dochters: een tweeling van 8 en een peuter van 2. Over de tweelingzwangerschap en -hectiek van de eerste jaren schreef ze het boek O jee het zijn er twee. Tegenwoordig probeert ze vanuit intuïtie en creativiteit te balanceren tussen haar werk als schrijver en het moederschap van drie meiden. Je kunt haar belevenissen ook volgen op haar Instagram.