Dit zijn de dingen waar je je als moeder NOOIT voor hoeft te verontschuldigen
Schuldgevoel is een emotie die je er gratis bijgeleverd krijgt als je een kind baart. Moeders hebben de onbedwingbare neiging zich overal voor te verontschuldigen en verantwoorden. Voor zichzelf, voor hun kinderen, eigenlijk gewoon voor hun hele bestaan. Omdat iedereen altijd wel wat te vinden heeft over hoe je het doet. Maar, waarom eigenlijk? Iedere moeder doet toch gewoon alleen maar haar best? En sommige dingen, tja, die zijn nou eenmaal zo. En wie daarvan baalt, die kijkt maar lekker een andere kant op. Hiervoor hoef je in ieder geval echt nooit je excuses aan te bieden:
Lees ook: Waarom moeders net een 5-sterren hotel zijn.
- Borstvoeden in het openbaar. Zo’n baby moet namelijk gewoon eten. En wat moet je dan, minstens zes maanden (of langer!) als een soort kluizenaar in huis blijven zitten? Alleen maar omdat andere mensen een hysterische preutsheidsaanval krijgen als ze een glimp van een tepel zien? Onzin natuurlijk. Zo lang je niet streakend met je lekkende melktieten op zaterdagmiddag door de H&M rent, is er geen reden om je baby honger te laten lijden als je samen met hem uithuizig bent.
- In een restaurant vragen wat er eigenlijk allemaal in een bepaald gerecht zit. Ik voel me soms echt een zeikerd, als ik weer eens een ober aan een allergenenkruisverhoor moet onderwerpen als ik met mijn dochter buitenshuis eet. Maar ja, het is ook niet heel tof om na de maaltijd in allerijl naar de spoedeisende hulp te rijden, omdat mijn kind vergaat van de buikpijn en er weer eens een sonde in moet worden gehangen om de boel te laten doorspoelen. Dus ja, het is misschien een extra rondje naar de keuken voor het horecapersoneel, maar de gezondheid van mijn kind vind ik toch belangrijker.
- Met de kippen op stok gaan. Prima, dan ben ik maar die saaie muts die na Sesamstraat naar bed gaat. Maar als je dagen structureel voor de klok van 5 in de morgen (oh nee, nacht dus nog gewoon) beginnen, dan doe je gewoon wat je moet doen: vroeg naar bed. Dus nee sorry, ik kom niet om 21.00 uur nog naar de stad voor afzakkertje. Ik zak rond die tijd alleen maar af naar dromenland.
- Opkomen voor je kind op school. Ik sta inmiddels bij zo ongeveer elke onderwijs en opvanginstelling die mijn kinderen bezocht hebben te boek als ‘dat irritante viswijf’, maar hee, I don’t give a fuck. Ik heb namelijk twee kinderen die speciale zorg en aandacht nodig hebben en daar maak ik me sterk voor, al is het het laatste wat ik doe. Dus hoor je in de wandelgangen van de school weer eens iemand fulmineren? Grote kans dat ik dat ben.
- Kinderen die zich als een kind gedragen, op plekken die voor kinderen bedoeld zijn. Als er iemand een poging doet in rust en vrede een maaltijd te gebruiken in een pizzarestaurant met rood-wit geblokte plastic kleedjes en een ballenbak in de hoek en ergert diegene zich aan het volume van mijn kinderen die rond de tafeltjes scharrelen en af en toe met het tafelzilver smijten? Dikke pech, want we zitten tenslotte niet in een Italiaans 3-sterren restaurant. Uit eten is voor mij niet voor niets het equivalent van ‘Calzone’ en als ik geen kinderen had, ging ik wel op chique naar het Okura. Net als die zuurpruim aan dat tafeltje naast ons had moeten doen.
- Kinderen die zich als een kind gedragen, op plekken waar de ouders weinig keus hebben. Ja, het is irritant dat mijn baby met gegil door de geluidsbarrière breekt tijdens een internationale vlucht van ruim 8 uur. Maar eh… Shit happens. Ik had ‘m ook kunnen drogeren voor het boarden, maar ik heb niet zo’n zin om bij bestemming ingerekend te worden door het plaatselijke narcoticateam. Dus, sorry voor de overlast, maar… Deal with it.
- De dokter bellen. Want vast, als het vanzelf gekomen is, gaat het meestal ook vanzelf weer weg. Maar het gaat hier wel om mijn kind, ja? En ik ben al meerdere keren met een kluitje in het riet gestuurd, met uiteindelijk toch een ziekenhuisopname tot gevolg. Daarnaast: met die kleine mormels moet je gewoon geen risico’s nemen, als ze opeens overal pulserende bulten krijgen. Voor je ‘t weet is het Ebola.
- Je enorme kinderwagen. Als ik me met mijn babyhummer door die rottige poortjes van de Albert Heijn probeerde te persen, of door de schappen met conserven probeerde te manouevreren, waren de rollende ogen en het gezucht niet van de lucht. Tja, sorry hoor, maar ik heb liever dat mijn baby gerieflijk zit, dan dat ik hem in zo’n gammele buggy moet gespen, waar hij bij iedere drempel uitvliegt en vervolgens een whiplash oploopt. Ik gebruik de ruimte die ik nodig heb. Uiteindelijk gaan ze heus wel lopen (en dan is boodschappen doen helemaal een ramp voor de medeconsument).
- Rigide doen over ‘het schema’. Ik had een strikt eet, slaap en speelregime toen mijn kinderen nog babies waren. En daar was NIET vanaf te wijken. Misschien rechtlijnig, maar het was de enige manier waarop we zonder gek te worden het eind van de dag haalden. Mensen vonden me overdreven hysterisch, maar daar had ik weinig boodschap aan. Die slaapjes waren heilig.
- Dat het bij jou thuis altijd overal naar poep ruikt. Ik weet ook niet wat het is, want echt, ik maak gewoon schoon, maar die verschraalde strontlucht, die krijg je gewoon niet meer weg. Ik heb het nog geprobeerd te maskeren met bloemenwierook, maar eigenlijk werd het daar alleen maar erger van.
- Niks te bespreken hebben met mensen zonder kinderen. Het is geen desinteresse hoor, echt niet. Maar kinderen slokken je gewoon volledig op. Actualiteiten, werkperikelen, of de laatste trends op het gebied van mode? Het is niet langer de wereld van de moeder met kleine kinderen. Wij willen gewoon alleen maar praten over eerste stapjes, Elsa en Anna en oh ja, over poep natuurlijk.
- Niet komen op evenementen als je een babysitter moet regelen. Hartstikke leuk hoor, die vrijgezellenfeesten, bruiloften en verjaardagen. Maar niet als ik vervolgens failliet ga aan kosten voor de oppas, die iedere keer moet komen opdraven. Als ik mijn opwachting maak bij al die festviteiten, moet ik straks een tweede hypotheek nemen.
Lees ook: Grappige vragen die vrienden zonder kinderen stellen.
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.