Volgens mij gaat het prima met onze generatie kinderen…
Er verschijnen zoveel stukken & tv-uitzendingen over ‘de achterbankgeneratie’. Over kinderen die verwend worden en die te veel complimenten krijgen en daardoor narcistische trekjes vertonen. Barbara heeft er genoeg van.
“Ikke, ikke, ikke,” was weer eens de kop van een stuk dat ik las in de krant. “Te veel complimentjes kweekt kleine narcistjes.” In het stuk is een moeder aan het woord die haar zoon zoveel complimentjes heeft gegeven dat het een rotjoch is geworden. Hij is pas 6! Dan komt ook hoogleraar Eddie Brummelman aan het woord die dat allemaal weer bevestigt. Hij heeft heeft over ‘narcistische persoonlijkheidskenmerken’ die steeds vaker voorkomen. De journalist heeft het vervolgens ook over ‘irritante trekjes’ die kinderen ontwikkelen en ‘een opgeblazen ego’. Ze haalt zelfs ouders aan die hun kind Tarzan-Lollipop noemen als bewijs dat ouders hun kind steeds bijzonderder gaan vinden.
Een paar dagen later, in een andere krant: een hoogleraar die zegt dat we een zwakke generatie aan het kweken zijn, de zogenaamde achterbankgeneratie bestaande uit kinderen die van hockey naar ballet worden gereden en zo verwend worden dat ze het later in het leven moeilijk gaan krijgen. Ze zouden dan niet met tegenslagen om kunnen gaan, omdat hun ouders ze te veel beschermd zouden hebben. Het geven van te veel complimenten plus je kind onterecht ophemelen zou hierin een cruciale rol spelen.
LEES OOK: Een verwende snotaap in huis? Dit zijn de signalen
Als ik om me heen kijk zie ik iets heel anders. Natuurlijk geef je een kind een compliment als het een tekening heeft gemaakt, ook als die niet echt mooi is. Dat begint al jong. Maar als ze ouder worden en een tekening afraffelen dan zie ik moeders dat ook benoemen. “Wat een mooie boom, maar moet dat huis geen raampjes hebben?”
Ook zie ik in de leeftijd van de schoolgaande kinderen iets heel anders gebeuren. Ik kinderen die zich ontwikkelen en daarmee tegen dingen aanlopen die wel maar vooral ook die ze niet kunnen. Mijn zoon moet verwerken dat weliswaar heel goed kan lezen maar dat hij niet zo goed is in sporten, zijn beste vriendje heeft het andersom. Die kan heel goed sporten en breakdancen, iets wat mijn zoon héél graag zou willen kunnen, maar die is weer niet zo goed in lezen. Daar zitten hij en zijn ouders mee.
Als de kinderen even niet luisteren, gaan de gesprekken tussen ons moeders daarover, over onzeker zijn, over al dan niet op bijles, al dan niet blijven zitten. Maar die gesprekken gaan zeker niet over hoe geweldig ze zijn. Nee, over die kwetsbare leeftijd van 7, 8, 9 zijn en in aanraking komen met je talenten – en je beperkingen. Het effect dat dit op je kind heeft. Hoe onzeker en boos ze soms worden.
Ik snap dus echt niet zo goed waar die al die tendentieuze stukken vandaan komen. Eddie Brummelman, de hoogleraar, heeft wel een gedegen onderzoek gedaan. Hij verwees naar een studie onder Amerikaanse studenten. Een groep uit 1979 werd vergeleken met een groep uit 2006, en inderdaad: die laatste groep was narcistischer dan de eerste. Zelf deed hij ook onderzoek naar Amerikaanse ouders van kinderen tussen 8 en 12 jaar waaruit iets vergelijkbaars bleek.
Toch zegt mij dat niet veel. In Amerika is een heel ander onderwijssysteem, met nog meer prestatiegericht onderwijs dan in Nederland. Veel van die ouders werken keihard, hebben nauwelijks tijd voor hun kinderen – of de moeders zijn juist altijd thuis, wat ook weer anders is. Geen idee of Amerikaanse kinderen daar narcistischer van worden of niet, maar ik geloof niet dat onze kinderen nou massaal egocentrische ettertjes worden,ook al zitten die er ongetwijfeld ook tussen.
Ik kan me de zelfverzekerde etters uit mijn lagere schooltijd nog wel herinneren, hoor. Die woonden in het mooiste huis van de straat en waren model in Wehkamp-folders. Ze hadden altijd de nieuwste dingen, ook altijd iets wat wij niet hadden. Geheel onterecht voelden ze zich groter en beter. Die kinderen zie ik nu ook wel op school.
Maar die kinderen uit mijn eigen klas, zijn nu volwassenen. Ik spreek er weleens een. Ze zijn inmiddels 40 en hebben heel gewone levens, een heel gewoon gezin en heel gewone zorgen. Ze hebben een gelukkige jeugd gehad, daarna tegenslagen gekend, die hebben ze overleefd. Niks aan de hand.
Volgens mij gaat het prima met onze kinderen, en heb je leuke mensen en minder leuke mensen – ook dat is van alle tijden. Blijf maar lekker lief zijn voor je kinderen, en hard als het moet. Maar tegenslagen komen ze vanzelf tegen. En dan zullen ze ermee dealen.
Ik ben het er overigens wel mee eens dat het geen goed teken is als je je kind Tarzan-Lollipop noemt, dat is natuurlijk vragen om problemen. Maar eerlijk gezegd: ook die ouders ken ik niet.
LEES OOK: 8 manieren om het zelfvertrouwen van je kind te boosten