Toen mijn vriendin een postnatale depressie kreeg en ik niks deed om haar te helpen

05.10.2021 18:00
Postnatale depressie


Toen een vriendin van Vala haar eerste kind had gekregen ging het niet goed met haar. Vala vermoedde dat ze een Postnatale Depressie had, net zoals zijzelf had gehad. Maar ze deed niks om haar te helpen. En daar schaamt ze zich nu nog steeds voor.

Ik zie haar nog zitten: mijn pas bevallen vriendin, op de bank met haar kersverse zoontje in haar armen. En een rare, lege blik in haar ogen die ik niet kende. Mijn man en ik waren op kraamvisite, maar het voelde eigenlijk meer alsof er iemand overleden was. Ongemakkelijk schoof ik heen en weer op mijn stoel, knabbelde aan een beschuitje met blauwe muisjes en probeerde een moeizaam gesprek op gang te houden. Toen haar man de baby van haar overnam was de opluchting die er door mijn vriendin heen ging bijna tastbaar. Ik herkende haar niet meer, deze sombere, grauwe, uitgebluste vrouw. Dit was mijn vriendin helemaal niet. Toen mijn man en ik anderhalf uur later naar de auto liepen vroeg ik voorzichtig aan hem of hij ook het idee had dat het misschien niet zo goed ging. Hij kneep in mijn hand en zei: “Dat gaat inderdaad helemaal niet goed.” Met een enorm schuldgevoel reed ik naar huis. Het was overduidelijk dat mijn vriendin kampte met een postnatale depressie. En ik stond erbij en keek ernaar. Terwijl ik zelf als geen ander wist hoe ellendig je je voelt met een PND.

LEES OOK: Wanneer verandert de liefde die je voelt voor je kind?

Het zwarte gat

Na de geboorte van mijn tweede kind viel ik zelf in wat ik sindsdien altijd het ‘zwarte gat’  noem. Maandenlang was het alsof ik leefde in een soort twilight zone, waar alles donker was. Ik verzorgde mijn baby, maar voelde niets voor haar. Ik voelde sowieso niets meer, wilde aan elk begin van de dag alleen maar dat-ie heel snel weer zou eindigen, zodat ik mijn ogen kon sluiten en weg kon glijden in het niets. Ik schaamde me voor mijn gevoelens, dacht dat er iets mis met me was. Ik had een prachtige baby gekregen, waarom was ik dan niet blij en gelukkig? Dit moest wel betekenen dat ik een slechte moeder was. Dus hield ik mijn mond. Pleisterde een geforceerde glimlach op mijn gezicht, terwijl ik van binnen huilde. Pas veel later, toen de mist was opgetrokken en ik voorzichtig durfde te praten over wat ik had doorgemaakt ontdekte ik dat ik een postnatale depressie had gehad. En dat er heel veel vrouwen zijn die dat meemaken. Wat had ik dat graag eerder willen weten. Wat had ik graag van andere vrouwen gehoord dat ik dus niet gek was en geen slechte moeder. Niet dat dat mijn PND had verholpen, maar gedeelde smart is nou eenmaal toch halve smart. En wat zou het mij enorm geholpen hebben als ik mijn smart op dat moment had kunnen delen.

Gevoel van falen

Mijn vriendin heeft maanden in het zwarte gat gezeten, maar ik heb niet geprobeerd haar eruit te trekken. Ook niet na dat eerste kraambezoek. Waarom niet? Eigenlijk weet ik het nog steeds niet. Ik denk dat ik er niet met haar over durfde te praten. Bang om haar te kwetsen of boos te maken. Want toegeven dat het niet goed gaat, dat je dus niet als vanzelf in die rol van perfecte moeder die alles onder controle heeft bent gegleden, terwijl je dat eigenlijk wel verwacht had, zoals de meeste vrouwen dat verwachten, is niet makkelijk. Ik had zelf ook een enorm gevoel van falen destijds en iedere poging die mijn man en mijn moeder (die ook wel zagen dat het niet helemaal goed met mij ging) deden om er met me over te praten kapte ik rigoureus af. Zo erg schaamde ik voor mijn gevoelens, zo moeilijk vond ik het om aan mezelf toe te geven dat het niet ging. Later vertelde mijn vriendin me dat zij zich precies zo had gevoeld en ik kan mezelf wel voor m’n kop slaan dat ik me niet over mijn eigen schroom heen heb gezet. Misschien was ze inderdaad boos op me geworden. Misschien had ze zich nog verder teruggetrokken, misschien had ze een tijdje niet met me willen praten. Maar dan had ik het in ieder geval geprobeerd. Dan had ik haar in ieder geval laten weten dat ik het snapte en dat ik er voor haar was op het moment dat zij daar klaar voor was. Dan was ze misschien niet zo alleen geweest als ik destijds.

Het is oké om hulp te vragen

Als ik nog eens een jonge moeder zie die in de put zit, zal ik niet meer aarzelen om aan haar te vragen of het allemaal echt wel goed gaat. Dan zal ik haar vertellen dat ze zich niet hoeft te schamen voor haar gevoelens, wat voor gevoelens ze ook heeft. Dan zal ik haar vertellen over mijn eigen PND en tegen haar zeggen dat het oke is om om hulp te vragen. Want we kunnen in het moederschap sowieso allemaal weleens een helpende hand gebruiken, maar helemaal als we na een val eventjes niet meer zelf kunnen opstaan. Dan is het fijn om aan de hand te lopen van iemand die je de weg wijst als je zelf even niet meer weet welke kant je op moet. Postnatale depressie zou geen taboe moeten kunnen zijn, want het is gewoon een veelvoorkomend verschijnsel, iets wat dus heel normaal is. Heel vervelend ook, maar vooral heel normaal. Dus ik had gewoon niet zo raar moeten doen tegen mijn vriendin. Dat is iets om je voor te schamen, maar een postnatale depressie is dat zeker niet.

LEES OOK: Vraag aan alle moeders: hoe zijn we zo hysterisch geworden?